Onderwijsdrift

De relatie tussen een leerling en zijn meester is al vaak beschreven in beroemde romans als Don Quichot, Jacques le fataliste en The life and opinions of Tristram Shandy. Voor een schrijfster als Olivia Fane is deze constructie een zegen. Zij heeft duidelijk een sterke behoefte om te onderwijzen en kan talloze citaten en theorieën in het verhaal kwijt. Immers de leerling krijgt les van de meester. In Uit liefde voor Josiah van Olivia Fane voel je je als lezer soms het slachtoffer van deze onderwijsdrift, maar is er gelukkig ook nog plaats voor het verhaal zelf.

Nadat Eve zich vrijwillig heeft geprostitueerd om geld te doneren aan de kerk, wordt ze opgenomen in een kliniek. De psychiater die haar onderzoekt, ziet in haar een bijzonder onderzoeksproject, namelijk een vrouw die de normen van haar ouders nooit heeft geïnternaliseerd. Ze ontmoet een stomme tuinman met wie ze een zoon krijgt, Josiah. Zijn ouders houden misschien wel van Josiah, maar zijn moeder kan nauwelijks de aandacht opbrengen om hem melk te geven. Zijn vader is op zijn zachtst gezegd wat onhandig met kinderen – hij laat de jongen bijvoorbeeld op een composthoop liggen. De hulpverleners vertrouwen de gezinssituatie niet meer en plaatsen Josiah uit huis.

Josiah belandt via talloze pleeggezinnen in een kindertehuis waar hij wordt gepest en buitengesloten. Dan komt hij een docent Latijn tegen die hem als een vader helpt en hem latijn leert lezen. Ze lezen met name filosofische teksten over de liefde, de verhouding tussen lichaam en geest en over onthouding versus begeerte. En natuurlijk krijgen ze een relatie. Samen gaan ze naar Toscane waar ze een maand in een afgelegen kapel in een krap bedje slapen, naakt zwemmen en af toe de bus naar Siena nemen. Na de vakantie wordt de leraar gearresteerd (Josiah is minderjarig en had gelogen over toestemming van het kindertehuis). Josiah is ontroostbaar maar uiteindelijk komt hij weer een nieuwe hulpverlener tegen op wie hij ook verliefd wordt.

Het eerste deel van de roman kent veel clichés (zinnen als: ‘zo stijf als een plank’). Citaten en theorieën over de liefde vragen te veel aandacht. De kracht van het verhaal ligt in de beschrijving van de eenzame, naar liefde hunkerende moeder en zoon die bij de verkeerde personen, bij hulpverleners zoeken naar geborgenheid en acceptatie. Fane slaat de plank echter mis. In een goede roman worden geen abstracte beschrijvingen gegeven die voor grote groepen mensen gelden. Juist de beschrijving van een individu geeft het verhaal een universele betekenis. Dus geen psychiatrische (DSM) etiketten en geen morele oordelen, maar een beeldende beschrijving van het gedrag en gedachten die laat zien dat een mens altijd anders of meer is. Fane probeert te laten zien dat de moeder van Josiah misschien veel kenmerken van een persoonlijkheidsstoornis vertoont, maar dat dat niet alles zegt over wie zij is. Toch wordt ze geen levend persoon.

Een roman moet meer zijn dan een raamvertelling voor een filosofische traditie, anders wordt het een plaatje bij het praatje. De vaart waarmee het verhaal wordt verteld, verraadt wel een verteltalent, maar dat Josiah niet begrijpt wat hij voelt en dat zijn verlangens voor hemzelf ondoorgrondelijk zijn, was zonder de Latijnse citaten veel scherper zichtbaar geworden.

Rieuwert Krol

Olivia Fane – Uit liefde voor Josiah. Nieuw Amsterdam, Amsterdam. 318 blz. € 19,95.