Faces in the crowd

In 2012 baarde Valeria Luiselli al opzien met haar essaybundel Valse papieren, nu komt de in New York woonachtige Mexicaanse met een indrukwekkend romandebuut: De gewichtlozen. Met een complexe verhaalstructuur volgt ze enerzijds Latijns-Amerikaanse literatuuropvattingen van de zestiger jaren, anderzijds heeft ze een volkomen eigen stemgeluid. De titel refereert aan de gewichtloosheid van fictieve personages, maar ook aan die van figuren of ‘spoken’ uit een andere tijd of plaats, die plots kunnen opduiken.

De gewichtlozen (2)Het verhaal kan omschreven worden als een uitgebreide versie van een anekdote rond Ezra Pound. De Amerikaanse dichter zag op een dag het gezicht van zijn pas overleden vriend Henri Gaudier-Brzeska in de menigte op het metrostation en schreef er een gedicht over, genaamd ‘In a Station of the Metro’: The apparition of these faces in the crowd; / Petals on a wet, black bough. Luiselli pakt deze ervaring van een levensechte aanwezigheid van een afwezige op. Een anonieme vrouwelijke verteller vertelt over de tijd dat ze in New York woonde en redactrice en vertaler was bij een uitgeverij die werk publiceerde van waardevolle Latijns-Amerikaanse schrijvers. Ze verdiepte zich in de Mexicaanse dichter Gilberto Owen (1904-1952), waardoor zijn ‘spook’ een groeiende rol begon te spelen in haar leven en steeds meer samen begint te vallen met haarzelf. In het tweede deel van de roman treedt Owen ook op als verteller en worden fragmenten waarin hij vertelt over zijn verleden in New York afgewisseld met stukjes waarin de vrouwelijke vertelster aan het woord is. De stem van Owen neemt steeds meer ruimte in.

De gewichtlozen is geschreven in een vrij sobere, mooie stijl die veel rake beelden oproept: ‘Wie zich bezighoudt met het schrijven van romans, houdt zich bezig met het dubbelvouwen van de tijd.’ Ook is de roman heel interessant vanwege de structuur en het taalgebruik, die het plot tot leven brengen voor de lezer. De korte fragmentjes spelen zich af in verschillende tijden en ruimtes. Zowel de vrouwelijke vertelster als Owen vertellen over hun verleden in New York, maar ook tonen ze hun bespiegelingen in het heden. Door de ‘verknipte’ structuur wordt er voor de lezer veel ruimte gecreëerd om te interpreteren. De vertelster zelf beschrijft de structuur als volgt:

Ik ben op zoek naar een structuur die vol zit met gaten, zodat het altijd mogelijk is een plekje op de pagina te vinden, de pagina te bewonen. Nooit moet ik er meer in plaatsen dan noodzakelijk is, hem nooit volproppen, helemaal inrichten of optooien. Ik moet deuren en ramen opengooien. Muren opwerpen maar ook weer afbreken.

Metafictie van deze orde treedt constant op de voorgrond en komt ook terug in alles wat om de vertelster heen gebeurt terwijl ze aan het schrijven is. Haar kinderen eisen haar aandacht op en werpen op hun eigen manier een nieuw perspectief op het vertelde. Haar echtgenoot op zijn beurt ergert zich aan hetgeen geschreven staat en breekt in met kritische vragen over fictie en realiteit.

Door beelden, woorden en zinsneden uit de levens van de vertellers her en der subtiel te herhalen trekt Luiselli lijntjes tussen verschillende verhaallijnen en personages, waardoor er door de lezer te duiden verbanden ontstaan. Ook lijkt het spook van Gilberto Owen hierdoor dikwijls op te duiken in de gedaanten van anderen die trekjes van hem hebben. Het spook wordt gedurende het verhaal steeds duidelijker, terwijl de andere personages van de roman hun vastomlijndheid verliezen: ook zij worden spookachtig.

Met haar vertelstructuur en taalgebruik weet Luiselli eenzelfde ervaring op te roepen als Pound met zijn gedicht ‘In a Station of the Metro’. In haar debuutroman speelt ze met de mogelijkheden en de schoonheid van literatuur. Dit boek is absoluut het lezen en herlezen waard.

Mathilde van Ommen

Valeria Luiselli – De gewichtlozen. Vertaald door Merijn Verhulst. Karaat, Amsterdam. 192 blz. € 17,95.