Berenklauwen en orchideeën

In Nederland zie je ze nog heel soms. Als sierplant in tuinen of als onkruid langs het water: de reuzenberenklauw. Een gevaarlijke plant die voor ernstige brandwonden zorgt en inheemse soorten verdringt. In de jaren zestig en zeventig werd de berenklauw massaal geteeld in de Sovjet-Unie. De snelgroeiende plant is rijk aan vitaminen en proteïnen en overleeft daarnaast in bijna elk klimaat. Pas in de jaren zeventig werd de productie stilgelegd: de koeien die de plant aten gaven bittere melk en het vlees kreeg een vreemde bijsmaak. Het leed was al geschied: de berenklauw overwoekerde akkers, bermen, en beekdalen. Ze verdrongen andere soorten door hun grote balderen en bleken knap lastig om uit te roeien. Geen wonder dat deze invasieve exoot die houdt van stikstofrijke gebieden een centrale rol speelt in Klimaatverdriet, Marek Šindelka’s recent vertaalde debuutroman. In een van de eerste scènes zit de hoofdpersoon Kryštof samen met zijn moeder in de trein:

‘Die moet je nooit aanraken, dat zijn berenklauwen,’ hoort hij zijn moeder zeggen, maar hij luistert slechts half. Hij is in de ban van dat monsterlijke onkruid. Hij kan er zijn ogen niet van losmaken.

Kryštof’s obsessie met planten neemt in deze klimaatthriller een duistere wending aan. Šindelka beschrijft een nabije toekomst waarin modderstromen Praag overspoelen, het altijd snikheet is en mensen verlangen naar sneeuw. Bedreigde plantensoorten gaan voor veel geld van hand tot hand. Kryštof zit diep in het illegale wereldje en is voor zijn laatste klus opzoek naar een zeldzame orchidee. Een zwarte bloem die parasiteert op levende lichamen.

Klimaatverdriet is een fragmentarische vertelling waarin verschillende stijlen samenkomen. Het verhaal is een kruising van genres dat het midden houdt tussen een thriller, een horrorverhaal, een liefdesverhaal en science fiction-vertelling. Šindelka (1984) studeerde af als scenarioschrijver en won in 2006 de belangrijkste poëzieprijs in Tsjechië. Twee jaar later verscheen zijn debuut Klimaatverdriet. Šindelka’s latere twee romans Anna in kaart gebracht en Metaalmoeheid zijn al eerder in het Nederlands vertaald en uitgegeven. Zijn debuutroman Klimaatverdriet verscheen in een haarscherpte vertaling van Edgar de Bruin en is schitterend vormgegeven door Das Mag. Het eerste boek van een schrijver bespreken nadat zijn twee latere boeken lovend zijn ontvangen voelt onwennig aan. Klimaatverdriet is duidelijk een debuutroman. Maar wel een debuutroman van bijzondere kwaliteit.

In zijn jeugd bracht Kryštof zijn zomers door op het platteland samen met zijn jeugdvriend Andrej. Beide jongens worden verliefd op Nina, maar Andrej is degene die uiteindelijk met haar trouwt. Als Kryštof bij de twee op bezoek komt en niet kan stoppen met vertellen over zijn avonturen opzoek naar zeldzame bloemen, bloeit er weer iets op tussen hem en Nina. Deze driehoeksverhouding vormt één van de geraamtes van het verhaal. Tegelijkertijd wordt Kryštof gezocht door twee politieagenten nadat er een dubbele moord heeft plaats gevonden. In een ziekenhuis wordt een meisje behandelt voor een nieuwe ziekte, de symptomen: totale passiviteit.

Vroeger had men het over de midlifecrisis, over de ‘middagdemon’ zou Jung zeggen, later over het syndroom van de burn-out, gegeneraliseerde angststoornis, en de laatste jaren is het klimaatverdriet.

Alhoewel de voorflap doet geloven dat het om een spannende klimaatdetective gaat, het plot is niet wat verrast in Klimaatverdriet. Dat is Šindelka’s schrijfstijl. Door de korte fragmenten, de steeds wisselende perspectieven en de opgebouwde spanningsboog beginnen halverwege de roman uit elkaar te vallen, maar toch blijf je doorlezen. Niet omdat je wilt weten hoe het verder gaat, maar omdat sommige passages je direct Šindelka’s universum inzuigen:

Hij liep in de herrie van machines en het gebrul van mensen, in het geratel van neergelaten rolluiken van winkels, in kindergehuil, in het klapperen van pneumatische hamers die het trottoir kapotmaakten, in het sissen van alle sigaretten waar honderden mensen teer uit zogen.

Šindelka schrijven zit vol zintuigelijke ervaring, vreemde observaties en poëtische metaforen. Dat maakt veel goed. Bijvoorbeeld Nina’s eendimensionale karakter splijtzwam tussen de twee vrienden of te lang uitgerekte scenes over het wachten op een vertrekkende trein.

Door Šindelka’s ogen is de wereld een caleidoscoop vol verschillende kleuren, geluiden en geuren. De originele Tsjechische titel van zijn debuut luidt Chyba, wat fout of vergissing betekent. Helaas mist de Nederlandse titel Klimaatverdriet deze lading. Alhoewel de auteur de langzaam voltrekkende klimaatramp onder de aandacht brengt, is het niet het verdriet, maar zijn het de gevolgen van de vergissing die overheersen. In Šindelka’s universum is zelfs de duistere, onheilspellende toekomst in Klimaatverdriet mooi in al haar verval. Zoals een veld vol berenklauwen.

Kinha de Almeida Guimarães

Marek Šindelka – Klimaatverdriet. Vertaald door Edgar de Bruin. Das Mag, Amsterdam. 380 blz. € 23,99.