De hang naar infotainment

Vandaag in het Dagblad van het Noorden een groot artikel met twee foto’s over de Zweedse gehaktballen (küttbullar) die sinds gisteren niet meer verkrijgbaar zijn in de Groningse Ikea. Een speciale verslaggever ging naar de lokale vestiging om poolshoogte te nemen. Waarom? Zo’n 900 kilometer verder, in het Tsjechische Brno, was paardenvlees aangetroffen in de küttbullar.

In zijn pamfletachtige boekje De nieuwsfabriek beschrijft Rob Wijnberg dat journalisten steeds vaker het incident als uitgangspunt nemen voor hun nieuws. Wijnberg was een tijd hoofdredacteur van nrc.next, maar moest eind vorig jaar het veld ruimen toen er een verschil van inzicht rees over de inhoudelijke koers van de krant. In De nieuwsfabriek analyseert hij de huidige manier van informatievoorziening op televisie en in de kranten en geeft hij aanbevelingen voor een nieuwe manier van journalistiek in de toekomst.

Het boek van Wijnberg staat in een lange traditie. Ik herinner me nog Wij amuseren ons kapot van Neil Postman uit 1985 waarin al werd gewaarschuwd voor de amusementswaarde van de informatievoorziening en voor de teloorgang van oude journalistieke waarden. Hij schetste een toekomstbeeld waar we nu midden in zitten. Je kunt natuurlijk denken aan GeenStijl en PowNews die een aaneenschakeling van incidentjes als nieuws brengen waar de onderbuik van Nederland in reaguursels hun eigen meninkjes aan mogen koppelen (Wijnberg looft overigens wel enkele wel nieuwswaardige items bij PowNews, te weinig overigens om van een journalistiek programma te spreken), maar is meedogenlozer voor de praatprogramma’s die wel een journalistieke pretentie hebben, zoals Pauw & Witteman en De Wereld Draait Door.

In nagenoeg elk actualiteitenprogramma op televisie schuift elke dag een dozijn bn’ers aan, die hun rol als opinieleiders uitsluitend te danken hebben aan het feit dat ze bekende mediapersoonlijkheden zijn – iets wat zelfs in het mekka van de infotainment, Amerika, bij lange na niet zo vanzelfsprekend is als hier in Nederland.

Juist in deze programma’s is de journalistieke insteek al lang verdrongen door infotainment. Gisteravond in het programma: Martin Šimek, als deskundige aan tafel omdat hij een groot deel van het jaar in Italië woont en dus kan praten over de Italiaanse verkiezingen. In Italië deed een komiek mee aan de verkiezingen, in Nederland analyseert een oud-tenniscoach, cartoonist en presentator die verkiezingen.

Als je De nieuwsfabriek doorneemt krijg je een deprimerend beeld van de toekomst van de ‘oude’ journalistiek. We zijn zo langzamerhand verandert in een meningencircus. Wijnberg heeft laten uitzoeken hoeveel columns en opinierubrieken in de kranten staan.

Het resultaat deed zelfs mijn ruimste schattingen verbleken: het Algemeen Dagblad heeft maar liefst 83 vaste opinierubrieken in de week, de NRC telt er 82, Trouw komt uit op 65, De Telegraaf 59, nrc.next (de dunste krant) 36 en last but not least de Volkskrant: goed voor 124 columns en opinierubrieken per week (meer dan twintig per dag).

Aan de hand van een paar duidelijke voorbeelden laat Wijnberg zien dat de mening de duiding van het nieuws in de weg zit.

Is er nog hoop? In zijn ideale krant hoopt Wijnberg op een herdefinitie van nieuws: ‘van datgene wat de meeste aandacht trekt naar datgene wat het meeste inzicht biedt.’ Dat kan het beste op internet, volgens Wijnberg. Hij is bezig met zo’n digitaal initiatief. De vraag of je er ook nog aan kunt verdienen blijft onduidelijk, want Wijnberg wil ook alle commercie weren.

Ten slotte: De nieuwsfabriek staat vol met kleine fouten, waarschijnlijk vanwege de haast waarmee het op de markt is gegooid. Ik hoop dat in de tweede druk ‘Chiel Beelen’ en ‘Bram Moscowicz’ hun eigen namen terugkrijgen en Bart Chabot ‘van huis uit cabaretier’ zijn echte beroep. Toch moet dit boek verplichte kost worden op journalistieke opleidingen, al is het alleen maar om weer eens met een kritische blik naar het eigen vak te kijken.

Coen Peppelenbos

Rob Wijnberg – De nieuwsfabriek. De Bezige Bij, Amsterdam. 156 blz. € 15,-