Mafalda houdt na meer dan vijftig jaar ons nog steeds een spiegel voor

Stripliefhebbers houden de vingers gekruist, maar geloven het pas als het zover is. Onlangs verscheen het eerste deel van een Engelse vertaling met werk van de Argentijnse stripmaker Joaquín Salvador Lavado, beter bekend als Quino. Van zijn strip Mafalda verscheen nooit een fatsoenlijke complete heruitgave van alle stroken en strips. Mafalda staat daarin niet alleen: ook aan series als The Wizard of Id (hier bekend als Tovenaar van Fop) en Dennis the Menace is ooit met enthousiasme begonnen, maar niet afgemaakt. Dat gebeurt (te) vaak met passieprojecten rond klassieke krantenstrips. Peanuts daarentegen werd compleet uitgegeven, maar dat is toch een andere divisie.

Mafalda is het bekendste stripfiguur van Latijns-Amerika. Het Argentijnse meisje, van wie de strookstrips en verhalen verschenen tussen 1964 en 1973, is iconisch: een paar jaar geleden was er zelfs een modemerk dat het grappige figuurtje met de karakteristieke boblijn op truien, tassen en T-shirts afdrukte. Met boeken was het slechter gesteld. Hier en daar verscheen er weleens een plukje verhalen, ook in het Nederlands, maar van een complete bezorging is het nooit gekomen.

Nu is het ook nog maar de vraag of het mooi vormgegeven oblongboek in harde kaft daadwerkelijk een eerste deel van een reeks wordt, want met zoveel woorden wordt er niet verwezen naar een tijdperk of zelfs een vervolgdeel. Het heeft ook geen volgnummer. Als het gemis van die signalen kloppen, dan zou dat jammer zijn. Want als de bundeling iets laat zien, is dat Mafalda het verdient om keurig en compleet in het Engels te verschijnen. Het is fris, sterk en absoluut overeind gebleven als tijdsdocument.

De strip heeft iets weg van Peanuts en van Calvin en Hobbes, in die zin dat Mafalda’s observaties en opmerkingen veel verder gaan dan dagelijkse dingetjes en kinderlijke situaties. Ze is een tikje filosofisch en kritisch op een niet opdringerige manier: ze stipt ongerijmdheden aan, net als Calvin van Bill Watterson, om ze daarna bij de lezer te laten. Knap, want wat de strip ook laat zien is dat het niet van nu is. Mafalda speelt onmiskenbaar in een andere tijd, op een ander continent en onder andere omstandigheden – in 1966 vond er in Argentinië een militaire staatsgreep plaats en de daaropvolgende dictatuur van Juan Carlos Onganía.

Mafalda is een zesjarige wijsneus die veel verder is dan haar leeftijdsgenootjes, die haar dus vaak niet begrijpen. Ze houdt bijvoorbeeld niet van soep, maar wel van democratie. Ze is rebels op een zowel kinderlijke als veel volwassener manier en dat maakt van de losse strookjes iets bijzonder: niet zelden wordt de lezer op een subtiele dubbelzinnigheid gewezen. Extra grappig zijn haar discussies met vriendjes en vriendinnetjes, onder wie de uitgesproken kapitalist Manolito – welk kind dicht zichzelf zo’n status toe? Je zou kunnen stellen dat alle kinderen vroegrijp zijn en dat Quino dat gegeven gebruikte om kritiek te uiten op de machthebbers. Het zal een rol hebben gespeeld bij de keuze van figuurtjes, maar het blijft vooral vrolijk. Het ligt er niet duimendik bovenop.

Mafalda is vooral niet overtuigd dat de generatie van haar ouders iets voor elkaar krijgt, de zooi waarin ze leven is toch vooral hún schuld. Ze geeft niet om instanties, zoals in een strip waarin ze op een krukje gaat staan en een pleidooi afsteekt voor wereldvrede. Als ze merkt dat niemand luistert, meldt ze droogjes dat de Verenigde Naties, het Vaticaan en het krukje evenveel bestaansrecht hebben om zaken op te lossen. Het maakt van Mafalda een grappige strip, die gezien de historische achtergrond extra interessant is. En toch blijven het vooral strookgrappen die ook nu nog actueel zijn. Wat dat betreft heeft Mafalda gelijk: kinderen kunnen volwassenen altijd de schuld blijven geven.

Stefan Nieuwenhuis

Quino – Mafalda. Vertaald door Frank Wynne. Elsewhere Editions. 120 blz. hardcover. € 24,95.