Herinneringen in een hutkoffer of onder een vlonder

Het geheugen blijft iets mysterieus. Je blijkt geen enkele invloed te hebben op wat je je juist wilt herinneren of wat je liever zou vergeten. Douwe Draaisma is specialist op dit gebied. De filosoof en psycholoog heeft al aardig wat boeken geschreven over het geheugen, zoals De heimweefabriek en Als mijn geheugen me niet bedriegt.

In het net verschenen De ivoren cel heeft Draaisma tachtig herinneringen bij elkaar gebracht van auteurs uit andere delen Privé-domein, immers: ‘Schrijvers zijn er bij uitstek van doordrongen dat ze met hun woorden ervaringen en gebeurtenissen niet zozeer registreren als wel construeren.’

In het voorwoord gaat Draaisma dieper in op de materie. De fragmenten heeft hij zorgvuldig gekozen, ook met het doel om een paar ideeën over het geheugen te ontkrachten of herdefiniëren. Zo is het volgens hem niet waar dat herinneringen die in de loop van het leven zijn veranderd, daardoor ‘onbetrouwbaar of onwaar zouden zijn’. Iets wat later in het leven is gebeurd, kan namelijk van invloed zijn op de herinnering die daaraan voorafgaat. Een tweede voor de hand liggende gedachte is dat het leven een optelsom van herinneringen is. Dat is niet juist, stelt hij, deze herinneringen geven je een versie van het verleden. Het verleden ligt dus niet vast, het past zich aan en kan ‘in beweging komen, van gedaante veranderen.’

Onwillekeurig dwaal je tijdens het lezen af naar je eigen herinneringen, maar vooral naar gedachtes over herinneringen. Klopt het wel wat ik me nu voor de geest haal of is het misschien heel anders gegaan? Waarom weet ik niet meer wat ik toen en toen gedaan heb? Herinner ik het me of heb ik een foto gezien en herinner ik me die foto?

De fragmenten worden steeds even ingeleid door Draaisma. Hij schetst de context of zegt iets over de specifieke herinnering. In tegenstelling tot een eerder Privé-domein over herinneringen (nr. 151, Ik herinner mij) waar alleen Nederlandse auteurs in aan bod komen, staan er in De ivoren cel passages van grote en kleine auteurs uit de wereldliteratuur.

Mary McCarthy wordt aangehaald met een mooi voorbeeld van bronamnesie. De herinnering is er wel, alleen is de herkomst ervan onduidelijk. Zo zou haar zoon in een bus nabij Cape Cod hebben gehoord dat Mussolini uit diezelfde bus gesmeten was. Als zij en haar man waren overleden, zou de zoon in kwestie nooit hebben geweten dat het een uitroep was van de buschauffeur die in de krant het laatste nieuws had gelezen en toen riep: Ze hebben Mussolini eruit gegooid.’ Er moest dus iemand zijn, in dit geval zijn moeder, om de herinnering te duiden.

Intrigerend is ook het fragment van Ernest Hemmingway. Toen de schrijver in 1928 uit Parijs vertrok, gaf hij bij het hotel twee hutkoffers in bewaring. Blijkbaar werd hij er pas weer aan herinnerd in 1956, toen het hotel hem verzocht de koffers op te halen. Zijn herinneringen waren letterlijk ergens achterlaten, hij was ze vergeten en was blij verrast met alle ‘aantekenboekjes en brieven uit de tijd dat hij in Parijs als beginnend schrijver het vak onder de knie probeerde te krijgen.’ Wat uit de hervonden herinneringen naar boven kwam was dat hij toen gelukkig was geweest, in tegenstelling tot de periode waarin hij de hutkoffer weer openmaakt. Draaisma stelt daarop terecht de vraag: ‘Hoe schrijf je over vroeger geluk als je nu ongelukkig bent?’ Hoe kijk je dan terug? Met spijt en een schuldgevoel. Het fragment dat volgt komt uit A Moveable Feast dat pas na de dood van Hemmingway verscheen en gaat over die gelukkige tijd in Parijs.

In Een tuin in de winter haalt Anna Enquist niet alleen herinneringen op aan haar vriendschap met Gerrit Kouwenaar, maar ze reflecteert ook over het begrip herinneren. Ze geeft een prachtige metafoor voor het geheugen: ‘Meestal gaat het in de ontwikkeling van mensen zo dat er als het ware een vlondertje gelegd wordt over een afgesloten ontwikkelingsfase. Daarop wordt dan verder gebouwd, en wat er onder de vlonder ligt is niet gemakkelijk meer te bereiken.’

Douwe Draaisma stelde met De ivoren cel een boeiende compilatie samen met treffende fragmenten uit een groot aantal delen van deze bijzondere reeks. De ouderwetse gummetjes die op de kaft staan afgebeeld liggen bijna voor het grijpen. We wissen dingen niet uit om ruimte te maken, alles blijft ergens bewaard, in een hutkoffer of onder een vlondertje, en soms komen we onszelf van vroeger ineens weer tegen.

Arjen van Meijgaard

Douwe Draaisma – De ivoren cel, Herinneringen en vergeten in Privé-domein. De arbeiderspers, Amsterdam, 270 blz. € 24,99.