Ooit een seksuele relatie gehad met een schrijver? Dan is het uitgesloten dat jij zijn of haar boek zal bespreken in The New York Times. Handen geschud op een feestje, oké, maar met een auteur naar bed geweest, hoelang geleden ook — vergeet het. Vóór alles wil The New York Times de schijn van vriendjespolitiek voorkomen en de krant gaat daar behoorlijk ver in, blijkt uit een verhaal in de rubriek Times Insider.

Alexandria Symonds, stafredacteur, schrijft dat je als medewerker van The New York Times, al dan niet in vaste dienst, maar moet afwachten of het boek dat je hebt geschreven voor bespreking in de krant in aanmerking komt. Als dat gebeurt, wil dat nog niet zeggen dat de recensie positief zal uitvallen. Hetzelfde geldt voor oud-redacteuren en echtgenoten of kinderen van Times-redacteuren.

‘De boekenredactie houdt er dezelfde rigoreuze journalistieke normen op na als elke andere redactie op de krant,’ schrijft Symonds. ‘We kijken naar wat van belang of relevant is voor onze lezers,’ citeert ze de chef van de boekenredactie, Pamela Paul.

Als een boek van een Times-journalist op genoemde gronden in aanmerking komt voor bespreking in de krant, begint de speurtocht naar een recensent. Die mag op geen enkele manier met de auteur in verband worden gebracht. Dus: geen collega van de krant, niet dezelfde agent hebben als de te bespreken auteur, niet ooit in hetzelfde panel gezeten of aan dezelfde conferentie deelgenomen. Criticus en schrijver zijn geen vrienden, maar elkaars vijand kunnen zij ook niet zijn. Ze mogen wel bevriend zijn op Facebook of elkaar volgen op Twitter.

De vraag die de recensent met ja moet kunnen beantwoorden luidt: ‘Voel je je vrij om als het moet dit boek te bekritiseren?’ Integriteit boven alles: ‘Je hoeft het niet met de recensie eens te zijn, maar je moet die wel kunnen vertrouwen.’

Hier het artikel in The New York Times (€).