Iets te gehaast, maar zeker genietbaar

Een thriller staat of valt met de speurneus en de schurk, leek Steve Cavanagh in gedachten te hebben gehad bij het schrijven van Dertien. In deze thriller krijgen we te maken met advocaat Eddie Flynn en moordenaar Joshua Kane, twee – in potentie – fantastische personages.

Aanvankelijk lijkt niemand te speuren naar Kane in de moordzaak waarin hij toch echt schuldig is. Kane heeft zich echter wel in de jury weten te wurmen, om Robert Solomon, een wereldberoemde filmster, achter de tralies te krijgen. Een intrigerend gegeven dat zelfs al op het omslag van het boek wordt vermeld: ‘De moordenaar is geen verdachte… hij zit in de jury’. Deze premisse vooraf vertellen is wellicht flauw, want hier hoort de lezer pas onder het lezen achter te komen, maar doet het verhaal verder geen schade, want in het boek wordt het ook al relatief vroeg uit de doeken gedaan.

Eddie Flynn is de typische speurneus: met een verdwaald liefdesleven, een sluimerend alcoholprobleem, weinig respect voor het reguliere politieapparaat en een verleden – in dit geval een verleden als zwendelaar. Voor wie met Dertien instapt in de Flynn-reeks, lijkt dit deel van Flynns persoonlijkheid er een beetje bijgeraapt; het verleden wordt weleens genoemd, er komt af en toe een kleine oplichtersanekdote voorbij, maar het blijft enigszins onontgonnen terrein. Het nodigt wel uit om meer thrillers van Cavanagh ter hand te nemen, en toegegeven: ook zonder die details blijft Flynn een zeer vermakelijke hard-boiled advocaat-detective.

Flynns opdracht is om Robert Solomon bij te staan in de rechtbank. Solomon is beschuldigd van de moord op zijn vrouw en hun hoofdbeveiliger. Alles wijst erop dat de jury hem schuldig zal verklaren als er niet iets heel schokkends zal gebeuren tijdens het proces. Zeker als de lezer te weten komt dat Kane, de echte dader, in de jury plaats heeft weten te nemen. Joshua Kane is namelijk een buitengewoon slimme seriemoordenaar. Een met een trauma, een uitgedokterde modus operandi en een kilheid waar Hannibal Lecter u tegen zou zeggen. In beginsel de ideale tegenspeler voor Eddie Flynn.

Maar toch, die clash komt niet helemaal uit de verf. Een thriller staat of valt namelijk óók met het geduldig, geloofwaardig en vloeiend ontspinnen van de intrige, zeker in een rechtbankthriller: helaas is Dertien op sommige momenten te gehaast (en dan stoot ik me niet eens over het vroeg vrijgeven van de reeds genoemde premisse). Zo wordt de rechtszaak ongeloofwaardig genoeg binnen een tijdspanne van vijf dagen (vijf delen, maandag tot vrijdag) gepropt, inclusief het speuren naar aanwijzingen, het lezen van de dossiers, de terloopse moorden (die geen invloed lijken te hebben op de verhaallijn), het geruzie met de dwars liggende politie en het hele gehannes van liefdes, vriendschappen, ruzies en verraad dat er ook gewoon nog bij hoort. Tekenend voor deze gehaastheid zijn de paar keren dat Flynn vanuit het niets, zonder aanwijzingen, de trucjes van schurk Kane lijkt te doorzien:

Hoe was het DNA van een dode in godsnaam op het dollarbiljet gekomen?
Het was onmogelijk.
Terwijl die gedachte door mijn hoofd flitste, begreep ik het plotseling precies.

Tja, moet je hier nou om lachen of om huilen? Laten we het er maar op houden dat in thrillers af en toe een stripboekennaïviteit is toegestaan.

En wellicht ben ik ook te streng met bovenstaande kritiek, want Dertien is een goed geschreven boek met een interessant uitgangspunt. Maar soms had je gewild dat Cavanagh even een pas op de plek zou hebben gemaakt om de elementen verder uit te werken (het verhaal van de verdachte, het te terloops aangehaalde verleden van Flynn, het broeiende van het vast zittende onderzoek en de doorbraak erin) of dat hij niet aan die vijf dagen zou hebben vastgehouden om het hele verhaal te willen vertellen. Kortom, dat hij iets minder een pageturner had nagestreefd, want dat is Dertien zeker wél. Er zit in ieder geval genoeg te genieten in om ook Cavanaghs zojuist verschenen thriller Verdraaid op te pakken.

Luc de Rooy

Steve Cavanagh – Dertien. Vertaald door Betty Klaasse. Luitingh-Sijthoff, Amsterdam. 384 blz. € 12,50.