Verhalen redden je leven

Voor Rebecca Solnit, de Amerikaanse cultuurcritica en feministe die vooral bekend is geworden met haar boek Mannen leggen me altijd alles uit, was 2014 een ‘oproerig jaar’ waarin feministische rebellie tegen mannelijk geweld de boventoon voerde. Of het nu om de beschuldigingen tegen Bill Cosby ging of om de matraskunst van studente Emma Sulkowicz, die werd verkracht door een medestudent aan Columbia University, opeens doorbraken vrouwen overal ter wereld de stilte die al decennialang op hun schouders rustte. Er klonken stemmen over verkrachting, geweld en moord, over seksuele intimidatie en machtsmisbruik. Niet dat die stemmen er niet al eerder waren; het grote verschil, zegt Solnit, is dat ze voor het eerst gehoord leken te worden door vrouwen én mannen. 2014 was een ‘waterscheiding’ omdat het de ondergang betekende van een aantal mannelijke kopstukken in de publieke wereld, maar ook omdat mannen zich de verhalen van vrouwen leken aan te trekken. Solnits nieuwe boek, De moeder aller vragen, bundelt de essays die ze schreef tijdens de veelbewogen jaren sinds deze maatschappelijke aardverschuiving.

De kern van het boek is het essay ‘Een korte geschiedenis van het zwijgen’ dat de betekenis onderzoekt van de lange traditie van stilzwijgen rondom verkrachtingszaken en seksueel geweld – het niet gehoord worden –, en ook de betekenis van het niet-zwijgen voor de vrouwen en soms mannen die dit geweld ondergaan. Wat gebeurt er als iemand de stilte doorbreekt en door middel van zijn of haar stem aan de machtsstructuren knaagt die hem of haar dit stilzwijgen oplegden? Iemand de mond snoeren is een uitoefening van macht, maar juist zwijgen is lang gezien als een impliciete vorm van toestemming – een diepgewortelde misvatting in de taal, denk aan de uitdrukking ‘wie zwijgt stemt toe.’ Maar wat als zwijgen geen toestemming inhoudt, maar een overlevingsstrategie is, een vorm van wat Solnit ‘repressieve controle’ noemt?

Tussen de eilandjes van de voornamelijk mannelijke stemmen die de Westerse samenleving als norm aanneemt, ligt een eindeloze zee van ‘niet-gehoorden.’ Het is die zee die de laatste jaren – en de afgelopen maanden, sinds de #metoo beweging het einde inleidde van de carrières van een aantal bekende mannen, waaronder Harvey Weinstein en Kevin Spacey – de bestaande machtsstructuren steeds verder uitholt door middel van verhalen die niet langer geïsoleerd blijven, maar tot een onstilbare stroom zijn gevormd. Eindelijk is het overkoepelende patroon van seksuele intimidate en geweld nieuws geworden, en niet langer de verzameling van losse, en daardoor makkelijk te ontkrachten incidenten. Zoals Solnit zegt, als de ‘dijken en dammen’ die de maatschappij heeft opgeworpen tegen deze verhalen eindelijk breken, kunnen ze ‘een hele stad blank zetten.’

Waar het Solnit om gaat is de vrijheid om je verhaal te kunnen vertellen. Want, zegt ze:

Verhalen redden je leven. En verhalen zíjn je leven. […] Bevrijding is altijd gedeeltelijk een proces van verhalen vertellen; met een verhaal naar buiten komen, het zwijgen verbreken, nieuwe verhalen maken. Iemand die vrij is vertelt haar eigen verhaal. Iemand die gewaardeerd wordt leeft in een maatschappij waarin haar verhaal een plaats heeft.

Eén van de verhalen die we onszelf zouden kunnen vertellen – in plaats van de macht van geweld en het zwijgen te omarmen – is empathie; met andere woorden, het erkennen van andermans menselijkheid en de verbondenheid die er tussen mensen bestaat. In het titelessay, ‘De moeder aller vragen’, vraagt Solnit zich af hoe je als mens – als medemens – kunt uitstijgen boven vastgeroeste categorieën en hokjes die niet langer passen – in haar geval de confrontatie met de vraag ‘Waarom heb je geen kinderen?’ Solnit wijst niet alleen de tweeledigheid van gender af, maar ook het maatschappelijke recept voor zingeving, het patriarchale kerngezin. Haar argument is dat een zinvol leven een leven is dat je lijdt in overeenstemming met je principes, en dat de criteria van een goed leven in veel gevallen het moederschap overstijgen. Het is zo logisch. En toch gaat Solnit iedere dag opnieuw de strijd aan met de repressieve normen en waarden van onze patriarchale maatschappij.

Ja, met thema’s als moord, verkrachting, massale schietpartijen en rassenhaat is De moeder aller vragen een ‘rondleiding door een bloedbad’, zoals Solnit in haar inleiding zegt, maar tevens is het een ‘ode aan de bevrijding en de solidariteit’, een boek over hoop en de kracht van de verbeelding. Het is een pleidooi voor kwetsbaarheid en openheid, voor een maatschappij waarin we niet langer alleen de emotioneel gesloten hardheid van de traditionele man op waarde schatten. In de wereld waarin we leven is het werk van Solnit urgent en onmisbaar. Sociale media zorgen ervoor dat veranderingen sneller naar het centrum doortrekken, maar Solnit levert het broodnodige analytische commentaar op deze maatschappelijke ontwikkelingen. In De moeder aller vragen staat ze op scherp – met humor en intelligentie ontrafelt ze de dodelijke gevolgen van traditionele machtsverhoudingen in de Westerse maatschappij, en biedt alternatieven. Op elke bladzijde staat een citaat, een rake zin. En haar werk is nog lang niet gedaan; zo bewijst ook het razendsnelle tempo waarin de discussie over seksueel geweld zich de laatste weken heeft ontwikkeld. De werkelijkheid is hard: zelfs iemand als Solnit wordt ingehaald door de realiteit – want of Louis C.K. nog steeds als een ‘feministische stand-up’ kan worden beschouwd, zoals ze schrijft, is nog maar de vraag. Zo snel en meeslepend is de damdoorbraak van #metoo.

Ilse Josepha Lazaroms

Rebecca Solnit – De moeder aller vragen. Uit het Engels vertaald door Bert Meelker. Podium, Amsterdam. 254 blz. € 22,50.