Recensie Kevin Lambert – Laat onze vreugde voortduren
De les van Proust
De enige redding, schrijft Proust, is vergetelheid. De wereldberoemde ster-architect Céline Wachowski uit Montréal, protagonist van Laat onze vreugde voortduren, de derde roman van de Canadees Kevin Lambert, hervindt de tijd, maar op pijnlijke manier bovenal zichzelf. De ware kern van Prousts iconische Franse romancyclus Op zoek naar de verloren tijd is de hoop op verlossing, overweegt de tot enige inkeer gekomen Wachowski nadat haar persoonlijk imperium is ingestort.
Lamberts roman begint met een uitvoerige schets van een hedendaagse ‘salon’, om maar dicht bij Proust te blijven; een luxe feest van de happy few in een met de duurste stoffering, meubels en kunst ingericht appartement op de 63ste verdieping van een woontoren in Montréal. Centrale persoon is Céline Wachowski, die de skylines van vrijwel alle wereldsteden die er toe doen heeft veranderd met haar ontwerpen. Een woon- of kantoortoren hier, een groot museum daar, exclusieve woningen voor de (met name genoemde) rich and famous, waardoor ze al snel zelf een celebrity van de buitenklasse werd. Ook ver buiten de architectuurwereld. Onaantastbaar, geliefd en gevreesd door haar buitensporige invloed, om het woord macht te vermijden, wat het welbeschouwd wel is.
Haar entourage en iedereen die daar omheen zweeft, allen deel uitmakend van die in weelde badende beau monde van hedendaags Montréal, zijn al even arrogant als Céline, behalve natuurlijk naar de hoogste baas, dat spreekt.
Wat Céline in hoge mate irriteert is de afwijzende houding van haar eigen stad Montréal. Het moet de kleinzieligheid en afgunst van haar stadgenoten zijn, denkt ze, die haar de eer niet gunnen. De opdracht voor een megalomaan complex aldaar voor het multinationale Webuy-techconcern komt dan ook als geroepen, maar blijkt al snel haar val in te leiden. Na een rellerig artikel in The New Yorker, waarin heel wat grote maatschappelijke problemen op haar worden afgewenteld, in ieder geval waarvan zij tot symbool wordt gemaakt, begint een vloedgolf aan niet meer te stuiten negatieve reacties haar positie effectief te ondermijnen. De verdrijving van gewone, werkende mensen door de extreme gentrificatie van de miljoenenstad niet in de laatste plaats.
Lambert schreef met Laat onze vreugde voortduren, wat de cynische titel is van een door het bevoorrechte gezelschap tijdens de ‘salon’ gezongen en haast religieus beleefde lied, een misschien wel wat al te ambitieuze roman met vaak alle kanten opschietende maatschappijkritiek. De dronken en veelal overvloedig gebotoxte aanwezigen, die zich nooit ook maar iets hoeven te ontzeggen, realiseren zich daarbij voor een kort moment dat hun positie niet alleen abnormaal en abject is, maar ook buitengewoon fragiel.
De implosie laat niet lang op zich wachten als mensen die hun huizen uitgejaagd zijn ten faveure van weer een of ander architecturaal topstuk, wanhopige woningzoekenden, milieu- en klimaatridders, agressieve journalisten, politici en zakenlui hun kans op wraak schoon zien. Céline gelooft aanvankelijk dat ze met haar netwerk van machtige vrienden, haar reputatie en fortuin ook deze storm wel zal weten te doorstaan, maar de tijden veranderen, laat Lambert doorklinken. De ster-architect, levend in haar bubbel, begrijpt er eerst niets van. Ze heeft toch altijd heel correct gehandeld en gesproken, ze stelde geregeld vrouwen, homo’s en mensen van kleur aan, koos ecologisch verantwoorde materialen, wat al niet. Haar rechterhand en ooit beoogd opvolger is zelfs een homoseksuele man van kleur, dus me dunkt. Ze deed alles, kortom, wat je vandaag de dag moet doen en laten om in orde te worden bevonden.
Niet alleen de ‘salon’ aan het begin van de roman verwijst naar Proust, later gebruikt Lambert steeds vaker ook expliciete verwijzingen naar de vroeg twintigste-eeuwse cyclus, als Céline eindelijk tot reflectie komt en meent haar benard geworden positie te kunnen vergelijken met die van personages uit Op zoek naar de verloren tijd:
De vreselijke dingen die de personages in De kant van Guermantes uitkramen – ze leest iedere avond voor het slapengaan een stukje – om op te vallen in societykringen, doen haar denken aan de oude e-mails die ze heeft herlezen. Céline is ervan overtuigd dat er eind negentiende eeuw, als het volk, de mensen uit het volk hadden geweten wat er allemaal gezegd werd in de salons, als ze de wereld waarover Proust vertelt echt hadden gekend, waarschijnlijk een tweede Franse Revolutie had plaatsgevonden, […]
Maar Lamberts roman is ondanks de ambitieuze thema’s, de veelheid aan bouwkundige en maatschappelijke verwijzingen en details en de bewust gezochte Proustiaanse connotaties geen hedendaags monument geworden. Daarvoor zijn de handelingen en dialogen vaak te diffuus, de boodschap te wisselend pamflettistisch of filosofisch en bovenal de personages te vlak. Het kan aan het beschreven mensentype liggen, dat zich waarschijnlijk meer laat kennen door uiterlijk vertoon dan innerlijke diepte, maar zelfs protagonist Céline blijft, hoezeer ook in beeld en hoe vaak ook beschreven (‘vierkante bril, karakteristiek grijs kapsel, bankbiljetgroene jurk met ruches langs de kraag, Converse-sneakers’), een voor de lezer goeddeels schimmig personage.
André Keikes
Kevin Lambert – Laat onze vreugde voortduren. Vertaald door Carlijn Brouwer. De Arbeiderspers – Amsterdam / Antwerpen. 336 blz. € 25,99.
