Ongekunsteld liefdesverhaal over de afgronden van de Mont Blanc

De Frans-Zwitserse alpiniste Henriette d’Angeville (1794-1871) was in 1838 de tweede vrouw die de top van de Mont Blanc bereikte. Haar nichtje Olympe droomt van hetzelfde kunststukje: zij wil graag in de voetsporen treden van haar beroemde tante. Iedereen die haar van dat plan probeert af te helpen, heeft een probleem. Ze is geoefend, toegewijd en vooral vrijgevochten, koppig en dwars. Net als haar tante.

In het dagelijks leven is ze ontwerper van kleding. Tegen alle trends en fatsoensregels in ontwerpt ze broeken voor vrouwen. Een regelrechte belediging uiteraard, de opgestoken neuzen en wegwerpgebaartjes zijn niet van de lucht. Olympe is niet van zins het over een andere boeg te gooien. Haar feministische inborst past in het plaatje, samen met haar bozige en ongedurige karakter.

Op een dag treft ze Edmond, een bovengemiddelde werkman, die niet past in het gegoede milieu van Olympe. Weer geldt: het zal haar een rotzorg zijn, het is háár leven. Olympe’s vader, die de strapatsen van zijn dochter maar moeilijk kan aanzien, stuurt Edmond naar de bergen voor een militaire training. Eenmaal terug heeft Edmond genoeg bewezen en wordt hij opgenomen in de hogere echelons. Hij is een harde werker en raakt even conservatief als zijn schoonvader.

Vanwege zijn tijd in de bergen wil Olympe samen met Edmond de Mont Blanc beklimmen, maar voordat dat plaatsvindt, gebeurt er iets ergs. Dan gaan in het verhaal alle remmen los en komt alles letterlijk en figuurlijk samen – of nu ja, zo goed als. Zonder dat het gekunsteld is, verandert het verhaal in een prachtig liefdesrelaas, dat zowel leunt op het scenario als de tekeningen.

Het knappe aan Edelweiss is dat het werk van scenarist Mayen en tekenaar Mazel zo naadloos aansluit. Emoties worden keurig verdeeld over de woorden en plaatjes: wat we zien wordt niet gezegd en vice versa. Dat zorgt voor een goede verhaalontwikkeling, de lezer wordt meegevoerd in plaats van vooruit geduwd. De uitdrukkingen – vooral veel boosheid en frustratie – heeft Mazel goed in haar vingers. Olympe is een stuurse jongedame, met een vrij permanente frons – die bestaan, ook nu. Edmond is een veel bedeesder figuur, die gaande het verhaal steeds groter lijkt te worden. Veel is symboliek, maar de ontwikkeling van Edmond heeft onmiskenbaar iets fysieks.

Edelweiss is ook midden in de zomer een verhaal dat op zijn plaats valt. Verkoelend is het alleen niet: het is een klassiek opgezet en uitgewerkt liefdesverhaal met behoorlijk wat tegenslagen. Het is verleidelijk om allerlei platte beeldspraak met bergen en toppen te gebruiken, zoals op de achterflap, maar dat doet het verhaal geen recht: Edelweiss gaat meer over tegenslagen overwinnen dan echt iets bereiken. En dan zie je na verloop van tijd vanzelf wat er gelukt is.

Stefan Nieuwenhuis

Lucy Mazel & Cédric Mayen – Edelweiss. Lauwert. 96 blz. hardcover. € 25,95.