Tussen uw voorstellingen en onze ervaringen rijdt geen trein

De beste romans ontstaan door een enkel gegeven, door een regeltje in een krant bijvoorbeeld. In 1979 werkte journaliste en schrijfster Monika Held (1943) voor de radio in Hessen. Een man wonend in de buurt van Frankfurt had een advertentie geplaatst omdat hij voor zijn vereniging van overlevers van Auschwitz leden, donateurs en onderzoekers zocht. Held stelde de redactie voor een portret van hem te maken.

Ene Hermann Reineck, afkomstig uit Wenen, was in 1942 met een rode driehoek naar Auschwitz getransporteerd met in zijn paspoort de afkorting die, hoe fijn eufemistisch zijn dictatoriale systemen, aangaf dat zijn terugkeer niet gewenst was. Zich zorgen makend hoe je een overlever begroet en wat je eigenlijk kunt vragen, stapte Held over de drempel en werd met koffie en taart begroet. ‘Tast toe, pruimentaart en Auschwitz horen in dit huis bij elkaar.’

held-Nu-de-angst-is-verdwenenReineck begon direct te vertellen, terwijl zijn vrouw Anni de koffie bijschonk. Held was onder de indruk van de verhalen uit eerste hand. Zijn getuigenis die hem door de diepste dalen heen had gesleept. In het kamp sloop hij met doodsverachting naar de zolder van zijn barak om de executies te zien, om de ongekende willekeur in zijn geheugen te etsen. In de jaren zestig bracht zijn getuigenis mede een aantal nazi-kopstukken achter de tralies.

Held was dermate gegrepen dat toen begin jaren tachtig in Polen de staat van beleg werd afgekondigd, zij een vrachtwagen bestuurde met hulpgoederen die Reineck voor zijn kameraden had verzameld. Jarenlang verslond Held alles wat ze maar over Auschwitz onder ogen kon krijgen. Toen ze zich bewust werd van de verslaving aan de horror, sloot zij alle manuscripten, cassettes en boeken in een kast.

Twintig jaar later, een Israëlische vriend van Held had Auschwitz bezocht, besloot ze om van de werkelijkheid, van de waarheid van Reineck, fictie te maken. De tijd kristalliseert een verhaal goed uit. Geduld is in het geval van Nu de angst is verdwenen literair beloond. De ondertitel, Het waargebeurde verhaal van een liefde na Auschwitz, is marketingtechnisch wel te begrijpen maar eigenlijk totaal nodeloos.

Hermann Reineck is het personage Heiner Rosseck geworden, zijn vrouw Anni heet in de roman Lena. Monika Held is de vertelster, maar – bijvoorbeeld in het geval van het wellevende verslag van de tocht naar Polen met hulpgoederen – kruipt zij ook in de huid van Lena, achter het stuur van de vrachtwagen. Op die manier maakt een schrijver zich het verhaal daadwerkelijk eigen. Hier is aan de basisregel voldaan voor goede literatuur. De schrijver liegt zijn eigen waarheid, voegt zaken samen om ‘de boodschap’ kracht bij te zetten, te bekrachtigen ook.

Held begint het verhaal met het nieuwe huis waar de Rossecks zich in 1966 hebben teruggetrokken, in een dorp, vlak bij een bos en een meer. Heiner heeft een zwak hart en voortdurend last van astmatische bronchitis. Lena is beëdigd tolk/vertaalster en Heiner heeft na veel geharrewar een invaliditeitspensioen toegekend gekregen. Zoals in de hele roman schrijft Held heel precies, zonder ook maar een enkele keer kneuterig te worden. Het is duidelijk dat dit verhaal bij haar lang heeft mogen rijpen.

Heiner heeft Lena voor het eerst ontmoet toen hij in de jaren zestig getuige was bij de rechtbank. Zij ving hem op toen hij in de wachtkamer langzaam tegen de muur buiten westen raakte. Kort daarvoor had hij moeten getuigen tegen twee mannen die hem in het kamp dagelijks hadden kunnen doden. Zijn taak was als het ware volbracht. Zijn lichaam had het tot daar aan toe volgehouden. Nu kon het, mocht het, eindelijk ziek zijn. Toen hij zijn ogen opende, bleken die blauw te zijn, precies zoals Lena vroeger op school met tekenen de lucht had gekleurd. Zij besloot voor hem te zorgen.

Held schetst heel subtiel de absurditeiten van een dergelijke rechtszaak, van de methoden van de ondervragers, de rechters en de advocaten. Het is welhaast alsof Heiner in het strafbankje staat. Gelukkig heeft hij een verklaring op papier gezet, een tekst doorspekt met wrange humor die hij jaren later nog ‘als een ballade’ op elk gewenst moment kan voordragen. Een hartverscheurend intense tekst waaruit maar weer eens blijkt dat de normale mensen het gevaarlijkst zijn. Mensen die hun werk goed willen doen, belust op lof en promotie. De frustratie van de getuige:

Edelachtbare heren. U hoort onze verhalen aan. U protocolleert ze. Ze bereiken uw verstand. Ze bereiken uw intellect. Misschien uw verbeelding. Maar toch bent u geen van ons een millimeter nader gekomen dan voor het proces. Tussen uw voorstellingen en onze ervaringen rijdt geen trein.

Held heeft de kampervaringen van Reineck onsentimenteel verwerkt. Het is wellicht wat vreemd om te zeggen, maar ze zijn om van te smullen. De willekeur, de absurditeit. Ook geen aanleiding bleek vaak genoeg een aanleiding om de kogel te krijgen van een SS’er. De verveling moest ergens mee worden gedood. Reineck heeft overleefd omdat hij zich in no-time – in doodsnood leert men uitzonderlijk snel – het typen heeft eigen gemaakt en aan de lopende band doodsakten tikt. Voor de doodsoorzaak heeft hij de keuze uit een zestal verschillende aandoeningen. Gewoon het rijtje af.

Hoe overleef je het overleven en vooral hoe overleeft je omgeving jouw overleven ingebed in een huizenhoog schuldgevoel? De oorlog is voorbij en men wil vergeten, weer lachen. Heiners eerste vrouw Martha kon niet met zijn autoanalyse, zijn ‘zelfmedicatie’ overweg. Heiner moest en zal blijven vertellen. Hij heeft beseft dat hij vriendschap met Auschwitz moest sluiten. Auschwitz als een schaduw die hem overal volgt. (Mooi in dat kader is het verhaal van een van de lotgenoten van Heiner. Iemand met een laag nummer, kampadel dus, die alleen op het terrein van het kamp zelf rust heeft kunnen vinden en daar zelfs na zijn pensionering als gids is blijven wonen, naar tevredenheid zou je kunnen zeggen. Na lezing van deze roman begrijp je het onbegrijpelijke een klein stukje beter.)

Hoeveel verleden kan een mens aan? Is zijn tweede huwelijk met Lena tegen de driehoeksverhouding bestand? Kan zij hem voldoende naderen, of er zich mee verzoenen dat er altijd iets dichterbij hem staat? Die afstand, de wig in de relatie wordt door Held heel indringend beschreven wanneer Lena en Heiner met de vrachtwagen naar het Polen van Solidarnosc vertrekken. Daar ziet ze hoe sterk de band is tussen de voormalige lotgenoten. Lena voelt een bijna peilloze droefenis, zelfs iets van jaloezie.

Nu de angst is verdwenen is niet de zoveelste roman over kampen, Shoah, het naziverleden en de overlevers. Het boek is verademend vrij van clichés en (slachtoffer)sentiment. De ogenschijnlijke eenvoud van het verhaal is wat beklijft. Bovenal is het een indringend portret van waartoe onvoorwaardelijke liefde in staat is. Lena spaart Heiner niet en heelt hem daardoor ten dele. Heiner weet het uiteindelijk op te brengen om zijn verleden niet als dwangmiddel in te zetten. Maar goed, de liefde van Lena en Heiner is, zo blijkt uit het nawoord, niet de liefde van Hermann en Anni. Goed zo, mevrouw Held, u doet uw naam eer aan. Van het werkelijke leven ingebed in fictie leren we het meest.

Guus Bauer

Monika Held – Nu de angst is verdwenen. Vertaald door Jantsje Post, Cossee, Amsterdam. 256 blz. € 19,90.