Ze hadden het maar te accepteren

We moeten nog een kleine maand wachten om te zien of Cobi van Baars met De onbedoelden de Libris Literatuur Prijs in de wacht sleept. Wat de uitslag ook moge zijn: de roman betekende haar doorbraak naar het grote publiek. Herdruk op herdruk verscheen en alleen de nominatie op de shortlist zorgde er al voor dat ze twee weken in de bestsellerlijst bivakkeerde.

Aaf krijgt op haar eenentwintigste verjaardag van haar adoptieouders te horen dat ze nog een tweelingzus heeft. Dat gegeven hebben zij al die tijd moeten verzwijgen, want dat was een voorwaarde bij de adoptie. De door nonnen gedreven Vroedvrouwenschool speelde een leidende rol in het scheiden van de tweeling vlak na de geboorte. Zo konden ze twee ouderparen gelukkig maken. Het tweelingzusje Annemarieke is echter geadopteerd door een stel dat daar niets vanaf wist en dus pas op de hoogte raakt van dit feit als Aaf op zoek gaat naar haar zus.

Er bestaat een traditie in verhalen over tweelingen die bij de geboorte gescheiden zijn. Het bekendste voorbeeld in de moderne Nederlandstalige literatuur is natuurlijk De tweeling. Aaf denkt dan ook: ‘Dat we van plaats hadden kunnen wisselen, dat ik in zo’n Tessa de Loo-verhaal ben beland.’ De uitdaging voor Van Baars was dan ook om er een literaire draai aan te geven, een vorm te kiezen die buiten de gebaande paden zou treden. Annemarieke leest De tweeling op school en zonder iets van haar afkomst te weten grijpt het verhaal haar enorm aan:

Ze was er kapot van. Destijds nog niet vanwege het uit elkaar halen van de meisjes. Nee, het was het lot waarvan ze zo onder de indruk was. […] Er was over die meisjes beslist, ze hadden geen enkele inspraak in waar ze terechtkwamen, ze hadden het maar te accepteren.

Van Baars heeft op twee manieren het verhaal naar haar hand gezet. Zo heeft Van Baars ervoor gekozen om een veelheid aan stemmen in het boek op te nemen, niet alleen die van de tweelingen zelf maar ook van de mensen om hen heen. Ook de onbekende vader (‘de Griek’) en zelfs zijn zuster krijgen een stem. Dat veelkantige koor zorgt ervoor dat je als lezer de emotie van iedereen die betrokken is in dit drama leert begrijpen, zonder dat je een zwart-witoordeel over ze velt. Zo is de teruggevonden moeder, niet die ideale moederfiguur die je weleens ziet bij gezinsherenigingen op televisie. Sterker nog: zij saboteert zelfs de verdere naspeuringen naar de vader. Pas later krijg je door dat zij haar hele leven gebukt gaat onder een gigantisch trauma. Als je eigen ouders je dwingen om je kinderen af te staan omdat die afkomstig zijn van een gastarbeider (die inmiddels weer terug is naar zijn eigen land en geen weet heeft van zijn kinderen) en je tijdens de zwangerschap weggemoffeld wordt uit het zicht van de buurt, en na de geboorte je eigen kinderen niet mag zien, dan laat dat diepe sporen na.

De andere literaire ingreep van Van Baars is de verteller zelf, die aanwezig is binnen het verhaal. De roman is gestoeld op de levens van twee vrouwen van wie Van Baars er één van dichtbij kent, maar zij heeft de vrijheid bedongen om het echte verhaal te fictionaliseren. Op de eerste bladzijde introduceert ze zich al als ‘de verteller, de schrijver zo je wilt.’ Later springt ze makkelijk door de tijd en vertelt ze expliciet de gedachten van een hoofdpersoon (‘Zal de verteller het samenvatten?’). Toch zorgt die nadrukkelijke vormkwestie niet voor meer afstandelijkheid, het werkt eerder als een betrokken voiceover bij een documentaire die je naar een ander deel van de vertelling brengt.

De onbedoelden is naast een veelstemmige psychologische roman ook een aanklacht tegen de harde praktijken in sommige katholieke gezinnen en instituties. Er is in de naam van het geloof en uit angst voor de goede naam in de buurt, veel weggemoffeld in de geschiedenis. Gelukkig laat de roman ook zien dat er mensen zijn die zich aan de strenge regels onttrekken, waardoor het einde van het boek verrassender wordt dan je verwacht.

Coen Peppelenbos

Cobi van Baars – De onbedoelden. Atlas Contact, Amsterdam. 224 blz. € 22,99.