‘Ed?’ ‘Ja?’ ‘Flikker op, oké?’

De roman De boodschapper gaat over een kansloze taxichauffeur, een stinkende hond, een Australisch stadje waarin grotendeels paupers wonen en vier vrienden inclusief hun eigenaardigheden. Aan de hand van een kaartspel worden deze ingrediënten samengevoegd tot een zeer vlot leesbaar verhaal vol met eigenaardige actie, die terecht is genomineerd voor de Dioraphte Jongerenliteratuur Prijs.

Ed Kennedy is de negentienjarige hoofdpersoon. Hij leidt een miserabel leven en is hopeloos verliefd op een vriendin, Audrey, en in iets mindere mate op zijn koffiedrinkende hond, de Portier. Meestal verliest hij van zijn vrienden met kaarten en zijn moeder ziet hem liever gaan dan komen: (Ed belt zijn moeder en vraagt of hij haar nog ergens mee kan helpen:

‘Ed?’
‘Ja?’
‘Flikker op, oké?’

Daarna hangt ze op).

Op de eerste pagina raakt Ed al verzeilt in een bankoverval. Hij blijft er koel onder en ondanks dat hij in de stad meer als een mietje wordt gezien dan als een held, overmeestert hij de overvaller. Alle pers in het stadje stort zich bovenop Ed en even staat hij in het middelpunt van de belangstelling. Als de rust na een aantal dagen is teruggekeerd begint zijn avontuur: hij ontvangt een speelkaart, de ruitenaas, met drie adressen op. Op alle drie de adressen treft hij bizarre situaties. Hij is getuige van een verkrachting, ontmoet een vrouw die wegebt in eenzaamheid en hij treft een meisje die iedere hardloopwedstrijd als tweede eindigt. Ed wordt door de geheime boodschapper en zijn handlangers Daryl en Keith hardhandig gedwongen om zich in de gebeurtenissen te mengen.

Vanaf dan ontvangt hij ook de andere kaarten, allemaal met nieuwe boodschappen en per kaart een ander thema: bescherm de ruiten, overleef de klaveren, graaf diep met de schoppen en voel de harten. Ed voert de opdrachten uit en gelukkig voor hem zijn op de achtergrond altijd zijn drie vrienden aanwezig, waar hij zo vaak als hij kan mee kaart. Marv, Ritchie en Audrey (en de Portier) lijken de enige stabiele factoren in zijn leven. Totdat zij ook op de kaarten worden genoemd zodat Ed gedwongen wordt om achter de geheimen van zijn vrienden aan te gaan. De vraag die steeds terugkeert is: wie is de boodschapper die Ed aanstuurt en wat zijn zijn motieven?

In een gemakkelijk leesbare stijl met veel korte zinnen en veel dialoog vertelt Zusak het verhaal. Vanaf de eerste pagina spat het hoge tempo er al af:

De overvaller is kansloos.
Dat weet hij.
Dat weet ik.
Dat weet de hele bank.
Dat weet zelfs mijn beste vriend Marvin, die nog kanslozer is dan de overvaller.

Zo gaat het door tot het einde, maar het stoort niet. De korte zinnen onder elkaar en dialogen worden afgewisseld met vertellertekst, waardoor de verhouding zeker goed gedoseerd is. Af en toe word je bij je kladden gepakt en meegesleurd door het verhaal, en het volgende moment krijg je een kijkje in het hoofd van Ed, die zijn gedachten over de liefde laat gaan, over de maatschappij waarin hij leeft, intellectuele uitdagingen, seks en ook over literatuur. Al zijn ideeën komen in een spannend slot samen, waarin duidelijk wie de boodschapper is en waarom het juist Ed is die als uitverkorene de taken uitvoert.

Jan-Willem Dijk

Markus Zusak – De boodschapper. Vertaald door Eefje Bosch. The House of Books, Amsterdam. 352 blz. € 17,95.