Succesverhalen VIII

Nu de bal al een tijdje niet meer over de velden rolt, moeten we het doen met boeken over voetbal, die zoals altijd gretig aftrek vinden. Ook de zoveelste biografie van het enigma Louis van Gaal bereikte geheel op eigen kracht de top van de bestsellerlijst.

Leraar Louis, Vader Van Gaal

Er is de afgelopen decennia al een elftal aan boeken verschenen over de bekendste en meest succesvolle (nog in leven zijnde) voetbaltrainer van Nederland, dus je moet van goeden huize komen om een biografie te schrijven die het eerdere werk naar de kroon stijgt. Sportjournalist Robert Heukels heeft in ieder geval op voorhand een aantal mooie ijzers in het vuur: niet alleen sprak hij vele malen met de meester zelf over alle facetten van diens leven en carrière, hij wist ook nog eens een twintigtal (oud)-spelers en coaches te strikken om uit de eerste hand te vertellen over hun ervaringen met LvG. Het levert een overzichtelijk, veelstemmig verhaal op over een indrukwekkende loopbaan en de bijzondere mens daarachter, maar jammer genoeg blijft het boek tevens behoorlijk in gebreke.

De opbouw van LvG is chronologisch: na Van Gaals niet onaardige loopbaan als voetballer volgt de wondertijd met het gouden Ajax halverwege jaren negentig, het avontuur in Barcelona en de deceptie met het Nederlands Elftal begin deze eeuw. Er is de ‘stap terug’ maar mooie zegetocht bij AZ, het grote succes bij Bayern München, de onwaarschijnlijke prestatie met Oranje op het WK van 2014 en het laatste kunstje bij Manchester United, waar Van Gaal na bijna dertig jaar zijn succesvolle carrière met gemengde gevoelens beëindigt. Tussendoor zijn er korte hoofdstukjes over de gemiste kansen en veelbelovende plannen die niet doorgingen.

Opvallend is allereerst dat Heukels niet alleen Van Gaals fraaie voetbalcarrière, als creatieve spelverdeler bij Sparta in een elftal met Dick Advocaat en een jonge Danny Blind, maar ook zijn trainerschap bij Ajax, Barcelona en eerste keer bij Oranje vrij summier uit de doeken doet. Wellicht is die keuze gerechtvaardigd omdat eerdere biografieën hier uitputtend in zijn (Heukels citeert er zelfs enkele malen uit), maar het komt de volledigheid niet ten goede. Daarentegen is er buitengewoon veel aandacht voor de laatste twee jaar bij Manchester United, die niet tot de grootste glorie van LvG behoren. Hoewel het boek de ontwikkeling die Van Gaal als coach doormaakt stapsgewijs probeert te schetsen, draait het vooral om de ervaren trainer die alles al eens gezien en gewonnen heeft.

Een andere structurele keuze die minder goed uitpakt is de verwerking van de vele interviews. Nadat Heukels eerst op informatieve maar droge wijze de belangrijkste gebeurtenissen bij een club heeft geschetst, komt eerst LvG zelf aan het woord om hier met de kennis van nu kort op te reflecteren. Vervolgens worden de gesprekken met enkele spelers en coaches die hierbij betrokken waren vrij letterlijk naverteld. Het gevolg hiervan is niet alleen dat sommige dingen drie of meer keer worden benoemd, maar ook dat het een wat onsamenhangende brij is. Een specifiek conflict met een speler bijvoorbeeld kan beter eenmalig verteld worden door Heukels, waar de visie van LvG en de betrokken speler doorheen verweven zijn, in plaats van dat het steeds wordt aangehaald vanuit een ander perspectief. En hoewel sommige interviews, met name de gesprekken met collega-coaches of bestuurders, veel mooie verhalen over Louis van Gaal opleveren, is niet elk interview informatief of sprankelend genoeg om er pagina’s mee te vullen, iets wat Heukels echter bijna glunderend doet (inclusief beschrijving van de lunches of het thuisbezoek aan de speler) als het een bekende voetballer betreft.

De gesprekken met grote voetballers die Van Gaal van dichtbij hebben meegemaakt maken wel duidelijk dat ze het allen een groot genoegen vonden om met hem te werken en onnoemelijk veel van hem geleerd hebben. Enerzijds draait het dan om zijn voetbalvisie, tactisch inzicht en het managen in alle facetten van een grote club of nationale ploeg, van de materiaalman en videoanalist tot de grootste vedetten. Anderzijds zijn er veel herinneringen aan de warme persoonlijkheid die Van Gaal naar zijn spelers is: altijd vragen naar de thuissituatie en mentale toestand van de voetballer in kwestie, eindeloos motiveren en stimuleren om diens rol in het team te verbeteren, en ongevraagd advies over alle aspecten van het leven. Je krijgt het idee dat Louis van Gaal vooral sterk is op het vlak van de menselijke interactie, en dat hij net zo goed met succes een grote organisatie zou kunnen leiden. Waar Van Gaal in de media wel wordt weggezet als iemand die communicatief de plank misslaat, en ook in dit boek worden enkele grappige voorbeelden aangehaald, komt vooral het beeld van de betrokken en liefdevolle leraar in vrijwel alle interviews naar voren.

Het meest interessant zijn niet de gesprekken met bekende voetbalgrootheden, maar die met de specialisten achter de schermen die Van Gaal van dichtbij meemaakten. Videoanalist Max Reckers tilde Van Gaals filosofie naar een hoger plan toen hij deze met behulp van beeldmateriaal wist te verfijnen en inzichtelijk maken voor spelers. De jonge Reckers ontwikkelt een nauwe band met Van Gaal die veel weg heeft van een vader-zoonrelatie, tot en met het voorstellen van zijn nieuwe vriendin aan Louis en Truus. Ook de interviews met teamarts Piet Bon en inspanningsfysioloog Jos van Dijk maken duidelijk dat de loyale Van Gaal veel belang en waarde hecht aan de fysieke en mentale conditie van zijn kwetsbare voetballers, en op dit gebied veelal stappen vooruitliep op de meeste coaches. In alle gesprekken wordt benadrukt hoe allround de aanpak is die Van Gaal hanteert, en dat hij zeker niet wars is van nieuwe trends en digitale ontwikkelingen, maar dat de menselijke maat voorop blijft staan.

Waar het boek tot in detail ingaat op de werkwijze en voetbalvisie die Louis van Gaal uitdraagt, blijft de ‘totale mens’ wat onderbelicht. Niet dat er geen vrolijke anekdotes uit de privésfeer de revue passeren, maar het markante en soms moeizame karakter dat Van Gaal tegen wil en dank met zich meedraagt, komt nauwelijks aan de orde. Dit beeld zal ongetwijfeld opgeblazen zijn door de hijgende media, maar al lezende ontkom je niet aan de indruk dat Van Gaal bijvoorbeeld autistische trekjes heeft. Het zou Heukels sieren als hij een dergelijke stelling eens aan Van Gaal had voorgelegd, maar de gesprekken die hij met hem voert zijn een en al bewieroking en staande ovatie. De meest kritische noten komen nog van de oefenmeester zelf, die aangeeft aan het begin van zijn carrière de nodige fouten te hebben gemaakt vanuit zijn koppigheid en overtuiging, en dat hij gedurende zijn loopbaan steeds beter in staat is gebleken zijn persoonlijke visie te combineren met die van de club en spelers. Het beste voorbeeld daarvan is het Nederlands Elftal, waar hij in 2002 faalde met zijn eigen visie, maar in 2014 excelleerde met een nieuwe aanpak die gericht was op de kwaliteiten van de spelersgroep.

Zoals wel vaker bij sportboeken het geval is, hoef je ze niet te lezen voor de mooie zinnen. LvG is daarop helaas geen uitzondering, ook omdat Heukels het soms nogal opmerkelijke taalgebruik van Louis van Gaal (beluister ook het geestige lied van Meindert Talma hierover) vrij letterlijk weergeeft. Weliswaar hoor je hierdoor de trainer spreken, inclusief zijn bijzondere nadruk op belangrijke woorden, maar het komt de leesbaarheid niet ten goede.

‘Ja, die lezing toen, dat was achteraf heel apart. Visie en structuur. De sfeer in Nederland was: we stelden niks voor. De spelers waren minder goed dan gebruikelijk. En ik zei: “Maar de bondscoach ziet kansen.” Daar ben ik trots op, omdat alles wat ik daar toen zei, uitgekomen is.’

Het boek wemelt van passages als de bovenstaande, waar een goeie redacteur toch beter leesbaar Nederlands van had kunnen maken.

Nu Van Gaal ‘officieel’ met pensioen is, rijst de grote vraag wat hij met de rest van zijn leven gaat doen, al heeft hij het naar eigen zeggen drukker dan ooit met gratis advies geven. Je gunt de beste man zijn welverdiende rust met Truus in Portugal, maar ergens is het jammer dat zo veel kennis en gogme niet langer wordt benut. Wellicht dat hij nog eens bij het NOC*NSF aan de slag kan, zeker nu hij de laatste jaren ook nadrukkelijk interesse heeft getoond voor andere sporten; getuige zijn bezoek aan de Tour de France, waar hij de betrokken trainers voor de vuist weg even vertelde hoe zij de renners moesten coachen: de leraar Van Gaal in optima forma.

Hoewel LvG een lezenswaardig boek is voor iedereen die nog meer wil weten over het fenomeen, schiet de semi-autobiografie toch op veel punten jammerlijk tekort. Wellicht dat een van de A-klasse sportjournalisten die ons land rijk is zich nog eens wil wagen aan een definitieve biografie, waarin naast de vele successen en lof van spelers ook diens voetbalvisie wordt afgezet tegen die van anderen, en de keerzijden en opmerkelijke karaktertrekken van de supercoach kritisch worden belicht. Want dat Van Gaal de beste nog levende trainer van Nederland is, plus een uiterst bijzonder maar lovenswaardig mens, wisten we ook al voor het lezen van dit boek.

Willem Goedhart

Louis van Gaal & Robert Heukels – LvG. De trainer en de totale mens. Nieuw Amsterdam. 288 blz. € 22,99.