Wie niet naar dieren kijkt, is erg alleen in deze wereld

In het gehele oeuvre van Daan Remmerts de Vries spelen dieren – zowel exotische als de ons omringende fauna – een markante rol. Zo krijgt de ontwapenende ‘Vos’ de hoofdrol toebedeeld in de gelijknamige serie, vieren Uil en Konijn een heuse trouwpartij in Droomkonijn (2008) en reist de dertienjarige Tijs met zijn moeder naar India om tijgers te spotten (Tijgereiland, 2013).

In Achter de bomen stond een leeuw schrijft Daan Remmerts de Vries in twaalf verhalen, gedateerd van 1972 tot en met 2016, uitgebreid over het ontstaan van die fascinatie voor de natuur en haar bewoners. Zo reizen we met de auteur en diens boezemvriend Ravi richting India om er Aziatische leeuwen te spotten; het tweetal slaagt in zijn opzet, al wordt de situatie wat al te hachelijk wanneer ze een tijdlang door vijf leeuwen omringd en achtervolgd worden. Vanaf het begin valt de sterk beeldende en enthousiasmerende schriftuur van Remmerts de Vries op, met veel oog voor detail. Als lezer word je haast vanzelf deelgenoot van zijn reizen en expedities, bijvoorbeeld naar de Shetlands, in het voetspoor van Albert, de enige albatros in Europa of op speurtocht naar het monster van Loch Ness om naderhand reuzenhaaien waar te nemen voor de kust van het eiland Man. De uitgebreide focus op de typerende couleur locale verleent het boek ontegensprekelijk een extra dimensie:

Vrouwen liepen langs de weg, in felgekleurde sari’s, met kruiken of pakketten op hun hoofd. Soms kwam ons een hoge, beschilderde vrachtwagen tegemoet, een kakelbonte, grommende poppenkast van goden, pauwen en filmsterren.

Die bonte, soms exotische taferelen stelt de auteur niet enkel tekstueel, maar ook visueel voor: het gehele boek is immers ruimschoots voorzien van fraaie kleurenfoto’s. Lang niet al die foto’s zijn overigens haarscherp, maar precies die onvolmaaktheid verleent de beelden een authentiek karakter, waardoor ze naadloos bij de levendige natuurbeschrijvingen aansluiten. De diverse observaties van de plaatselijke fauna herbergen geregeld een onnadrukkelijk pleidooi voor natuurbescherming en wildbeheer, waaruit een grote liefde voor de ons omringende fauna blijkt. Daan Remmerts de Vries overdenkt de ingewikkelde verhouding tussen mens en dier op kritische wijze, wat hij steeds met sprekende voorbeelden lardeert. Tegelijkertijd kan je de auteur moeilijk een verregaande naïviteit verwijten: ja, het is waardevol om tijgers te spotten in India, maar dat gebeurt nog steeds in reservaten die als een soort van ‘eilanden’ fungeren. Bovendien kan de auteur een zeker begrip opbrengen voor ‘arme stropers’ die in hun levensonderhoud moeten voorzien door de tijgerjacht.

Maar Achter de bomen stond een leeuw wil meer zijn dan een kleurrijke verzameling reisverhalen. Zo schrijft Remmerts de vries niet zonder ironie of zelfspot over zijn tijd als lid van het NJN, oftewel de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie. Dat leidde zowaar tot een diep wantrouwen ‘dat ik mijn verdere leven heb gehouden voor verenigingen of voor mensen in groepen.’ Op humoristische wijze durft hij z’n eigen wat ‘decadente’ en betweterige gedrag genadeloos onder de loep te nemen. In het hoge Noorden wordt de auteur dan weer geconfronteerd met een tergende eenzaamheid die wordt versterkt door de miljoenen muggen, het feit dat zijn telelens stukvalt op de keien en het teleurstellende feit dat het gezochte dier – de lynx – zich niet laat zien. En toch weigert Daan Remmerts de Vries deze expeditie als een totale mislukking te zien. Hij leert integendeel te genieten van de dagtochten in dit onherbergzame gebied en beseft dat hij ook zonder camera indrukken kan verzamelen en opslaan. Zo komt hij finaal tot het schrijven, en dat doet wat denken aan de belevenissen van Alfred Issendorf in Nooit meer slapen.

Hier is een nuchter, bijwijlen zakelijk observator aan het woord, die zich sporadisch laat verleiden tot een vurig pleidooi voor aandachtig aanschouwen en de tijd durven nemen om de wonderen van de ons omringende fauna te leren kennen. Zelfs wanneer geduld schier eindeloos op de proef gesteld wordt. Maar ook daarin schuilt poëzie: ‘We weten dat ze hier zijn. Maar ze houden zich verborgen. Ja, daar zit iets sprookjesachtigs in.’ Niet toevallig is het laatste verhaal van deze bundel getiteld ‘Idylle’, wat zowel op de fascinerende ontmoeting met een wilde otter slaat als het geluk dat Daan Remmerts de Vries ervaart op dit afgelegen eiland, waar de elementen vrij spel hebben. Dankzij de trefzekere pen en gelaagde beelden wordt de lezer er onmiskenbaar deelgenoot van.

Daan Remmerts de Vries is ervan overtuigd dat er ‘een wereld lag verscholen áchter alles wat ik zag.’ In die optiek fungeren dieren als een ‘soort boodschappers’ van die wereld en precies dat mysterieuze universum heeft de auteur in deze verhalen gevat. Het vormt alleszins een waardevol en uniek cadeau aan de lezer. Immers, Achter de bomen stond een leeuw is meer dan een encyclopedie of natuurgids; net de verhalende kracht, in combinatie met de persoonlijke kleurenfoto’s – verleent dit natuurboek een extra dimensie.

Jürgen Peeters

Daan Remmerts de Vries – Achter de bomen stond een leeuw. Querido, Amsterdam/Antwerpen. 200 blz. € 18.99.