Omdat zijn homepage tijdelijk offline is zette Rutger H. Cornets de Groot vandaag een stuk op Facebook. Daarin staat hij stil bij het overlijden van Joop Leibbrand, een van de drijvende krachten achter Meander, door diens werkwijze te laten contrasteren met de werkwijze van dichter Erik Lindner. De vergelijking valt in het nadeel van de laatste uit.

Rutger H. Cornets de Groot beschrijft hoe hij ooit publiceerde op Meander nadat Leibbrand hem daartoe had uitgenodigd.

Het was in die jaren alsof alles mogelijk was: zomaar recenseren, zonder enige ervaring, en nog gelezen worden ook.

Binnen de kortste keren wordt Cornets de Groot recensent van experimentele dichtbundels en komt hij zelfs op besloten dichtersavonden, onder meer bij F. van Dixhoorn. Daar komt hij ook oud-schoolgenoot Erik Lindner tegen.

Tijdens een van die avonden bij Van Dixhoorn in Middelburg liepen we in groepjes van zijn huis naar een dranklokaal. Onderweg vroeg een meisje aan mij: ‘En jij? Voor wie schrijf jij?’ Ik antwoordde spontaan: ‘Voor Meander’. Even later nam Erik me apart. ‘Dat kun je beter niet zeggen’, zei hij. Ik zal het nooit vergeten. Want Meander, dat was geen Bezige Bij. Meander was een krantje voor amateurs en hobbyisten, zoals Joop Leibbrand had gezegd. Vergelijkbaar met de gestencilde blaadjes van eertijds. Daar kon je niet mee aankomen.

Cornets de Groot schrijft sinds 2006 voor tijdschriften, op zijn eigen blog en op De Contrabas. Dat laatste vond Lindner maar niets.

We bleken tegengestelde naturen: hij de netwerker, ik de criticus.

De zaken nemen een vreemde wending als Cornets de Groot in 2010 de bundel Terrein mag recenseren voor Awater. Volgens eigen zeggen een bespreking die voor 90% positief was, maar toen hij de recensie vooraf aan Lindner mailde bleek de dichter niet heel erg blij te zijn met de resterende 10%.

Om een lang verhaal kort te maken: de recensie werd door Awater geweigerd, en ik kan op grond van de gegevens niet anders concluderen dan dat Lindner daar de hand in heeft gehad. Sindsdien is hij mijn ‘vijand’. Of beter, ben ik de zijne. Op gezette tijden word ik gevraagd wat ik toch tegen Lindner heb, aangezien hij voortdurend zijn beklag over me doet. Mijn antwoord, steevast: niets. Zoals ik ook niets heb tegen Lucas Hüsgen, al meent hij van wel omdat ik een stuk tegen zijn beschouwing over Amy Winehouse schreef. Bij mensen die langs politieke lijnen denken in plaats van persoonlijke, kun je je geen enkele kritiek veroorloven.

Morgen publiceert dichter Han van der Vegt zijn nieuwste bundel. Sprak Cornets de Groot bij de vorige presentatie nog een rede uit, deze keer was hij niet eens uitgenodigd.

Ik vroeg Han ernaar. In een e-mail legde hij uit: hij had met, ik raadde het al, Erik Lindner gesproken. En volgens Lindner had ik ‘dreigmails’ naar zijn vrouw gestuurd. En Han wilde dat wel geloven omdat hij anders niet kon verklaren waarom Lindner zo ‘panisch’ op me reageerde en zo ‘bang’ voor me was geworden.

Je moet je poëtische vrienden tegenwoordig strategisch kiezen.

Het punt was namelijk dat ik met een flink deel van de mensen die hij kende ruzie had. Dat was natuurlijk niet alleen mijn schuld, maar aan de andere kant was het ook weer geen toeval. Ik ging conflicten niet uit de weg, en Han kon met conflicten niet omgaan.

Misschien niet, maar Han kan kennelijk wel een conflict scheppen – met mij. Natuurlijk ben ik daarvan dan weer de oorzaak, zoals ik ook oorzaak ben van het conflict met Lindner, of met Lucas Hüsgen voornoemd, of met Frank Keizer, die ‘s avonds bier van me dronk om zich de volgende dag online laatdunkend over me uit te laten.

Rutger H. Cornets de Groot looft Joop Leibbrand omdat hij amateurs de kans gaf om te publiceren en de eerste stappen te zetten als recensent en als redacteur van al degenen die bijdroegen aan de site Meander. Er is ook een andere groep amateurs, aldus Cornets de Groot.

Zodra amateurs dat ene en enige belang uit het oog verliezen en zich zonder gedegen opleiding in machtsposities nestelen, worden het dilettanten. Erik Lindner, met zijn anderhalf jaar middelbare school, lijkt me het voorbeeld bij uitstek van de dilettant. Een die zich vooral zorgen maakt om het vasthouden en uitbreiden van zijn positie binnen het netwerk, dat hij in zijn ‘kritieken’ aan de hand van anekdotes in kaart brengt. Die gek van woede wordt bij het horen van het minste bezwaar tegen zijn verdiensten. En die kennelijk dat hele netwerk – op zichzelf al een manifestatie van zijn paranoia – inschakelt om de boosdoener uit te schakelen. Ik wens Han en hem een fijne bundelpresentatie morgenavond.