Recensie: Steffie Van Neste – Therapie met Bovary. Sessies met 19-eeuwse Franse auteurs
Nesteldrang op zijn best
Bibliotherapie is in opmars, een behandelwijze waarin ‘boekendokters’ het lezen van boeken en verhalen inzetten om mensen te helpen bij psychische en emotionele problemen. Gaandeweg kan de therapeut de tekst laten functioneren als spiegel van de ziel om inzicht te krijgen. De Vlaamse Steffie Van Neste is een soort ‘boekendokter’ en ervaringsdeskundige ineen. Haar debuut Therapie met Bovary noemt ze: ‘Een hartstochtelijke liefdesverklaring aan het boek. En aan de negentiende-eeuwse Franse auteurs, die allesbehalve passé zijn.’
Aan de hand van haar eigen leven neemt Van Neste de lezer mee in haar lectuur van de romans van Balzac, Zola, Duras en Stendhal. Zij onderzoekt wat boeken doen met mensen en wat mensen doen met boeken. Ze begint met ‘Uitvliegen met Madame Bovary van Gustave Flaubert’ en schrijft dat Madame Bovary haar leerde haar hoe te lezen. Ze noemt de roman een verhaal van ramen: ‘Het vermogen en het belang om te kijken, opnieuw te kijken, anders te kijken, is waar Flaubert ons toe uitnodigt in het verhaal.’ Als zij de roman op haar 23e voor het eerst leest (en zich schaamt omdat ze deze klassieker niet eerder las), realiseert zij zich: ‘Dit boek ging over mij! In Emma herkende ik mezelf, het meisje dat opgroeide in Dentergem, het Yonville van Vlaanderen.’ En: ‘Wie anders dan Emma Bovary schonk me het inzicht dat schaamteloos binnenkijken de beste remedie is tegen verveling.’
Zo lezen we mee in Van Nestes leven en haar sessies met negentiende-eeuwse Franse auteurs. Herinneringen aan familievakanties, dagboeken of de brandende Notre Dame vormen de aanleiding om romans en karakters te analyseren. Ze trakteert op smakelijke anekdotes uit schrijverslevens en trekt parallellen met hedendaagse media, zoals tussen Netflix en Le Comte de Monte-Christo van Alexandre Dumas. Het blijft overigens niet bij negentiende-eeuwse auteurs. In haar essay-achtige hoofdstukken komen bijvoorbeeld ook Serotonine van Michel Houellebecq en het Zelfverwoestingsboek van Marian Donner aan de orde en uiteraard de autofictie van Annie Ernaux.
Haar pleidooi voor het lezen van (dikke!) romans is aanstekelijk. Gelukkig breekt ze ook een lans voor de ‘consumptielezer’. Je kunt immers niet iedere auteur woord voor woord lezen met wetenschappelijke aandacht: ‘of je nu leest als een minnaar, hongerig en opgewonden, of als een partner, geduldig en aandachtig, het resultaat is hetzelfde, je geeft je over en na het geweld sta je in je blootje.’ Lezen doe je dan ook het liefst veilig thuis, waar je planken vol met vrienden staan. ‘Nesteldrang op zijn best: thuis is waar mijn boeken zijn, en in mijn boeken voel ik me overal thuis.’
Na een lastige episode in haar jeugd, waarin ze troost vond in boeken die haar lieten zien dat eenzaamheid vele gezichten heeft, maakte Van Neste van lezen haar leven. Ze koos voor een studie taal-en letterkunde Frans-Latijn en studeerde een jaar in Parijs. Steffie Van Neste doceert nu Frans aan Hogent. Als ze haar colleges Franse literatuur geeft zoals ze schrijft, zal ze een zeer aandachtig gehoor vinden. Want onze eigen negentiende-eeuwse reus, Louis Couperus, schreef immers al: ‘Als iemand enthoeziast is, heeft hij mij reeds driekwart gewonnen.’
Petra Teunissen
Steffie Van Neste – Therapie met Bovary. Sessies met 19-eeuwse Franse auteurs. Borgerhoff & Lamberigts, Gent. 184 blz. € 22,99.