Gerrit Komrij-prijs is dit jaar voor Elvis Peeters en zijn vertalingen van de gedichten van Henric van Veldeke verzameld in Ik bid de liefde – 33 minnedichten (Uitgeverij Vrijdag, Antwerpen 2016).

De taal van Van Veldeke is een soort ‘Oudnederlandsduitslimburgs’ uit de twaalfde eeuw, een taal die voor de moderne lezer niet heel erg toegankelijk is. Zo maar iemand zo’n gedicht onder zijn neus schuiven heeft weinig zin, want niet alleen de taal is van ver weg, ook de literaire tradities zijn niet meer de onze. Gelukkig heeft Elvis Peeters deze gedichten opgepakt en er zeer vlot lopende vertalingen van gemaakt. Hij heeft daarbij keuzes moeten maken die soms vrij gedurfd zijn. Zo heeft hij ‘umbevân’ recht-toe-recht-aan vertaald met ‘neuken’. Ja, dat betekent het wel, maar het staat er eigenlijk niet. Of toch wel? Het wordt zo bedoeld, dus waarom zouden we het zo niet opschrijven? Het is de keuze van de vertaler, maar het zijn mede deze keuzes die het een genot maken om Ik bid de liefde van Henric van Veldeke te lezen.

De Gerrit Komrij-prijs is ingesteld voor boeken die oude letteren populariseren.