Een wonderlijke onderwaterwereld

Een nieuw boek van de Brusselse illustrator Leo Timmers vormt doorgaans een feest van herkenning: in zijn karakteristieke stijl verbeeldt hij veelal koddige dierenfiguurtjes, met een sprekende mimiek.

In Het monstermeer maken we kennis met vier eenden die een uitje naar het meer willen maken. Enkel eend Erik betoont zich wat terughoudend; er zou immers een ‘verschrikkelijk monster’ onder het wateroppervlak huizen. Terwijl het viertal ogenschijnlijk doodgemoedereerd op het meer dobbert, geeft Timmers enkele expliciete aanwijzingen richting een onverwachte wending. Want waarom zwemmen alle vissen en kikkers onder de waterspiegel wat paniekerig de andere kant op?

Timmers overtuigt opnieuw met een beheerst, sober kleurenpallet: via een uitgekiende compositie worden de vier eenden aanvankelijk door veel witruimte omgeven. Naarmate het verhaal vordert, stijgt het wateroppervlak en geeft zo een kleurrijke onderwaterwereld prijs. En ja, dan wordt Erik haast vanzelfsprekend met een grotesk ‘monster’ geconfronteerd. De combinatie van de talrijke uitsteeksels, vinnen en pootjes verleent het wat logge dier een goedmoedig uiterlijk. Het moge wel duidelijk zijn dat Timmers opnieuw veel plezier beleefde aan de creatie van zijn zogenaamde ‘monster’. Of ‘monsters’, want naarmate Erik dieper doordringt in de ogenschijnlijk vredige onderwaterwereld, leert hij allerhande kleurrijke creaturen kennen; enerzijds lijken ze wel wat op vissen, anderzijds hebben ze vreemdsoortige attributen, besturen allerhande voertuigen – een speelse knipoog naar eerder werk – of vinden verstrooiing in een spelletje basketbal. Timmers verbeeldt die wonderlijke wereld o.a. via een uitklapbare prent van bijna één meter lengte, waarop een keur aan dieren en details zichtbaar wordt. Erik kijkt letterlijk en figuurlijk z’n ogen uit en beleeft de tijd van zijn leven.

Opnieuw in het gezelschap van zijn vrienden lijkt de eend niet zo happig om z’n geheim prijs te geven, of net wel? Timmers speelt een subtiel spel met de conventies van waarheid en fantasie en haalt zo het verwachtingspatroon van de lezer onderuit. Tegelijkertijd kan je de vraag stellen of Erik de waarheid eenvoudigweg niet kan vertellen omdat z’n gevederde vrienden nu éénmaal sterk bevooroordeeld zijn. Jonge lezers worden uitgenodigd om zelf een standpunt in te nemen, want samen met Erik weten ze immers meer dan de drie andere eenden.

Zo overtuigt Het monstermeer voornamelijk als een gelaagd verhaal over een keur aan thema’s, en dat is, gezien de beperkte lengte van dit prentenboek, absoluut een meerwaarde. In tegensteling tot eerder werk besteedt Timmers minder aandacht aan de begeleidende tekst, die echt tot een minimum herleid wordt. De spaarzame zinnen worden voornamelijk gereduceerd tot dialogen. Ze missen een zekere souplesse en sluiten daardoor niet altijd bij de prenten aan. Ook de combinatie van voertuigen en de onderwaterwereld is niet helemaal geslaagd, en zeker minder sterk dan in voorgangers als Aap op straat (2018), Garage Gust (2015), of De kar van de koning (2012). Dat neemt niet weg dat Het monstermeer nog steeds een overtuigend prentenboek is, waaraan peuters en kleuters heel wat kijkplezier kunnen beleven. Van een internationaal gelauwerd illustrator als Leo Timmers verwacht je nu éénmaal dat ietsje meer.

Jürgen Peeters

Leo Timmers – Het monstermeer. Querido, Amsterdam/Antwerpen. 40 blz. € 17.99.