Puzzelen met je eigen identiteit

Op alles wat ik ben is de derde roman van Peter WJ Brouwer. Een roman over geloof, identiteit, politiek, keuzes maken en keuzes laten maken. Ellen, de hoofdpersoon, groeit op in de jaren ’80, de tijd waarin het geloof langzaam zijn invloed begint te verliezen in de samenleving. Maar niet in het gezin van Ellen, waar haar strenge en weinig empathische moeder de scepter zwaait. ‘Alles eindigde thuis waar een ander de dienst uitmaakte en een afgepaste hoeveelheid vrijheid bestond.’

Maar ook door een nicht die Maria zag verschijnen, blijft het geloof een dikke rode draad in haar leven. Samen met haar moeder bezoekt ze een keer een mis waarbij de nicht vertelt over haar ervaring, dat leidt echter niet een devote houding bij Ellen, maar voedt eerder haar nieuwsgierigheid. Wat doet het geloof met een mens, hoeveel vrijheid is er mogelijk binnen of naast het geloof? Buitenshuis en op school voelt ze zicht vrij en zonder zich bewust af te zetten, komt ze op een dag aanzetten met een vriendje uit een heel ander milieu.

‘Hij zit bij de jongerenafdeling van de PSP.’
‘PSP?’
‘De pacifisten,’ zei Milja, ‘je kent die buttons toch? Ze zijn van die studentenacties, de rellen. De kraakbeweging. De ban-de-bommers. Hij zit gewoon bij ons op school, hij is van mijn jaar. Wat kijk je nou onnozel?’

De vader van Julian is de nieuwe PvdA-wethouder in de stad. Het botst en wringt met het katholieke milieu van Ellen. Haar moeder verzet zich tegen de ontluikende vrijgevochten gedachtes van haar dochter, haar vader trekt zich laf terug op zolder. Maar bij Ellen is een zaadje geplant.

Het verhaal springt door de tijd, van halverwege de jaren ’80 naar tien jaar later en het laatste deel speelt in 2015, wanneer Ellen getrouwd is en zelf kinderen heeft. Haar nieuwsgierige houding uit haar tienerjaren hebben haar tot een freelance journaliste gemaakt, geïnteresseerd in maatschappij en politiek. Wat ooit gezaaid werd, oogst ze nu. Maar het verleden heeft haar niet alleen dit werk opgeleverd, het blijft knagen. Wat heeft ze bewust meegekregen vroeger en wat werd er verzwegen? Wie was die man die met haar oom Marius regelmatig op bezoek kwam om met haar moeder plannen te beramen. Plannen waarvoor? En waarom bemoeide haar vader zich er niet mee? En welke rol speelde de nicht met haar Mariaverschijningen? En wat bedoelde haar oom Marius met de woorden ‘Doe het niet.’?

Brouwer zet in het eerste deel van het boek, met de titel 1985, personages neer die bepalend zijn en blijven voor Ellens leven. Geloofwaardige personages die zich, net als Ellen, door het verhaal heen ontwikkelen. Niemand staat stil, vooral dat laat de auteur zien. En welke kant je op beweegt hangt van zoveel factoren af. Als lezer ga automatisch bij jezelf te rade: wie was bepalend voor de vorming van je eigen identiteit. We willen zo graag dat het lijkt of we zelf keuzes maakten en weloverwogen beslissingen namen, maar alles hangt met elkaar samen. Wie er over de vloer kwamen, welke grote gebeurtenissen er in de maatschappij plaatsvonden (zoals de dreiging van kernraketten in de jaren ’80), wat je ouders van je verwachtten.

Ellen in neemt al snel afstand van Julian. Doet ze dit uit zichzelf, of omdat er iets tragisch is voorgevallen en ze denkt dat ze niet anders kan? Als lezer verwacht je dat Julian haar grote liefde blijft en later in het verhaal weer opduikt. Dat doet hij zeker, net als een aantal andere figuren uit haar jeugd. De plooien en rimpels uit die tijd worden niet gladgestreken, integendeel, er lijken scheuren te ontstaan in wie ze denkt dat ze is en vooral wie ze zou willen zijn.

De vorming van haar identiteit komt terug in de tekeningen van Albert Van Der Weide, niet alleen op het omslag, maar ook door het verhaal heen. Indringende en confronterende tweeluiken, waarin geloof en persoonlijkheid een eenheid vormen.

Op alles wat ik ben geeft een mooi tijdbeeld van het einde van de vorige eeuw. Maar bovenal laat Brouwer zien dat we, net als Ellen, constant aan het puzzelen zijn met stukjes uit ons verleden om er een volledige ‘ik’ van te maken. Het zijn stukjes die door anderen worden aangereikt, subtiel op tafel zijn gelegd of plotseling boven komen drijven. Zie daar maar eens een passend geheel van te maken. Het is de auteur in ieder geval gelukt er een afgeronde en geslaagde roman mee te maken.

Arjen van Meijgaard

Peter WJ Brouwer – Op alles wat ik ben. In de Knipscheer, Haarlem. 284 blz. € 23,50.

(Afbeelding via Facebook)