Het barre, bange oord dat werkelijkheid heet

Sinds de zomer van 2008 woont Ilja Leonard Pfeijffer in Genua. Na een onschuldige opmerking in een kroeg in Leiden, stelde zijn vriendin Gelya een datum vast voor een fietstocht die hen naar Rome zou brengen, zij op een mountainbike, hij op een inderhaast aangeschafte Batavus. Ze haalden Rome, maar bleven op de terugweg steken in Genua, de stad waar hij zich onmiddellijk thuis voelde. Daar schreef hij de terecht met prijzen overladen roman La Superba, over de stad, haar bewoners en zijn eigen leven in een fascinerende mengeling van feit en fictie.

brieven-uit-genua-ilja-leonard-pfeijffer-boekBrieven uit Genua, dat in de jubilerende Privé-domeinreeks verschijnt, is het tegenboek van La Superba.

Je zou kunnen zeggen dat het brievenboek het spiegelbeeld is van de roman, in die zin dat het in hetzelfde decor dezelfde vraagstelling naar de verhouding tussen feit en fictie onderzoekt, maar die beziet van de andere kant. De fictieve Ilja Leonard Pfeijffer die de hoofdpersoon is van La Superba, heeft in de brieven plaatsgemaakt voor het gelijknamige personage in het barre, bange oord dat werkelijkheid heet.

De waarheidsgetrouwe brieven die Pfeijffer schrijft aan zijn inmiddels ex-geliefde Gelya, zijn moeder, zijn uitgever en subsidiegevers lijken in eerste instantie een mythologisering te zijn van zijn eigen bestaan. In zijn brieven, met als hoogtepunt de brieven aan zijn jongere zelf, komt het beeld naar voren van een schrijver die al in zijn jeugd een eigen land creëert met een eigen taal, later Grieks gaat studeren en in de universitaire wereld terechtkomt en van daaruit kan ontsnappen naar de literatuur, waarbij de wereld van de letteren de ultieme vrijheid representeert. Dat gebeurt op een voortdurend opgewekte, verfijnd ironische toon.

Ik moet mijn best doen om geloofwaardig te worden als het personage dat ik van mijzelf heb gemaakt. Dat is geen schrijversdingetje, dat geldt voor alle mensen. Ik ben mij er misschien alleen een beetje meer bewust van.

Om een brief later te schrijven ‘Mijn leven draait sowieso meer om zinnen dan zoenen.’ Ondanks de autobiografische lijn beschouwt Pfeijffer de brieven ook als een roman omdat hij ‘een afgerond verhaal wil vertellen over de ontwikkeling van een persoon’.

Brieven uit Genua is echter meer dan een portret van een schrijver. Het doet af en toe ook denken aan Vila Pouca, de kroniek die Gerrit Komrij over zijn Portugese woonplaats schreef. Zo worden de zeden en gewoonten van de inwoners van Genua mooi beschreven, bijvoorbeeld in een brief over de twee grote rivaliserende voetbalclubs van Genua, waarbij de ene helft van de bevolking feest viert bij een nederlaag van de andere club. En net als Komrij, met wie Pfeijffer het uitstekend kon vinden, houdt de schrijver ook van een fijne roddel. Als alles op waarheid berust, dan zullen sommige mensen het nog wel warm krijgen: collega’s aan de universiteit die vreemdgaan worden met naam en toenaam genoemd, evenals jonge collega-schrijvers die een hoertje bestellen evenals de dichteressen en ex-vriendinnen met wie hij het bed heeft gedeeld. Ik kan me voorstellen dat er zo hier en daar een huwelijkscrisis uitbreekt na verschijning van dit boek.

Je kunt alleen maar zo schrijven over anderen als je genadeloos eerlijk bent over jezelf. En dat is Pfeijffer in dit boek, want hij schrijft ook over zijn eigen angsten, zijn eigen fysieke ongemakken en zijn eigen verslaving. Op het eind van het boek krijgt Pfeijffer een relatie met een Italiaanse na een knipperlichtrelatie met een Nederlandse vrouw. De Italiaanse Stella confronteert hem met zijn drankgebruik.

Op een normale dag zo’n zestien cocktails vanaf vijf uur ’s middags, als ik naar buiten ging voor het aperitief. Soms ook wat wijn bij de lunch of het diner.

De dokter verbiedt hem, tot vreugde van zijn vriendin, om te drinken. En dan volgt er een grote omslag in het boek. Tot dan toe stelde Pfeijffer zijn leven in dienst van de literatuur. ‘Jouw motivatie voor het ware leven is de coherentie van de weerslag ervan op papier.’ Nadat hij de alcohol afzweert, verandert die visie volkomen. Met de ontnuchtering stort ook de zorgvuldig opgebouwde mythologie over zijn eigen schrijverschap in elkaar. De auteur moet kiezen tussen de verliteratuurde versie van zichzelf of de ‘echte’ versie van zichzelf, die hij nog moet ontdekken. En met die paukenslag voor het echte leven eindigt Pfeijffer Brieven uit Genua. De reeks Privé-domein had zich geen betere uitgave in dit jubileumjaar kunnen wensen.

Coen Peppelenbos

Ilja Leonard Pfeijffer – Brieven uit Genua. De Arbeiderspers, Amsterdam. 704 blz. € 21,50 / Privé-domein € 27,50.

Deze recensie verscheen eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 4 maart 2016.