‘Nu zou ik het er drie keer dikker bovenop leggen dat de interpretatie eigenlijk over mij gaat. Het staat er, klaar en duidelijk, maar mensen willen dat blijkbaar niet zien. Rellen is makkelijker.’

In Trouw blikt Maaike Meijer nog eenmaal terug op de vete die ontstond naar aanleiding van Meijers dissertatie uit 1988: De lust tot lezen. In de de debuutbundel Voor wie ik liefheb wil ik heten van Neeltje Maria Min las Meijer tussen de regels door een verborgen incestverhaal. Min heeft lang last gehad van die lezing door Meijer en was woedend op haar. In een interview met De Groene Amsterdammer van 21 juli 2001 zegt ze nog:

Als ik haar nog eens tegen kom, kan ze een mep krijgen, die heeft ze nog te goed. Al die andere dingen helpen niet.

Tegen interviewster Elma Drayer vertelt Meijer dat ze het het heel erg vindt dat Min nog steeds zo boos is.

‘De enige manier waarop deze affaire kan eindigen,’zegt ze, ‘ is dat iemand een interpretatie voorstelt van Mins poëzie die net zo sluitend is als de mijne.’

Meijer concludeert dat dat vooralsnog niet gebeurd is.

(foto: Jan Glas)