Zeventiende hoofdstuk

Hoe Hieronimus met laarzen en sporen in de schoot van zijn familie is teruggekeerd.

019

  1. Eens op een dag na het middageten

    Toen vader Jobs, in zijn armstoel gezeten

    Met zijn pijpje (zoals zijn gewoonte was)

    De politieke beschouwingen las,

  2. Terwijl in de keuken, zo te horen,

    Moeder Jobs de rust was aan het verstoren

    En zojuist iets op orde had gebracht

    En niemand op wat dan ook was verdacht,

  3. Kwam een trotse ruiter met rasse schreden

    En hoefgeklepper de straat af gereden,

    En even later hoorden ze pal

    Voor de voordeur karwatsgeknal.

  4. Bij het horen van die vreeswekkende knallen

    Liet Jobs de krant uit zijn handen vallen,

    Terwijl zijn pijp er haast de brui aan gaf

    En moeder Jobs viel stil als het graf.

  5. De man in reiskledij die door een actie

    Die volgde op deze paniekreactie

    De zaak een geheel nieuwe wending gaf,

    Trad binnen, nadat hij gestapt was af.

  6. Toch was er van herkenning geen sprake,

    Daar hij zich nog niet bekend wou maken,

    Totdat zijn vader opeens en op slag

    In hem zijn lieve Hieronimus zag.

  7. Het ontbreekt me aan alle nodige dingen

    De enorme vreugde te bezingen

    Die de senator heeft overmand,

    Zodat hij haast twijfelde aan zijn verstand.

  8. Ook zijn moeder was echt ondersteboven

    En kon haar ogen niet geloven,

    Toen ze stokstijf en met open mond

    Zag dat Hieronimus voor haar stond.

  9. Vervolgens kwamen natuurlijk niet minder

    Senator Jobs zijn andere kinder-

    en gezamenlijk aangerend,

    Maar niemand die hem nog heeft herkend.

  10. Het was een amusant genoegen

    Te zien hoe die kinderen zich gedroegen:

    De een hield hem voor een generaal

    Die was gekomen van ver helemaal,

  11. De ander hield hem, vooral vanwege

    Zijn woeste kleren en zijn degen,

    Voor een rover op kindervangst,

    De kleintjes waren daarvoor het bangst.

  12. Maar erg leuk ging het toe met Liguster,

    Hieronimus’ allerjongste zuster,

    Want die hield hem nog heel lang hierna

    Voor een verre oom uit Sint Nicolaasga.

  13. Die drie jaren van zijn versjoemelde leven

    Stonden hem in het gezicht geschreven;

    Met zijn forse baard en dikke pens

    Was hij geworden een heel ander mens,

  14. Ik denk dat het vanzelf zal spreken,

    Dat hij eerst met argwaan werd bekeken,

    Temeer omdat ook zijn aankleding niet

    Zijn ware identiteit verried.

  15. Een zeer grote hoed waar een veer op prijkte,

    Een legercape die tot zijn middel reikte,

    En een leren vest en dito gele broek

    Zorgden voor een totaal nieuwe look.

  16. Zo ook (om zich veilig te kunnen bewegen)

    Een voor steken en houwen geschikte degen

    Met een scherpe punt en een brede kling,

    Een machtig en uiterst gevaarlijk ding,

  17. Dan zijn frons die iedereen imponeerde

    En die dood en verwondingen suggereerde;

    Het haar hing wild vanuit zijn hoed,

    En in zijn nek lag een vette knoet.

  18. Deze kledingstukken met toebehoren

    Konden vader Jobs maar matig bekoren,

    Want een pak in stemmig zwart

    Was meer iets naar zijn vaderlijk hart.

  19. Maar ook over Hieronimus’ hele optreden

    Was de senator niet erg tevreden,

    Want na elk woord gebeurde ’t

    Dat ie ‘goddomme’ zei of ‘kut’.

  20. Dus moest vader Jobs hem nadrukkelijk vragen

    Zich van nu af aan anders te gedragen,

    Omdat hij als aanstaand theoloog

    Zich op het verkeerde terrein bewoog.

  21. Toen daarop de senator informeerde

    Waar hij zijn koffer had, beweerde

    Hieronimus hoog en heilig dat

    Een dief hem die zojuist ontstolen had.

  22. Het bericht dat hij zijn koffer had verloren

    Klonk zijn vader onaangenaam in de oren;

    Die werd er behoorlijk knorrig door,

    Als de moeder hem niet geweest was voor.

  23. Zij bracht hem bij voorbaat tot bedaren

    Door het voorval tot domme pech te verklaren

    Waaraan hun zoon toch niets kon doen,

    Dus hield hij verder maar zijn fatsoen.

  24. Ondertussen leidde de thuiskomst-story

    Ook elders in het stadje tot euforie,

    Het gerucht ging bij ieder huisgezin

    De ene deur uit en de andere in.

  25. Die dag verliep trouwens ten huize

    Van vader Jobs op vreedzame wijze

    En zonder wrevel over en weer,

    Want over de koffer sprak men niet meer.

  26. Hieronimus genoot van een rijke dis en

    Herstelde snel van zijn vermoeienissen

    En verrookte vervolgens met gemak

    Zijn vaders volle buidel tabak.