Het is zomer, dus dan moet de krant ook vol en dan verschijnen er dus stukjes in de krant zoals van Rint Sybesma, hoogleraar Chinese taalkunde aan de Universiteit Leiden. Niet om het Chinees af te schaffen aan de universiteit, maar om het Nederlands af te schaffen in, zeg maar, Nederland. Korte samenvatting van het betoog: we groeien er wel overheen. Je hoopt de hele tijd dat het ironie is wat de man schrijft, maar de hoogleraar die zelf ’the syntax of the Sinitic and non-Sinitic languages of China’ als onderzoeksgebied heeft, babbelt zonder wetenschappelijke verwijzing twee kolommen vol. Voor de schrijvers betekent zo’n taalverandering gelukkig een verbreding van het lezersgebied:

De langzame uitfasering van het Nederlands zal snel merkbaar zijn in de literatuur. Schrijvers schrijven hun boeken niet langer in het Nederlands want dat kunnen ze niet meer. Ze schrijven nu gewoon in het Engels, zodat de hele Angelsaksische wereld onze boeken zonder tussenkomst van een vertaler kan lezen.

Dit moet professorale humor zijn.

Aanvulling:
Eerder schreef de professor in Mare:

De literatuur zal een van de eerste slachtoffers zijn. Schrijvers zullen niet meer in het Nederlands schrijven – ze kunnen het niet meer, al zouden ze het willen. Nog een decennium of vijf, zes en het Nederlands heeft in Nederland de positie die het Fries nu in Friesland heeft. Op school een paar halfslachtige uurtjes, en qua literatuur niet veel meer dan poëzie die vrijwel niemand nog kan lezen. Bij sommige winkels (winkels?) kun je nog in het Nederlands terecht, maar verder nergens meer.

(foto: © Dolf Verlinden)