Daten vanachter een façade

De plot van Stephan Enters nieuwste roman Compassie laat zich in enkele zinnen samenvatten. Geen dubbele cliffhanger dit keer, maar een rechtlijnig verslag van een romance bekeken vanuit het mannelijke oogpunt.

Compassie EnterFrank van Luijn is rond de veertig, maar leeft zijn leven naar eigen zeggen nog altijd alsof hij een verlengstuk aan zijn studententijd heeft willen breien. De protagonist is volstrekt tevreden met zichzelf, behoorlijk blasé zelfs: ‘De laatste tijd ben ik in gezelschap zwijgzaam, omdat ik me steeds vaker verveel en anderen onontwikkeld en saai vind,’ zo laat hij zich ontvallen. Voorheen fladderde hij al van de ene relatie naar de andere, zonder zich overigens ooit werkelijk te hebben gecommitteerd aan iemand, maar nu hij het fenomeen internetdaten – ‘de grote snoeppot’ – heeft leren kennen, is hij werkelijk los en onderhoudt hij contacten met meerdere vrouwen tegelijk.

Al gauw speelt Frank met het idee zijn profiel op de datingsite weer te verwijderen, want ook de vrouwen die hij opduikelt op dit speciaal voor hoogopgeleiden opgerichte platform vervelen hem snel of kunnen niet aan zijn standaard voldoen. Maar als hij de voorraad vrouwen nog één laatste keer inventariseert raakt hij – als een personage in een romantische filmkomedie of een stuiverromannetje – volkomen geïntrigeerd door de ogen van de half Duitse academica Jessica. Hij ontwaart nog net geen peilloze diepten, maar meent wel een ‘intens verlangen om te leven, om het volste uit het leven te halen, te leven zonder reserves’ in de blik te ontdekken. ‘En nog iets, iets wat ik niet kan benoemen.’

De twee spreken meerdere keren af en worden verliefd. ‘Hoe lang is dit alweer geleden – dat ik me nog eens zo, zo echt en zo tintelend levend, heb gevoeld? Want ja, ik lééf. En hoe kan het dat ik zo lang al niet meer echt heb geleefd, en dat niet heb gemerkt?’ Eindelijk, zo meent Frank, lijkt hij zich eens écht voor iemand open te kunnen stellen.

De lezer moet zich inspannen om mee te kunnen gaan in zoveel zoetsappige euforie, omdat de interactie tussen Frank en Jessica hun vermeende zielsverwantschap slechts zeer sporadisch op een geloofwaardige wijze illustreert. Van interessante dialogen is geen sprake – de communicatie tussen beiden lijkt zelfs nadrukkelijk buiten beeld gehouden te worden door de ik-verteller. En dat terwijl hun relatie, sinds het moment dat Jessica haar kleren uittrok en Frank enorm afknapte op haar blootshuidse verschijning, juist zou steunen op hun geestelijke connectie.

Maar dat is allicht precies wat de schrijver met zijn roman beoogd heeft. Enter laat in Compassie zien dat de premature droomvoorstellingen die op de persoon achter de Parship-façade geprojecteerd worden, ervoor zorgen dat de werkelijke gedragingen in een vertekenend licht komen te staan. Doet het psychologiseren van een vakantiefoto Frank over het hoofd zien dat hij misschien simpelweg een wankelmoedige en van ironie doortrokken hipster voor zich heeft? En kan Jessica zich misschien vergist hebben in Franks van elitarisme bolstaande datingprofiel?

Enter nodigt de lezer zodoende constant uit om zijn ideeën over de identiteit van de protagonist en zijn geliefde, en de mate van sympathie of compassie die zij verdienen, bij te stellen. Hoe ridderlijk/verwerpelijk is het uiteindelijk van Frank dat hij uit mededogen – omdat hij Jessica die ervaring gunt – de relatie nog enkele maanden wil aanhouden en zijn afkeer van haar lichaam dus tijdelijk opzij zet? Het beantwoorden van dergelijke vragen wordt nog eens extra bemoeilijkt doordat de lezer voortdurend door de ogen van Frank meekijkt en de ik-verteller maar weinig over zichzelf loslaat.

Dat vertroebelde perspectief en de meerduidigheid maken Compassie tot een boeiend en bij tijd en wijle schrijnend portret van een zoekende, overjarige adolescent die voortdurend volkomen in charge meent te zijn, maar uiteindelijk gestraft wordt voor zijn paternalistische hoogmoed. Het is daarom des te spijtiger dat het boek de wat uitgekauwde suggestie geeft dat de kiem van Franks gedrag in zijn getroebleerde jeugd ligt, terwijl ook de damesblaadjesromantiek die de hoofdpersoon bij vlagen debiteert, ervoor zorgt dat niet iedere pagina van Compassie even makkelijk te verteren is.

Jelle Spijkstra

Stephan Enter – Compassie. Van Oorschot, Amsterdam, 154 blz. € 17,50.