‘Riot girl’ van de schrijvende Amerikaanse elite

Een tijd lang dacht Ariel Levy dat alles mogelijk was. Dat ambitie en doorzettingsvermogen haar alles zouden geven waar ze recht op had. Ze was een jonge journaliste in New York en niet bang om op mensen af te stappen. Toen ze, begin dertig, een baan kreeg bij The New Yorker, had ze de top van de professionele schrijverswereld bereikt. En dat was eigenlijk niet eens zo vreemd. ‘Manhattan eind jaren negentig was glamoureus, hebzuchtig, spijkerhard,’ schrijft ze. Er heerste een ‘ongebreidelde consumptie-ethos’ en Levy bewoog zich schijnbaar moeiteloos door deze keiharde, snelle wereld. ‘Alles leek mogelijk voor iemand met vernuft, geld en doorzettingsvermogen.’ En dus leefde ze het leven dat haar toekwam. Ze had er hard genoeg voor gewerkt, was de gedachte.

Tot de dag dat ze, vijf maanden zwanger, in het vliegtuig naar Mongolië stapt voor een laatste reportage voordat het moederschap haar aan banden zou leggen. In het hotel in Ulaanbaatar krijgt ze een miskraam; aan de andere kant van de oceaan heeft haar partner, Lucy, een terugval en wordt opgenomen in een afkickkliniek voor alcoholisten. Hun huwelijk stort in en tot overmaat van ramp raakt Levy ook nog eens haar huis op Shelter Island kwijt. Haar succesvolle leventje is ontploft. Ze komt erachter dat haar lichaam zich niets aantrekt van de spelregels van ‘vernuft, geld en doorzettingsvermogen’. Of omgedraaid: dat de regels die voor de meeste mensen gelden – namelijk dat je in je leven niet alles kunt krijgen wat je zou willen – ook voor haar gelden. Levy is geschokt. In de 200 pagina’s van De regels gelden niet analyseert Levy de biografische en culturele factoren die leidden tot dit wereldbeeld dat haar, als het ware, zo berooid achterliet.

Het mag duidelijk zijn dat dit het perspectief is van een bevoorrechte New Yorkse vrouw. Levy leefde met een naar binnen gekeerde, narcistische blik die haar recht op geluk geen enkel moment in twijfel trok – een blik die ze echter maar al te graag opbiecht, zonder schaamte. Dit is wat het boek leesbaar maakt – ondanks het feit dat wit privilege de grootste narratieve drijfveer achter dit verhaal is en het gevoel van Who cares? soms net iets te vaak de kop opsteekt, heeft Levy een rauwe, eerlijke stem die zelfreflectie niet uit de weg gaat. Ze plaatst haar eigen sores in bredere maatschappelijke debatten over feminisme, seksualiteit, gender en moederschap. Ze is iemand die schrijft over ‘sterke vrouwen, heftige vrouwen’, en rekent zichzelf ook tot deze categorie. Een soort ‘riot girl’ van de schrijvende Amerikaanse elite.

Verlies vormt de spil van het boek: haar zoon, haar partner, haar huis. Maar meer nog gaat het om het verlies van de illusie van controle: over haar leven, ambities, liefdes; over haar lichaam. De natuur bepaalt, en Levy, nu begin veertig, zal geen biologische kinderen krijgen. Ze zoekt naar iets om zich aan vast te klampen. ‘Dat is niet figuurlijk bedoeld. Mijn verdriet weegt zo zwaar dat ik me er vaak door verpletterd voel.’ Waar ze ooit dacht dat moederschap gelijkstond met het opgeven van zelfexpressie, de hoofdrol in je eigen leven, moet ze nu leren leven zonder kind. Het robuuste zelfvertrouwen is weg. ‘Het leven, dat zo netjes afgebakend lijkende geploeter, bleek juist veranderlijk en broos.’

Deze desillusie, aldus Levy, komt voort uit het succesverhaal van vrouwelijke rebellie uit de jaren zeventig. ‘Vrouwen van mijn generatie kregen dankzij het feminisme de macht over ons handelen in de schoot geworpen: de overtuiging dat we zelf mochten uitmaken hoe we ons leven wilden leiden en wat er van ons zou worden.’ Deze overtuiging leeft des te meer onder vrouwen die de wereld actief vormgeven door middel van het schrijverschap:

Wij schrijvende journalisten zijn extra ontvankelijk voor die visie omdat we gewend zijn geraakt aan de macht van het auteurschap. (Zelfs als je non-fictie schrijft bepaal jij nog steeds hoe het verhaal zich ontwikkelt.) Het leven voegde zich keurig naar mijn verhaal.

En toen dit niet meer het geval was, toen het leven niet langer de spelregels volgde en Levy alles kwijtraakte, was er nog wel één ding: haar schrijverschap. Het werd haar redmiddel, het belangrijkste onderdeel van haar identiteit. Op het moment dat het leven niet langer deed wat zij wilde, werd het schrijverschap haar anker.

Schrijven kan Levy, zonder twijfel. De kunst van het literaire profiel, de diepgravende journalistieke portretten die ze voor The New Yorker maakte, past ze nu toe op zichzelf. De scene van haar miskraam – of vroeggeboorte; ‘Hij lééfde!’, schrijft ze – is huiveringwekkend goed, en ook haar reflecties over rouw zijn ontdaan van ieder zweempje uiterlijke schijn.

Rouw is een andere wereld. Net als in de vleselijke wereld telt de rede er niet. Rationeel wist ik dat het mensje dat ik had verloren niet helemaal af was, dat hij de belofte van een mens inhield. Maar zonder hem was ik kapot van verdriet. Als ik mijn kind niet terug kon krijgen zou niets ooit nog goed komen. De bitter koude winter zou eeuwig blijven duren.

Passages als deze, en de maatschappelijke innesteling van thema’s als ambitie, verlies en moederschap (niet bij iedereen zo nauw verweven als bij Levy), zorgen ervoor dat je ondanks alle bedenkingen het boek niet kan wegleggen.

De regels gelden niet is het verhaal van een bevoorrechte witte vrouw die erachter komt dat in het leven niet alles gaat zoals ze had gewild. Haar snelle leventje en prestigieuze baan verlenen dit boek een raar soort voyeurisme – zou het ook zo’n bestseller zijn geweest als dit boek niet door een journaliste van The New Yorker was geschreven? –, maar haar schrijverschap redt haar werk en dus haar verhaal. Haar verlies krijgt vorm door de narratieve structuur waarin ze het giet; haar rauwe verdriet en Levy’s zelf- en maatschappijkritische blik zijn de moeite waard. Een herinnering – als we die al nodig hadden – aan het genadeloze karakter van het leven en de kracht van de taal.

Ilse Josepha Lazaroms

Ariel Levy – De regels gelden niet. Vertaald door Leen Van Den Broucke. Amsterdam/Antwerpen, Atlas Contact. 208 blz.
€ 19,99.