Zoon van de oorlog

Vanwege alle banaliteit willen we het nog weleens vergeten, maar het leven blijft raadselachtig. Een voorbeeld uit mijn eigen leven, laat ik zo onbescheiden zijn, alhoewel, het geeft aan dat ook het eigen leven soms raadselachtig is. Sinds mijn vroege jeugd ben ik gefascineerd door draken, of liever gezegd de legende van Sint Joris en de draak. Zoals bekend doodde Joris de draak met zijn lans. Telkens als er ‘een Sint Joris en de draak’ opdook – en dat was in Tsjechië en Slowakije, waar we vanaf 1989 elke zomervakantie heengingen, bijzonder vaak het geval; in kerken, musea, maar ook op straat, werkelijk overal was hij te vinden – nam mijn moeder er een foto van. Nu was er sinds mijn vroege jeugd een zekere woede in mij, eerst richtte ze zich op anderen, later ook op mezelf – waarmee maar weer duidelijk is geworden dat haat in principe zelfhaat is – en misschien dat ik me daardoor kon identificeren met deze legende; ik verlangde er mogelijkerwijs naar dat de draak die in mij huisde, zou worden gedood. Verder ben ik altijd heel bang ben geweest voor slangen. Toeval of niet, maar de draak is een slangachtig wezen, het Griekse woord ‘drákoon’ betekent dan ook slang. De draak, of de slang, zat dan wel in mijzelf, maar het heeft een tijdje geduurd voor ik erachter kwam waar hij precies vandaan kwam, ik bleek er niet verantwoordelijk voor te zijn, maar dit is uiteraard niet de plaats om dat uit de doeken te doen.

Onlangs gaf Uitgeverij Plantage te Leiden, een van de mooiste kleine uitgeverijen die er zijn – niet alleen vanwege de teksten, maar ook door de vormgeving van Piet Gerards – het toneelstuk De draak van de Russische schrijver Jevgeni Schwarz (1896-1956) uit, en gezien mijn biografie zal het niet verwonderen dat ik er als de kippen bij was. Het stuk over een draak die eeuwenlang een stadje teistert, werd vertaald door Hompsy van Wijk. Een mooie naam, die nog mooier wordt als je weet dat hij niet bestaat, het gaat om een vertalerscollectief bestaande uit Yolanda Bloemen, Petra Coenen, Seijo Epema, Olivier Frijters, Meggie Plat en L.J. (Hans) Reinders. Schwarz zal niet bij iedereen een belletje doen rinkelen, daarom eerst iets over hem. Deze informatie is overigens te vinden in het nawoord bij deze uitgave met de titel ‘De waarheid komt me de neus uit’, een memorabel citaat uit het stuk. Schwarz werd geboren in Kazan als zoon van een arts en een moeder die amateur-actrice was. Zelf zou hij ook gaan toneelspelen en daarna werkte hij als journalist. Hij verkeerde in literaire kringen, met name in het door Gorki opgerichte Huis van de Kunsten, waar schrijvers bijeenkwamen en optraden. Vanaf 1924 is Schwarz medewerker van de Kinderliteratuurafdeling van de Staatsuitgeverij; hij schrijft proza en poëzie voor kinderen en in 1929 begint hij te schrijven voor het toneel. De draak werd geschreven in 1942-43. Er waren enkele voorstellingen voor een geselecteerd publiek van acteurs, regisseurs en regeringsfunctionarissen in 1944, maar daarna werd het uit het repertoire genomen. Het zou ‘kosmopolitisch’ zijn, een diskwalificatie in de Sovjetunie als het ging om Joodse intellectuelen. Pas na Stalins dood kon het in de Sovjetunie in op de planken worden gebracht.

de-draak‘Politiek sprookjestoneel’ is de typering in het nawoord en De draak is dan ook in eerste instantie te lezen als een sprookjesachtig stuk over tirannie en dictatuur. We vermoeden met het oog op de tijd van het schrijven allemaal wel door welke draken dit stuk is geïnspireerd, maar waar het meeste geëngageerde toneelwerk blijft steken in het vingerwijzen, op de ander uiteraard, weet Schwarz dat we de vinger moeten wijzen op onszelf. Wat is de draak? De draak is tweedracht, haat, hebzucht, leugenachtigheid, (machts)wellust, gespletenheid, onderdrukking, spot met het goede, oorlogszucht. Kortom: de vernietiging. Maar we zouden haar ook eigenliefde kunnen noemen. Schwarz toont dat de weg van iedereen die ertegen wenst te strijden niet zonder gevaren is. Het is het meest eenvoudige, maar tegelijkertijd ook het moeilijkste dat er is, ‘moeilijker dan borduurwerk’, zoals Lancelot, degene die de draak waagt uit te dagen, stelt. De draak, de ‘zoon van de oorlog’ zoals hij zichzelf hier noemt, is immers goed voor de mensen. Zo heeft deze draak de bevolking van de zigeuners afgeholpen. Zijn zigeuners dan zo slecht? Jazeker: ‘Ze roven kinderen. Ze dringen overal naar binnen. Nu zijn we geheel van hen gezuiverd, maar honderd jaar geleden moest iedereen met donker haar aantonen dat hij geen zigeunerbloed had.’ Lancelot vraagt aan degene die dat zegt: ‘Wie heeft u dat allemaal verteld over de zigeuners?’ Als antwoord krijgt hij: ‘Onze draak. In de eerste jaren dat hij aan de macht was, hebben de zigeuners zich brutaal tegen hem verzet.’ De draak ontwricht de ziel, vertroebelt de blik en vergiftigt het bloed. Het moeilijkste, en waarvoor men zou moeten waken, iets wat Schwarz eveneens laat zien, is dat de overwinning zal moeten worden gevolgd door een tweede overwinning; om de overwinning in stand te houden. Dit stuk zou men niet alleen politiek, maar ook esoterisch kunnen beschouwen.

Onlangs speelde het Slavisch Toneel in Amsterdam op fantastische wijze Het ambtsbericht van Havel. De draak hebben ze al in 1995 gespeeld, begreep ik, maar gezien de draak die Europa en de Verenigde Staten heden teistert, is het wellicht hoog tijd voor een opvoering in deze mooie, nieuwe vertaling. Niet onbelangrijk: wat Schwarz’ geestige tekst duidelijk maakt, is dat we om de draak moeten lachen, angst zal de draak alleen maar voeden. Gouden tijden jammergenoeg, het is eerder gezegd, voor satire, oftewel het de draak steken met het een en ander en deze en gene. Vergeet echter niet, zoals eveneens duidelijk mag zijn geworden, de draak die in onszelf huist. Vandaar dat Elza zegt: ‘Ik ben bang voor alle mensen.’ U gelooft er niet in? U kunt daar slechts om lachen? Lach maar, maar als u hem niet doodt, dan doodt hij uzelf en iedereen om u heen, mocht dat niet al gebeurd zijn, en weet u wat het geestige is? U merkt er niets van, ha! Lancelot spreekt echter een waar woord dat u zou schrikken als u met eigen ogen zou zien waarin uw ziel is veranderd, waarin u de zielen van anderen hebt weten te veranderen. Het is echter altijd tijd om te veranderen, een prachtig woord, zoals Elza bepleit: ‘Kom tot bezinning.’ Dat klinkt misschien te ernstig, en daarom maar iets geestigs tot slot. Als de draak voor de tweede keer is overwonnen roept hij uit: ‘Ik teken protest aan. Dit is inhumaan!’ Knettergek.

Johannes van der Sluis

Jevgeni Schwarz – De draak. Vertaald uit Russisch door Hompsy van Wijk. Plantage, Leiden. 96 blz. € 14.