De kwestie rond de vertaling van het gedicht The Hill We Climb blijft de gemoederen bezig houden. Johan Fretz had in de lokale krant Het Parool al een column geschreven over deze kwestie, maar hij besloot opnieuw de pen op te pakken toen hij het stuk van Wilma de Rek in de Volkskrant las. In een lange open brief op Facebook schrijft hij onder meer:

Je sluit af met: ‘Literatuur gaat altijd over je verplaatsen in een ander. Het is er de kern van.’ Klopt, ik zou zeggen: probeer het zelf ook eens, je verplaatsen in een ander. ‘Alle schrijvers mogen over alle onderwerpen schrijven.’ Aha. Na All Lives Matter hebben we dankzij jou nu ook: All Writers Matter. Dankjewel. En voor de duidelijkheid: dit betwist dus helemaal niemand. ‘En de producten van hun verbeeldingskracht mogen door alle vertalers worden omgezet in een andere taal. Wie daaraan tornt, is gevaarlijk bezig.’ Klopt, ook dat betwist niemand, maar jij wilt dat niet horen. Je verdraait de feitelijke kritiek, maakt er een kwaadaardige karikatuur van, die je vervolgens inzet voor een betoog waarin je dus reageert op iets dat niemand heeft beweert. Ik zei het al: lef kan je niet worden ontzegd.
Maar troost je in elk geval hiermee: het overgrote deel van je lezers zal het met je eens zijn. Mensen met ‘een normaal leven’, zoals jij ze noemt. Het moet vast een hele geruststelling zijn dat je feitelijk onjuiste, badinerende, extreem geprivilegieerde, naar beneden trappende column ook nog eens volkomen conformistisch is. Een conformisme dat, pijnlijk genoeg, ook binnen de literaire wereld zelf gretig wordt omarmd, onder het mom van rebellie.

Lees de hele brief hier.