In het hoofd van een beginnend comedian

Als je bijna dertig jaar bent, lijkt iedereen van je te verwachten dat je een partner hebt, misschien ook al kinderen, maar in ieder geval een huis en een interessante baan. Als je echter nog niet weet wat je met je leven aan moet, lijkt het alsof je gefaald hebt, je leven in puin ligt en het nooit meer goedkomt met je. Voor veel mensen zal dat heel herkenbaar zijn, want meer mensen rond die leeftijd bezitten net als de schrijfster alleen een eigen fiets. Martine Bakker legt in Ik durf niets maar doe alles aan de lezer uit hoe ze zichzelf dwong om niet meer uit te stellen wat ze graag wilde doen, namelijk stand-upcomedy. Van zichzelf mocht ze pas na honderd optredens stoppen om goed te kunnen bepalen of stand-upcomedy iets voor haar is.

Hoe verder ze komt in de honderd uit te voeren optredens, hoe meer last ze krijgt van opmerkingen over het beeld dat ze behoort uit te stralen volgens een bepaald type man. Zo moet ze er sexy uitzien, minder sexy juist, een jurk aan, een stoere spijkerbroek met gympen, zich onderscheiden van de mannen en meer one of the guys zijn. Niet te doen dus. Dit type man denkt bovendien dat de halve wereldbevolking, de vrouwelijke helft uiteraard, geen humor heeft en daardoor sowieso ongeschikt is voor stand-upcomedy. Gelukkig kan de schrijfster zich niet voorstellen dat het hebben van een baarmoeder invloed zou hebben op je gevoel voor humor en gaat ze gewoon door. Het publiek blijkt dan ook nog geneigd te zijn meer op vrouwelijke comedians te letten omdat die meestal in de minderheid zijn. Dit maakt het allemaal niet makkelijker.

Als lezer zit je boven op de ontwikkeling van het personage. Je belandt, afhankelijk van hoe het gaat, midden in de paniek of het geluk van de stand-upcomedymomenten. De ene keer gaat het gruwelijk slecht en de andere keer geweldig goed. Je kan goed meevoelen hoe dat is. Terwijl mensen vaak de omstandigheden de schuld geven als het niet lukt hun dromen te verwezenlijken, of wachten tot de omstandigheden perfect zijn voordat ze gaan doen wat ze graag willen, gaat de schrijfster gewoon door met haar voornemen een comedian te worden. Ook als het een paar keer een ware nachtmerrie is om op het podium te staan.

We zeggen niet dat we nooit gaan doen wat we graag willen, maar we stellen het uit tot in ons graf. Ondertussen focussen we ons op kortetermijnvoldoening zoals feesten, op onze telefoon kijken, winkelen, snaaien of seksen. Maar zouden we niet gelukkiger zijn als we ons af en toe afzonderden om bezig te zijn met ons meesterplan?

Daar is natuurlijk weinig tegen in te brengen, en die boodschap komt over.

Het boek zit vol maffe, pijnlijke, grappige en gênante momenten die het hoofdpersonage doorstaat tijdens het beter worden in stand-upcomedy. Haar conclusie is: ‘Begin gewoon en als je dat eenmaal hebt gedaan, stop dan nooit.’

Lidewei Houtman

Martine Bakker – Ik durf niets maar doe alles. A.W. Bruna Uitgevers, Amsterdam. 288 blz. € 20,99.