Column: Herman Stevens – Zwagerman en de ziekte van de zichtbaarheid
Zwagerman en de ziekte van de zichtbaarheid
De vuistdikke biografie van Joost Zwagerman roept opnieuw vragen op hoe het komt dat deze schrijver na een energiek en gedisciplineerd begin zo van het spoor raakte dat hij zich in 2015 van het leven beroofde. Wat zegt zijn ondergang over onze literatuur?
Vanaf het begin was Zwagerman zich sterk bewust van de macht van beelden. We kennen de foto’s van het dichtersgroepje de Maximalen dat zich in de jaren tachtig afzette tegen de vorige generatie dichters. Precies zoals ze op school hadden geleerd. De groepsfoto’s zijn bedoeld om associaties op te roepen met eerdere generaties die geschiedenis hadden gemaakt. De Vijftigers, en daarvoor, de Tachtigers uit de negentiende eeuw.
Het duurde niet lang voor Zwagerman zich losmaakte van de Maximalen. Hij ging solo. Hij belde Sonja Barend persoonlijk op omdat hij graag in haar talkshow over zijn roman Gimmick! wilde praten. Barend was toen de nr 1 tv-host, nog uit de tijd dat er geen commerciële tv was. Je zat bij haar alleen aan tafel, zonder medegasten of sidekicks.
Zwagerman werd de beeldbepalende schrijver van de twee decennia rond de eeuwwisseling omdat hij snel leerde de media te bespelen. Hij kwam graag op tv. Zijn boekpresentaties waren altijd evenementen en hij zat dagen aan de telefoon om te zorgen dat iedereen kwam. Je hoorde collega’s wel mopperen over de manier hoe Zwagerman dit succes afdwong, maar het was geen eenrichtingsverkeer. Zwagerman las het werk van iedereen die hij kende. En hij kende iedereen. En hij zei er wat vriendelijks over. In onze afgunstige literatuur doet niemand dat.
Niemand was zo goed in het assembleren van informatie over literatuur, kunst en de cultuur in het algemeen. Dat maakte hem tot een van de topgasten bij DWDD, waar hij enthousiast vertelde over beeldende kunst. De enige vraag die je had bij die optredens was, waarom? Schrijvers willen zichtbaar zijn en relevant, maar de camera maakt alles tot een wegwerpproduct.
De talkshow is het sterfbed van de literatuur. Uitgevers en het Letterenfonds willen van schrijvers dat ze zichtbaar zijn. Mediageniek. Ze moeten naar het publiek toekomen, want het publiek komt niet uit zichzelf. Alleen: waarom zou je twee jaar werken om een wereld in woorden te scheppen, als je veel meer publiek bereikt in een paar minuten zendtijd?
Het enige wat de kijker overhield aan de programma’s waar boeken omhoog werden gehouden, was de gedachte dat je geen boeken nodig had. Je kon die figuren gewoon op tv zien. Daarom worden er ook al jaren geen boeken meer omhoog gehouden. Het is toch beter als het publiek naar de literatuur toekomt, in plaats van andersom.
Zwagerman was een ster voor de camera, en toch werd hij een slachtoffer van de ziekte van de zichtbaarheid. Vlak voor hij zichzelf van het leven benam tekende hij bij een nieuwe uitgever een contract voor een roman, alleen zou die weer over zelfmoord gaan, net als Zes sterren in 2001. Zes sterren kon nog worden omschreven als een komische roman over zelfmoord, maar in de tussenliggende jaren hadden depressies weinig overgelaten van zijn humor. Suïcide had een bijna religieuze betekenis gekregen voor hem. Het werd een manier om de Schepper af te troeven.
Het is vreemd dat zo’n levendige man als Zwagerman ook een zwaar depressieve helft had. Die helft werd groter naarmate hij meer een BN’er werd. Niet beroemd als schrijver, maar beroemd omdat zijn gezicht op tv kwam. Dat was niet zijn plan, en voor Zwagerman was controle een levensbehoefte. Suïcide is de ultieme vorm van controle.
We zouden schrijvers niet meer moeten vragen zo hard aan hun publieke zichtbaarheid te werken. Het is ook niet meer mogelijk. Er zijn minder podia die schrijvers en dichters uitnodigen en op tv kom je alleen nog als je over voetbal schrijft. De Zwagermanjaren zijn allang voorbij.
Herman Stevens

Geheel eens. Ik heb ook nog nooit goed begrepen waarom auteurs de inhoud van hun boek, waaraan ze vaak jarenlang gewerkt hebben, voor de camera of vanachter een microfoon weg gaan zitten geven. Moet iets te maken hebben met de aandachtscultuur waarin we de laatste jaren beland zijn. Vermoeiend zijn ook die lieden die zich graag laten filmen met hun boekenkast als decor. Persoonlijk heb ik meer waardering voor auteurs die bescheidenheid tonen.
“€45 bij bol”. Boeken worden zo langzaamaan onbetaalbaar.