Sterk verhaal met weidse blikken

Het is in Vlaanderen luid en duidelijk doorgedrongen dat de Hollanders niet altijd gelukkig zijn met hun Nederlandse vertalingen van Franstalig werk: de kritiek spitst zich toe op archaïsche vlamismen en onbekende staande uitdrukkingen, waardoor niet alles doorheen een verhaal steek houdt. Sinds een tijdje horen we soortgelijke geluiden nu ook van hun kant: de Nederlander zou zich ook schuldig aan maken aan vreemde vertalingen waar Vlamingen geen chocola van kunnen maken. Van weerszijden vreemd omdat we toch een gezamenlijke algemeen beschaafde taal gebruiken.

Een krasser staaltje was onlangs te lezen op een stripsite: de Nederlander moest maar een toontje lager zingen, omdat er meer Vlaamse albums naar Nederland gaan dan omgekeerd, in grotere aantallen bovendien. Wil je toch de albums lezen, dan oefen je maar in dat zogenaamde Vlaams. De Vlaming heeft namelijk nergens last van en vindt het onzin dat ‘zijn’ verhalen moeten worden aangepast aan een klagende minderheid, die met een beetje moeite best in staat is een album te lezen. Komaan hé.

En toch: de ene vertaling uit Vlaanderen is de andere niet. Het is dus maar net wie er op de klus is gezet. Het tweeluik Giant van de Franstalige Canadees Mikaël, dat onlangs als integraal album verscheen, heeft de pech dat de vertaling hier en daar rammelt. De zinnen, veel in spreektaal, zijn stroef en de dialogen komen onnatuurlijk over. Het maakt dat de leeservaring soms hapert en dat is zó spijtig: het verhaal dat Mikaël vertelt is van een grote schoonheid.

Giant is een zacht liefdesverhaal in een harde en niemand ontziende omgeving, namelijk het New York van de jaren dertig. Het zijn de jaren van de verticale expansie van de stad: overal verrijzen hoge gebouwen, zoals Rockenfeller Plaza en de Empire State Building. Tegelijkertijd vertelt Giant het verhaal van de gastarbeiders uit met name Ierland die onder erbarmelijke omstandigheden te werk worden gesteld.

Giant is een van de gastarbeiders uit Ierland die de stalen geraamtes voor de wolkenkrabbers maakt. Hij zou te zien kunnen zijn op de overbekende iconische foto van de schaftende werklui op duizelingwekkende hoogte. Giant, die zo wordt genoemd vanwege zijn imposante gestalte, is van de zwijgzame soort. Zijn collega’s krijgen geen vat op hem, al wordt zachtjes gefluisterd dat hij zijn levensgeluk is verloren in de strijd tussen de protestanten en katholieken, thuis in Ierland.

Als op een dag een landgenoot om het leven komt bij de werkzaamheden is het de beurt aan Giant om diens weduwe in te lichten. Hij stuurt haar een brief met geld, maar verzwijgt het overlijden van haar man. Wat volgt is een briefwisseling tussen Giant en de weduwe, die uiteindelijk besluit met het gespaarde geld de oversteek te maken: met haar kinderen staat ze op een dag bij Giant op de stoep.

Het verhaal van meer dan 100 pagina’s heeft een rustig verloop. De mooiste pagina’s zijn die waar weinig in wordt verteld: in illustratieve sequenties wordt de dagelijkse beslommering uitgebeeld en die horen tot de mooiste uit het album. Het zijn schitterende kijkplaten die aanvoelen als een nauwkeurige verslaglegging van de tijd: het straatbeeld, de kleding en de begindagen van het moderne New York. Mikaël heeft hetzelfde perfecte oog voor detail als Will Eisner, de stadschroniqueur van New York.

Wat het stadse karakter nog extra benadrukt is de constante aanwezigheid van de radiostem van Walter Winchell, die overal uit transistors schalt. Hij vertelt over politieke ontwikkelingen, de strijd tegen de Italiaanse maffia en de naderende verkiezingen. De sepiabruine kleurstelling die de pagina’s domineert zorgt voor een verhaal dat op verschillende niveaus klopt: de sfeer is uitmuntend in beeld gebracht.

Al deze pluspunten laten onverlet dat de vertaling het enige smetje is. Maar eerlijk is eerlijk: daar is mee te leven. Giant is een te sterk verhaal om te negeren. Deze Hollander leert best bij, het mag stilaan keren, hé.

Stefan Nieuwenhuis

Mikaël – Giant. Dargaud. 120 blz. hardcover. € 22,50.