Leven met een vos

In 1925 ontdekt een derdejaars studente Nederlands, Helena Antoinette Kroon bij de bestudering van het middeleeuwse Van den vos Reynaerde iets bijzonders. Als je de eerste letters van de laatste regels van het werk leest, dan vormen die de woorden ‘BIWILLEME’: door Willem. Haar professor, J.W. Muller had de tekst al jarenlang van voor naar achteren bestudeerd, maar had het acrostichon nooit opgemerkt en alle geleerden voor hem evenmin.

Met de verschijning van De Reynaert markeert Frits van Oostrom het einde van zijn hoogleraarschap in Utrecht. Op de dag dat Van Oostrom afscheid nam in de Domkerk, in aanwezigheid van de halve universitaire wereld, lag dit bijna 600 bladzijden tellende boekwerk in de winkel. Natuurlijk had Van Oostrom ook graag een grote ontdekking gedaan. Dat Willem de schrijver was, was al weggegeven in de eerste regel: ‘Willem die Madocke maecte’, maar dan weten we nog niet veel meer, want wie Willem was, is onbekend en het boek Madocke dat hij blijkbaar eerder heeft geschreven is ook niet traceerbaar. Hoe mooi zou het zijn geweest als Van Oostrom dat onbekende boek als eerste had ontdekt, en daar hoopte hij op met de hulp van de huidige digitale zoekmachines, maar ook hij blijft in het duister tasten.

Het verhaal is bekend, mag ik veronderstellen, althans voor diegenen die op school toevallig dit werk in plaats van Karel ende Elegast behandeld hebben gekregen. Ultrakort: tijdens een hofdag van koning Nobel blijken er allerlei klachten over de vos te zijn: overspel, diefstal, moord, je kunt het zo gek niet noemen of Reynaert is er verantwoordelijk voor. Hij wordt aan het hof gedaagd zodat er recht gesproken kan worden. Bruun de beer gaat hem halen uit diens burcht Maupertuus, maar zijn gulzigheid doet hem de das om. Reynaert lokt hem in de val en staat lachend toe te kijken hoe dorpsbewoners hem toetakelen. Daarna is het de beurt aan Tybeert de kater, die helaas ook wat al te hongerig is en eveneens vast komt te zitten. Bij het gevecht met dezelfde dorpelingen raakt de pastoor een bal kwijt. Een scène die regelmatig gecensureerd werd in schooluitgaven, terwijl dat nou net een smeuïge passage is. Grimbeert de das lukt het uiteindelijk om Reynaert naar de koning te leiden. Terwijl de vijanden van Reynaert alvast een strop aan het optuigen zijn, weet Reynaert met een laatste grote list de koning en de koningin om de tuin te leiden en verlaat hij, zogenaamd op pelgrimstocht naar Rome, als vrij man het hof.

Er bestaan al veel langer Reynaert-verhalen. In het Franse Roman de Renard komen episodes voor waar ‘onze’ Reynaert op gebaseerd is. Onze Reynaert werd pas rond 1800 ontdekt in het Comburgse handschrift, genoemd naar een klooster in Zuid-Duitsland. Het handschrift komt uit de periode tussen 1370 en 1420. Ook het tweede volledige handschrift van de Reynaert bevindt zich in Duitsland. Het werd in 1907 ontdekt. Het Dyckse handschrift werd gevonden op een slot in Rheinland-Westfalen en wordt gedateerd rond 1340.

De Reynaert van Frits van Oostrom is meer dan alleen een studie over de middeleeuwse vos die zijn vijanden te slim af is. Van Oostrom laat ook de volledige breedte van het vak Nederlands zien. Van de eerste wetenschappers die zo nauwkeurig mogelijk de handschriften probeerden om te zetten naar leesbare teksten tot de wetenschappers die tot op de dag van vandaag bezig zijn met het interpreteren van bepaalde passages, regels en zelfs woorden. Zo hebben geleerden zich jarenlang het hoofd gebroken over een vogel die op Tybeert komt aanvliegen en waarvan de kater hoopt dat die ter rechterzijde zal langsvliegen, maar de vogel doet dat ter linkerzijde, een slecht voorteken. Met welke vogel hebben we hier te maken? Een column in 2020 in het programma Vroege vogels biedt, na vergelijking met het Oudfranse voorbeeld van de Reynaert en wat heen en weer vertalen, uitkomst: we hebben te maken met de blauwe kiekendief.

Van Oostrom weet uiterst vermakelijk, maar met respect, te vertellen over al die professoren die zich gebogen hebben over de tekst en alle interpretaties die daaruit volgden. Het meest in het oog springen de scabreuze interpretaties. Want wat moeten we denken van Reynaert die de haas Cuwaert ‘kapelaan ging maken’ door hem ‘vaste tusschen sine beene’ te klemmen? Is het een homoseksuele scène, een masturbatiescène? Van Oostrom toont hoe de verschillende interpretaties tot stand kwamen en voegt er zijn visie aan toe.

De Reynaert is ook een persoonlijk verhaal. Als Van Oostrom geen leraar had gehad die in de vierde klas op een bevlogen wijze had verteld over Van den vos Reynaerde en daarbij alle obscene toespelingen die in de schooleditie ontbraken aanvulde, dan had hij misschien wel een andere studie gekozen. Die leraar Nederlands, stokoud inmiddels, was ook aanwezig in de Domkerk. Hij heeft eer van zijn werk, want De Reynaert zal lange tijd het standaardwerk blijven over deze middeleeuwse vos. Totdat iemand Madocke ontdekt natuurlijk.

Coen Peppelenbos

Frits van Oostrom – De Reynaert; Leven met een middeleeuws meesterwerk. Prometheus, Amsterdam. € 35. 592 blz.

Deze recensie verscheen eerder in een iets andere versie in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 9 juni 2023.

Tijdens Zomerzinnen op FestivalderAa in Schipborg wordt op vrijdag 7 juli auteur Frits van Oostrom geïnterviewd door Annette Timmer.