Terug naar je jeugd

Op mijn Facebook-pagina postte ik vorige week een foto van het boek dat ik aan het lezen was. Normaliter levert dat niet zoveel reacties op, nu reageerde er binnen een paar minuten een vrouw die het boek graag van me wilde lenen als ik het uit had. Ook meldde een dame dat ze meteen naar zolder ging, om daar wat boeken vandaan te halen om ze te gaan herlezen. Binnen een paar uur had ik heel wat likes verzameld. Het boek waar men op reageerde was Meisjesboeken van weleer van Kristine Groenhart. De veelzeggende ondertitel luidt: Wat Joop, Polly, Pitty, Pat en Ann zo leuk maakt.

Groenhart probeert in het boek te onderzoeken waarom vrouwen van de nu, de meisjes van toen, zo dol op deze boeken waren waren en klaarblijkelijk nog steeds zijn. En dat dat inderdaad zo is, blijkt wel uit de reacties die een simpele foto op mijn Facebook-pagina als oproept. Groenhart is bij zichzelf nagegaan welke boeken ze vroeger allemaal gelezen heeft en ze heeft die boeken weer herlezen. Ook haalt ze regelmatig het onlangs verschenen Een land van waan en wijs van onder meer Rita Ghesquière aan. Een dikke pil die de geschiedenis van de jeugdliteratuur op een meer wetenschappelijke wijze en door middel van het uitdiepen van verschillende thema’s bespreekt. Groenhart zoomt alleen in op het genre meisjesboek. Ze geeft in het nawoord duidelijk aan dat ze geen wetenschappelijke verhandeling wil schrijven maar dat ze haar verzegelde puberdromen wilde laten ontwaken.

Kristine Groenhart gaat dus uit van haar particuliere leeservaring. Na een korte inleiding volgt het gedeelte ‘Een plattegrond van mijn jeugd in boeken’. Er zijn drie overkoepelende hoofdstukken: ‘Het meisje’, ‘De bakvis’ en ‘De teenager’. En per hoofdstuk bespreekt de schrijfster welke boeken ze gelezen heeft. Of ze leest een ander boek uit een van de vele series die zo populair waren tussen 1950 en 1975. Verder geeft ze informatie over de schrijfsters en reflecteert ze op haar lezen van toen. Ook bespreekt ze vragen die de boeken nu oproepen. Waarom waren veel van die meisjes wat jongensachtig? Waarom hebben zoveel van die meisjes Engelse namen? Hoe zijn die boeken eigenlijk vertaald?

meisjesboeken

Soms draaft Groenhart wel een beetje door qua interpreteren: ‘Het zou heel goed kunnen dat ik het tweede deel las…’ Of ‘Ik denk dat de populariteit van Enid Blyton…’. En ‘Wat zal ze daar blij mee geweest zijn!’ Ook kan Groenhart het niet nalaten om sommige zaken erg vaak te benadrukken. Bij het bespreken van de serie over Claudia gaat het bijvoorbeeld wel erg vaak over de korte rokjes die toen zo populair waren. ‘Ook ik droeg altijd zulke ultrakorte rokjes…’,’Te kort toch?’, ‘Meestal net zo kort als het jurkje van Claudia…’, ‘Véél te kort’, ‘Vrolijk huppelde ik die ochtend het klaslokaal van de tweede klas binnen in mijn nieuwe, te korte, jurk’ (citaten afkomstig van bladzijden 32 tot en met 35).

Tussen alle beschrijvingen door verliest Groenhart zich ook wel eens in nog persoonlijker ervaringen. Zo lees je over het rolschaatsen op de autoloze zondagen en het opdreunen van rijtjes in het Latijn. Ook haalt ze herinneringen op aan een lerares die geen orde kon houden. ‘Bij deze bied ik iedereen, docenten, jongens, misschien enkele meisjes ook, mijn excuses aan, hoewel mijn gedrag me dus wel werd ingegeven door een literaire ervaring.’ Aan de ene kant geven deze uitweidingen een beeld van de tijd waarin de auteur al deze boeken las, aan de andere kant dwaal je soms wel erg ver van die boeken af.

Maar wat als een huis overeind blijft staan tijdens het lezen van Meisjesboeken van weleer is de nostalgie. Groenhart raakt vaak de essentie van het verlangen naar vervlogen tijden. Omdat ze uit eigen ervaring spreekt, weet ze precies de vragen te stellen die ik als jeugdige lezer ook had tijdens het lezen van de zesdelige serie over Pitty van Enid Blyton. ‘Wat was lacrosse voor een sport? Voor ons Nederlanders niet bekend. Hoe zou gemberbier smaken? En waarom hadden ze een Mam’zelle in de school? Wie of wat is een matrone? Zelfs het woord trimester kende ik destijds niet.’ In die zin is Meisjesboeken van weleer een zeer geslaagd boek. Ik vermoed dat veel vrouwen na het lezen van dit boek weer hun boekenkast induiken en bijvoorbeeld Joop ter Heul, Een zomerzotheid of de serie over Pitty gaan herlezen. Ik in ieder geval wel.

Cilla Geurtsen

Kristine Groenhart – Meisjesboeken van weleer. Querido, Amsterdam, 214 blz. € 19,95.