Zo los je zinloos geweld op

En weer wordt er een onschuldige, goed bedoelende burger doodgetrapt. Weer roept het hele land dat het ‘zo niet langer kan’, dat er ‘iets moet veranderen’, dat ‘alles’ in het werk gesteld moet worden opdat die onfortuinlijke op dat schrale voetbalveld in Nieuw Nederland niet voor niets de hemel ingetrapt is.

Mij valt op dat deze reacties erg veel op elkaar lijken – zo veel dat je er bijna naar verlangt dat iemand zegt dat die grenswachter zijn verdiende loon kreeg – en dat geldt ook voor wat moet doorgaan voor oplossingen om de zinloze terreur die sommige burgers bij tijd en wijle transformeert tot bloeddorstige weerwolven een halt toe te roepen.

Ik zeg bewust ‘wat voor oplossingen moet doorgaan’, want veel maatregelen die de ether ingegooid worden en die als doel hebben om een eind te maken aan dit geweld – waar ook agressie tegen politie, hulpverleners, ambulance-medewerkers onder valt – zijn flutmaatregelen die door geen mens serieus genomen worden, laat staan door toekomstige herrieschoppers.

‘Ouders moeten hun kroost opvoeden en clubs moeten hun verantwoordelijkheden nemen,’ blaat geitface Rutte als hem een microfoon onder de neus gedrukt wordt, en Niersbach, de president van de Duitse voetbalbond, stelt: ‘Scheidsrechters en grensrechters verdienen de hoogste waardering en erkenning. […]’

Populistisch blond laat weten dat het om een Marokanenprobleem zou gaan, waarmee hij lijkt aan te geven dat een massaal wegsturen van nieuwe Nederlanders het probleem dan wel niet de de wereld uithelpt, maar zeker wel ons land. Voor de zoveelste keer klinkt de roep om hogere straffen en voor de zoveelste keer wordt er een stille tocht georganiseerd.

        De oplossingen die aangedragen worden – ongetwijfeld goed bedoeld en ontsproten aan oprechte verontwaardiging – zijn niet meer dan de bestrijding van een symptoom van een probleem dat veel dieper ligt.

        Al dat kortlonterige gedrag en die gelegenheidsagressie zijn namelijk niet zo maar uit de lucht komen vallen, ze zijn het resultaat van een geleidelijke verwaarlozing van het vermogen om zich in te kunnen leven in de belevingswereld van anderen. Als we een dader zoeken voor deze verwaarlozing, dan kom je al gauw uit bij de ontlezing. En in het verlengde van ontlezing ligt de teloorgang van het literatuuronderwijs.

        Ja, zo eenvoudig ligt het: zorg ervoor dat literatuur als hoofdvak op alle scholen onderwezen wordt, en begin er zo vroeg mogelijk mee. Leer kinderen hoe je een boek interpreteert, hoe de karakters zich ontwikkelen – of hoe de karakters niet niet ontwikkelen – en je zult zien dat de behoefte om af en toe een grensrechter of een ambulancemedewerker naar het hiernamaals te schoppen aanzienlijk afneemt.

        Boeken, in het bijzonder romans, leveren behalve geduld en relativeringsvermogen, ook mensenkennis op. Ongemerkt ga je je eigen ik minder belangrijk vinden en kun je jezelf gemakke- lijker verplaatsen in de motieven van je medemens, of dat nu je eigenwijze oma is, een hulpverlener die zijn werk niet goed lijkt te doen of een grensrechter met een visie waarin je niets van jezelf herkent.

        Natuurlijk beleeft eenieder het lezen van een boek op een andere manier, en het spreekt vanzelf dat je niet precies kunt aantonen welk boek of welk gedicht wat voor invloed gehad heeft, maar dat kun je ook niet zeggen over het voedsel dat je tot je neemt.

        Niemand herinnert zich wat hij of zij zes jaar en 67 dagen geleden gegeten heeft, of op 28 september 1989 of op 1 juni dit jaar, maar je lichaam heeft al dat voedsel wel nodig gehad om zich te ontwikkelen tot wat het vandaag is. De geest werkt net zo.

        Alle boeken die je leest bouwen een fundament waarop je persoonlijkheid zich ontwikkelt, ze maken je completer als mens en rusten je uit om in de maatschappij te kunnen functioneren.

        Iemand die zich in leven houdt met junkfood krijgt op een dag te maken met lichamelijke gebreken en iemand die zijn geest voedt met oppervlakkig vermaak als het sturen van nietszeggende berichtjes op internet en het volgen van inhoudsloos tv-amusement, zit zijn eigen ontwikkeling in de weg. Zijn herseninhoud vernieuwt zich niet en zal tenslotte verschalen, als stilstaand water in een vijver of een afgesloten rivierarm.

        Of literatuuronderwijs ook echt zinloos geweld in kan dammen kan ik niet garanderen. Maar het is het proberen waard.

Aristide von Bienefeldt