In de nieuwste HP/De Tijd interviewt Nick Muller Jan Cremer (1940) over zijn culturele voorkeuren. Dat levert vermakelijke passages op als hij het over literatuur heeft.

Literatuur vind ik tijdverspilling. Ik denk vaak al op de eerste pagina: dat had ik veel beter kunnen schrijven. Ik heb ook niets met die krampachtige mooischrijverij die je vaak ziet. Jonge schrijvers leiden vaak een verwend leven. Daardoor blijven ze aan de oppervlakte. Je moet onheil en ellende, oorlogen en armoe hebben doorleefd om daarover te kunnen schrijven.

Vroeger was het natuurlijk beter. Toen waren er ook domweg minder kunstenaars en schrijvers.

Toen Ik Jan Cremer in 1964 verscheen bij De Bezige Bij, waren dat allen serieuze schrijvers. Nu zijn er duizenden mensen die een boek denken te kunnen schrijven. Het is een andere wereld geworden. Een bizarre wereld.

Toch zijn er natuurlijk een paar uitzonderingen op de regel.

Mijn favoriete boeken zijn nu Congo van David van Reybrouck, De ondergang van de Batavia van Mike Dash en De tolk van Java van Alfred Birney. David van Reybrouck is mijn favoriete schrijver van dit moment. Ik vind het een fantastische kerel. Als je zijn boeken leest, dan snap je waarom.

Lees het gedeeltelijke artikel hier met een verwijzing naar Blendle voor de rest.