Aan het begin van zijn tweede aulalezing gaat Raoul de Jong in op zijn gemoedstoestand. Er zitten hem twee zaken dwars: het contact met een collega-schrijver uit Palestina is weggevallen zonder dat hij weet wat er met hem gebeurd is én de uitslag van de verkiezingen. Ook bij de vragen na afloop komt hij op de keuze voor Wilders terug, waarbij hij zich gedesillusioneerd toont.

Ik doe dit toch ook allemaal omdat ik mensen in principe leuk vind, mensen dingen wil geven. En ik vind deze mensen niet zo leuk. Ik heb ze echt van alles gegeven en dat hebben ze blijkbaar niet aangenomen. Of, ik heb mijn best gedaan om ze van alles te geven. Heeft me veel gekost, ook echt. Ja en ik ik voel dat ik daar nu niet meer zo veel zin in heb. Voorlopig in elk geval. Al die liefde die ik ze heb gegeven is nu gewoon even voor mij en voor de mensen van wie ik houd en mensen die het wel begrijpen. Gewoon, omdat ik te goed ben om mezelf te grabbel te gooien de hele tijd. Dat is wat ik voel.