Torenwachter

Aan: VVV Groningen Stad
Grote Markt 29
9712 HS Groningen

Betreft: Sollicitatie torenwachter Martinitoren

Geachte mevrouw Dina Jongedijk,

Wat is een toren zonder torenwachter? Niets, een onbezielde hoop stenen! Hij is er voor de veiligheid, maar bewaakt ook de zielenrust van de stad. Van iedereen bevindt de torenwachter zich ten slotte het dichtst in de buurt van God.

Vroeger fixeerde de torenwachter zijn blik op het landschap om verdachte troepenverplaatsingen in de gaten te houden. Troepenverplaatsingen vinden nu vooral in de toren zelf plaats. De torenwachter moet ervoor zorgen dat dit ordentelijk gebeurt. Veiligheid staat nog steeds voorop.

De toren is voor veel mensen een verticale uitdaging, je moet om te beginnen een slordige tachtig meter omhoog zien te komen via de innerlijke stenen spiraal van de trap. Eenmaal op de bovenste trans wil iedereen een overwinningsfoto maken voor op Facebook en Instagram. Dat is een nieuwe kwestie waar de torenwachter mee te maken heeft. Ooit moest hij de vuurmonden van de bisschop van Munster vrezen, nu vreest hij de smartphone met fotofunctie. Instagramfoto’s en -filmpjes zijn vaak gekke foto’s, beelden die letterlijk en figuurlijk op het randje zijn. Want de wetmatigheid van de virtuele ruimte luidt: Hoe gekker de foto, hoe meer likes je incasseert.

Hoe verhoudt de torenwachter zich tot de sociale media? Moet hij een Twitterprofiel aanmaken en elke dag iets over het uitzicht zeggen? Ik denk het niet. Iedereen heeft zijn eigen uitzicht, het is niet aan de torenwachter dat in te vullen. De toren is bovendien al een virtuele ruimte op zichzelf. Een ruimte die meer is dan de som der treden die naar de top leiden. Het is ook een verheffende ruimte, een manier om in metafysische zin boven je eigen miezerige leventje uit te stijgen en overzicht te krijgen. Bovenop de toren is het mogelijk om nieuwe vergezichten te zien en jezelf een toekomst te dromen.

De torenwachter staat boven de partijen en heeft een zekere onzichtbare waardigheid die tegelijkertijd alomtegenwoordig is. Ik denk dat het filosofische begrip presence misschien nog wel het beste de lading dekt van wat er van de torenwachter verwacht wordt. Presence heeft minder te maken met een ‘aanwezige persoon’ als met persoonlijkheid. Mijn zwager Gerard is bijvoorbeeld erg aanwezig, maar heeft nauwelijks persoonlijkheid. Op familiefeestjes probeert hij vaak de aandacht op zich te vestigen door schunnige opmerkingen te maken. Mensen kijken dan vaak even op, zeggen: ‘Hè, bah! Gerard moet dat nou?’, en gaan weer verder met hun gesprek. Dat moet je als torenwachter niet hebben. Naar de torenwachter wordt geluisterd zonder dat hij iets zegt. Hij heeft de aandacht zonder dat iemand hem ziet. De bezoeker voelt zijn aanwezigheid in de stenen en in het beieren van de klok.

De goede torenwachter straalt niet per se uit dat hij een bewaker is – bewaken kan iedereen – hij is eerder zoals de priester of pastoor in een kerk; iemand die op je let. De priester ontslaat je van de verplichting met zilveren kandelaars naar buiten te komen. Op zijn manier ontslaat de torenwachter zijn bezoeker van de verplichting het lot te tarten voor een Facebook-foto.

Voor de torenwachter bestaan er geen individuen, hij ziet alleen troepenverplaatsingen. Hij moet zorgen dat het ordentelijk gebeurt want hij weet: de mensen die op en neer gaan op de stenen trap, dat is de bloedsomloop van de toren. Ze zijn van levensbelang.

De stad wordt vaak voorgesteld als een verzameling gefixeerde gebouwen, maar u en ik weten dat dit een leugen is. De stad is een schaakbord. Er worden stukken geslagen en nieuwe stukken worden ervoor in de plaats gezet. Het Groninger Forum – het wanstaltige cultuurverzamelgebouw, waarvan men niet weet wat erin moet – is de Martinitoren angstaanjagend dicht genaderd. Het goede aan de Martinitoren is dat hij maar een functie heeft. Je kan alleen omhoog en omlaag. Die eenvoud, dat is zijn grote kracht.

Graag spreek ik eens met u af om door te praten over de volgende zet voor de toren.

Met vriendelijke groet, Bram Esser