De werkelijkheid kun je niet doorscrollen

De nieuwe adolescentenroman van Daan Remmerts de Vries valt grofweg in drie hoofdstukken en een epiloog te verdelen. Het eerste hoofdstuk opent even flitsend als de thematiek van de roman; digitale media en cyberwerelden. Vanaf de allereerste pagina werpt de veertienjarige Jochem van Geest – Ghost voor de vrienden – zich al enthousiast pleitbezorger van sociale media op. Als doorsnee Amsterdamse adolescent goochelt hij met chatberichten, online games, Instagram en Pokémon Go. An sich voldoende krachtige voorbeelden, maar Remmerts de Vries houdt bij monde van z’n protagonist ook nog een – eerder gratuit – pleidooi tegen de zogenaamd verouderde media en de wereld van het gedrukte woord: ‘Een oude man zit op een bank een boek te lezen. Jochem grijnst. Verloren generatie. Enkel ten dode opgeschreven losers lezen nog vrijwillig een boek.’ ‘Tv is weer net als het lezen van een boek. Tv is voor de hopeloze generatie van bejaarden.’

Toch biedt Remmerts de Vries ook tegengewicht in enkele rake passages waarin hij de nadelen van de digitale wereld belicht; elke fout, elke uitglijder verschijnt meteen online. Ruimte voor oprechte gesprekken is er nauwelijks; zelfs de ware identiteit van je beste vrienden ken je niet. Jochem behoudt nauwelijks voeling met de realiteit; z’n schoolresultaten kelderen, hij vervreemdt van z’n vriendengroepje. Een potentieel interessante insteek, die omwille van de herhaling echter naar een boodschapperig, vooral pedagogisch verantwoorde preek neigt. Bovendien wordt een hele generatie jongeren zo wel erg eenzijdig als quasi gevoelloze telefoon- en cyberspace-verslaafden afgeschilderd.

Dat moet geheel anders natuurlijk, en via een kunstmatige verhaalwending biedt Remmerts de Vries de ideale oplossing: Jochems ouders maken hun grote droom waar, een verhuizing naar Schotland, alwaar Jochem letterlijk moet afkicken van z’n internetverslaving. Na eindeloze passages vol zelfbeklag, die maar weinig aan het verhaal toevoegen, krijgt de heilzame uitwerking van het gezapige dorpsleven – uiteraard zonder social media – dan toch invloed op Jochem: hij maakt nieuwe vrienden, leert gaandeweg over zichzelf praten en wordt zo geconfronteerd met het ‘échte leven’. Een expliciet gedicteerde levensles alweer. Het derde deel knoopt er naadloos bij aan: Marty, één van Jochems vroegere vrienden, komt logeren en houdt de verbijsterde jongen een spiegel voor. Op ironisch-humoristische wijze weet Jochem diens internetverslaving te kaderen, en kijk, ook Marty ontdekt zomaar zijn ware identiteit.

Een waar pamflet tegen de digitale wereld, meer heeft Geest inhoudelijk niet te bieden, en bijster origineel is dat allemaal niet. Zoals wel vaker volgt de vorm die (gebrekkige) inhoud: Remmerts de Vries bedient zich van een eenvoudige, nogal descriptieve stijl: ‘Het huis van Jochem is ruim, zeker voor een huis in de stad. Grenzend aan de woonkamer is een grote keuken met zwarte tegels, met een modern fornuis, met designkastjes en twee palmen. Tussen die palmen staat zijn moeder.’ Het resulteert in langdradige passages die nergens de verbeeldingskracht weten te prikkelen, integendeel steeds opnieuw hinderlijk de aandacht op het fictieve karakter van Jochems relaas vestigen. Clichématig uitgewerkte passages versterken die indruk: ‘Met het verdwijnen van Jodi is de stilte een soort drijfzand geworden, iets waarin ze dreigen weg te zinken.’ Vergelijkingen en beeldspraak worden veelal aan de wereld in cyberspace gelinkt, al blijft het allemaal vrij oppervlakkig: ‘Zijn gedachten razen als hondsdolle Pokémons door zijn hoofd, de een nog woester dan de ander.’ ‘De weg deed hem weer eens denken aan een game, aan een of andere tunnel waar je iets moest zien uit te schakelen.’ Wie een psychologisch doorleefd portret van een internet- en gameverslaafde jongere zoekt, neemt beter het eerder dit jaar verschenen Lichaam van licht van Jelmer Soes ter hand.

De vorige boeken van Remmerts de Vries werden bekroond met diverse jeugdliteraire prijzen, zoals Zilveren Griffels voor Soms laat ik je even achter (2014) en Groter dan de lucht, erger dan de zon (2015). Tijgereiland (2013) viel zelfs de eer van een Gouden Lijst te beurt. Lovende juryrapporten spreken over ‘intrigerende jeugdromans’, ‘verrassende details’, ‘subtiel en overtuigend’, een ‘subtiel prentenboek’ dat ‘psychologisch’ goed in elkaar zit. Natuurlijk valt over kwaliteit te twisten, en dat is in de (jeugd)literatuur niet anders. Toch vraag ik me oprecht af waarop al die superlatieven gebaseerd zijn; ik heb zoveel stilistisch vernuft alleszins niet terugvonden, ook niet in bovengenoemde titels. Of Geest ook weer uitgebreid in de prijzen zal vallen, zal de toekomst uitwijzen. Ik laat me alleszins niet tot de wat schampere conclusie verleiden dat er in ons taalgebied gewoonweg geen betere boeken verschijnen voor jongeren vanaf een jaar of veertien.

Jürgen Peeters

Daan Remmerts de Vries – Geest. Querido, Amsterdam/Antwerpen. 276 blz. € 16.99.