Het voortbestaan van de leerstoel Nederlands-Caribische letteren aan de Universiteit van Amsterdam wordt bedreigd. Dat zegt de Curaçaose schrijver Eric de Brabander vandaag in de Volkskrant. Op de opiniepagina beschuldigt hij de universiteit ervan subsidiegelden die promoties bij bijzonder hoogleraar Michiel van Kempens opleveren (80.000 euro per promotie) ‘in de grote pot’ te laten verdwijnen.

De universiteit doet niets aan marketing (geen geld voor) en zegt jaarlijks 35.000 euro tekort te komen om de leerstoel, die dertien jaar geleden werd ingesteld, te bekostigen. Volgens De Brabander, die zes romans, twee kinderboeken en een verhalenbundel publiceerde en bovendien tandarts is, vullen donaties van particulieren het tekort aan.

Het is elk jaar maar weer de vraag of het lukt dat geld bij elkaar te sprokkelen en of de leerstoel kan blijven bestaan

schrijft De Brabander, die vervolgens het tijdschrift van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde citeert:

In de academische wereld is geen andere plek waar de literatuur en cultuur van het Nederlands-Caribisch gebied wordt bestudeerd. Dit maakt Van Kempen tot aanspreekpunt voor geïnteresseerden en instanties in binnen- en buitenland. Tot nu toe leverde de leerstoel proefschriften op van zeer uiteenlopende onderwerpen en diverse publicaties.

Wegvallen van de leerstoel Nederlands-Caribische letteren zou ‘eeuwig zonde’ zijn, concludeert De Brabander. Vorig jaar verscheen bij In de Knipscheer zijn roman De vergankelijkheid der dingen.

Hier zijn hele stuk in de Volkskrant.

Foto: Frank Martinus Arion (1936-2015) was een van de bekendste Curaçaose schrijvers.