Diepvriesfrikadellen en Dusty Springfield

De shortlist heeft hij niet gehaald maar de Publieksprijs van de Dioraphte Jongerenliteratuur Prijs kan Prikkeldraad van Derk Visser nog wel krijgen. En die doelgroep zal zijn laatste boek vast waarderen: net als zijn eerdere jeugdboeken Patatje oorlog en Landjepik is Prikkeldraad een rauw verhaal zonder opsmuk over pubers die voor de nodige dagelijkse problemen komen te staan. Dat klinkt als een vervelend probleemboek maar die valkuil loopt Visser niet in: larmoyant wordt het nergens. Zijn personages zijn er te monter en te grofgebekt voor.

Tijdens het lezen vroeg ik mij af hoeveel Nederlandse romans zich afspelen in een achterstandsbuurt. Zo’n buurt met vervallen werderopbouwhuizen, rondslingerend huisvuil, verschoten buurtkroegen en buurtsupermarkten, waar meiden rondhangen die Roxanne en Jennifer heten, allochtonen op straat barbecueën, iedereen rookt en blikjes bier drinkt en opgeschoten gasten aan verroeste auto’s sleutelen. Het is het decor waarin Prikkeldraad zich afspeelt en waar de vijftienjarige Chelsea – ook al zo’n typerende naam –  zich staande probeert te houden.

In de eerste scène verzamelt Chelsea de standaardmaaltijd van het licht ontvlambare gezin: diepvriesfrikadellen, diepvriespatat en drie sixpacks bier. Bij de kassa blijkt ze niet genoeg geld te hebben. De toon is meteen gezet. Chelseas ouders hadden ooit een goedlopende kroeg maar zijn failliet. Chelsea vindt dat ze een rookruimte moeten installeren, dan komen de klanten wel weer terug. Met haar oudere zus Jewel, die de gymleraar een oplawaai heeft gegeven omdat hij aan haar kont zat, ruziet ze over make up. Haar vader drinkt elke dag te veel bier. Op een avond vol gekibbel wil Chelsea het huis uit lopen en probeert hij haar tegen te houden bovenaan de portiektrap: ‘Ik pak de trapleuning vast. Voor mij langs stuitert hij naar beneden. Hij wordt opgevangen door de vuilniszakken en slaat met zijn hoofd tegen een stuk beton dat daar ligt. Ik hoor een korte krak. Alsof er een tak breekt’.

Het blijft niet bij een failliete vader in coma. Jewel wordt opgepakt. En als Jewels vriendje eindelijk toch interesse in Chelsea blijkt te hebben, verkracht hij haar op de keukentafel. Het gebeurt voordat ze er erg in heeft. “‘Je bent echt beter dan je zus”, zegt hij.’ ’s Avonds kan ze het niet kwijt bij haar moeder en als haar zus thuiskomt met een boete, is de zoveelste ruzie geboren. Chelsea vlucht het huis uit. Als ze op een brug over de reling naar het water staat te staren, rijdt Mickey Dielemans langs in zijn oude Opel Astra. Mickey Dielemans, die haar vroeger ‘prikkeldraad’ gaf, zodat de striemen uren in je polsen blijven staan en die nu een eigen opnamestudiootje heeft en meisjes spot met een mooie stem. Ze blijft een paar dagen bij hem want hij ziet een Dusty Springfield in haar: ‘Ze heeft veel meegemaakt, dat hoor je aan haar stem. Net als bij jou. Hees en gebroken’.

Prikkeldraad is op een onnadrukkelijke manier literair. Visser is een meester in het adagium ‘show, don’t tell’ en bouwt zijn verhaal bijna louter op uit dialogen en actie. Emoties blijken uit bewegingen, worden niet benoemd en de sprekende details  zijn talrijk. Dat maakt zijn personages levensecht. Dwars en aandoenlijk. Alsof je naar een documentaire kijkt. Maar Mickey Dielemans kan dromen. Ik zal niet snel vergeten hoe hij en Chelsea met respect voor elkaar de mist ingaan maar desondanks naar elkaar toegroeien.

Martijn Nicolaas

Derk Visser – Prikkeldraad. Gottmer, Haarlem. 208 blz. € 13,95