Een schitterende mislukking

Een lekkend zwembad dat verzakt in de grond, waar regelmatig de stroom uitvalt en dat vaker dicht dan open is, is geen pretje voor de zwemmer die er gebruik van willen maken. Maar voor een architect die zijn schepping keer op keer ziet falen kan dat nog erger zijn. Charlotte Van den Broeck schreef eerst twee dichtbundels voordat ze met Waagstukken als prozaïst debuteerde. Het boek opent met het zwembad uit haar jeugd in Turnhout en daarna volgen nog twaalf architectonische rampen die de architecten ervan tot zelfmoord dreven.

De reden voor de zelfmoord kan uiteenlopend zijn. Van een blunder (een architect die in een kazerne in Wenen de toiletten vergat), tot jaloezie en bespotting (voor de makers van de Staatsoper, eveneens in Wenen) tot een constructiefout (bij een bioscoop in Washington DC waardoor het instortende dak na een sneeuwstorm tientallen mensen verplettert). Soms blijkt de zelfmoord niet helemaal echt gebeurd te zijn, maar komt het voor de mythevorming rond het gebouw of de architect beter uit om net te doen alsof dat wel het geval is. Soms wordt de doodsoorzaak juist expres verdoezeld.

Van den Broeck maakt er niet alleen een opsomming van tragische geschiedenissen van. In elk van de dertien hoofdstukken voegt ze een persoonlijk element toe. Voor haar staat de vraag centraal hoe je kunt mislukken in het leven, niet alleen in de liefde, zoals ze een paar keer haast terloops beschrijft, maar ook als schrijver. Wie kiest voor het schrijverschap kiest voor een onzeker bestaan zonder vast inkomen. En toch is dat de enige keuze voor Charlotte Van den Broeck.

Stoppen met schrijven zou de grootste mislukking betekenen, een overrompelende teleurstelling, een fatale perspectiefwisseling.

Door de vermenging van de documentaire-achtige stukken met autobiografische gedeelten lijkt het alsof al die gebouwen ook iets zeggen over de persoonlijkheid van Van den Broeck. Zoals architecten dromen van het perfecte gebouw dat klassiek zal worden, zo hopen auteurs op het ultieme boek, dat bouwsel van woorden, dat zij zullen schrijven. Misschien is Waagstukken in de opzet, met dertien verschillende architecten en hun mislukkingen, een tikkeltje te eentonig. Toch is het bewonderenswaardig dat een jonge schrijfster het aandurft om niet een boek te schrijven waarvan er al zoveel zijn. Ze heeft de originele vorm gevonden om via het leven van anderen ons deelgenoot te maken van het hare. Dat belooft veel voor de rest van haar oeuvre.

Coen Peppelenbos

Charlotte Van den Broeck – Waagstukken. De Arbeiderspers, Amsterdam. 292 blz. € 22,50.

Deze recensie verscheen eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 4 oktober 2019.