Gevoelige beschouwing van sensationeel leven

In de boeken van Robert Anker gebeurt veel: ongelukken, overspel, zwangerschap of ziekte zijn eerder regel dan uitzondering. Ook in De vergever voltrekken zich enkele drama’s. Hoofdpersonage Sander Schwartz schrijft zijn memoires en zo maken we kennis met zijn turbulente leven: hij was succesvol journalist, kreeg een burn-out en werd schrijver van romans. Toen die carrière leek te stranden met een door de uitgeverij geweigerd boek besloot hij schrijfcursussen te gaan geven. Hij zag immers heus wel in wat er in een roman moet gebeuren om die tot een verkoopsucces te maken. Onderweg liep hij een dwarslaesie op en verslond hij vele vrouwen.

Toch is het niet zo dat al die dramatische voorvallen slechts door Anker worden aangegrepen om de aandacht te trekken: de levensgebeurtenissen van Sander Schwartz leiden voor hem tot zelfreflectie en levensoverdenkingen:

Hoe zit een mens in elkaar? Een enkele keer nog schoot de pijn door me heen die voortkwam uit een dof gevoel van zinloosheid gemengd met de vlijmscherpe herinnering aan de zinvolheid van het schrijverschap, maar meestal was die verloren wereld een onscherpe vorm ver weg in mijn hoofd – meestal…

Vergever

Tijdens het optekenen van zijn leven wordt Sander benaderd door iemand uit zijn verleden. Het betreft de ex-academicus Jan Wennekes die beweert dat hij door Sander onterecht is beschuldigd van wetenschappelijke fraude in de tijd dat Sander nog als journalist werkzaam was. Wennekes biedt zijn vergeving aan, een gebaar dat Sander alleen kan accepteren door schuld te bekennen.

Terugdenken aan het verleden resulteert voor Sander uiteindelijk in berusting. Niet langer holt hij van de ene naar de andere vrouw of heeft hij het idee de boot naar zijn roeping te missen. De vergeving accepteert hij niet, maar was genoeg om bij het verleden stil te staan en te concluderen: wat voorbij is, is voorbij. ‘Ik accepteer wie ik was en wat ik heb gedaan maar ik voel me nergens schuldig over.’

Dat klinkt misschien wat zwaar allemaal, maar Anker behoudt zijn droogkomische toon, geeft Sander de nodige zelfspot en relativeert geregeld. Sander moppert op het huidige culturele klimaat, de lage standaard, maar vindt een weg om wraak te nemen met zijn schrijfcursussen. Hij voorziet zijn leerlingen van schema’s, trucjes, hedendaagse trendjes ‘en dan hadden we een bestseller, haha!’

Ankers eigen visie op de huidige trends lijkt door te schemeren in Sanders relaas:

Deze tijd wilde herkenbare emoties, geen moeilijke vraagstukken […] [Kunstwerken] moesten zich geopend voordoen en een vanzelfsprekende plaats innemen in [het leven van de lezer], aanhaken bij wat hij al wist en wat hem plezierde …

Met deze roman laat Anker zien dat hij wel degelijk zowel moeilijke vraagstukken kan aandragen als in die populistische behoeftes kan voorzien: Sander is de herkenbare gehaaste Nederlander die iets nuttigs met zijn leven moet doen, maar in plaats van zijn gevoelens te ontkennen, besluit hij ze onder woorden te brengen.

Zelden voelt die verwoording als een trucje, want Anker kan prachtig schrijven. In moderne taal weet hij de boodschap verrassend te formuleren en daarmee draagt hij – soms zelfs heel direct – het verlangen over dat ook te kunnen:

Het verlangen om een verhaal te schrijven. […] Het verlangen om me te verliezen in een parallelle wereld die alleen bestond in de zinnen die haar zouden oproepen. Nog preciezer: het verlangen te verdwijnen in de hamerslagen van die zinnen, de duimstok om ze aan elkaar te passen, het bestek dat zich al schrijvend zou ontvouwen.

De vergever vormt een mooi antwoord op het huidige culturele klimaat zoals Anker dat schetst. Er is ruimte voor sensatie in de grote gebeurtenissen, maar ook voor een blik op het gevoelsleven van een doorgewinterde schrijver. De lezer kan zich laten vermaken door het hobbelige leven en zich laten uitdagen door de meer filosofische stukken.

Ivanka de Ruijter

Robert Anker – De vergever. Querido, Amsterdam, 158 blz. € 18,99.