Opstand en tegenopstand

Het is zo’n tien jaar na de machtsovername van het Commissariaat. In Europa heeft het rechtsextremisme de macht gegrepen bij al dan niet gemanipuleerde verkiezingen. Vrijheid van meningsuiting en democratische rechten worden onderdrukt na de Grote Omslag. Vreemdelingen zijn gedeporteerd naar Libië en Algerije. Opstandige elementen worden vastgehouden in een interneringskamp op Schiermonnikoog. Een deel van de intelligentsia voelt zich in haar vrijheden beknot en is ontevreden, maar het grootste deel van de bevolking is best in zijn nopjes met de rust en orde die het Commissariaat heeft gebracht.

Zo schetst Nelleke Noordervliet de politieke toekomst in haar nieuwe roman Het bewind van de gelukkigen. Hoofdpersoon is Sophie Roth, een voormalig journalist van middelbare leeftijd die vroeger actief ageerde tegen de nieuwe machthebbers, maar nu de rust zoekt op het platteland. Ze huurt een huisje in een klein dorp waar ze zich vooral bezighoudt met het onderhouden van haar tuin. ‘Ik had […] het gevecht opgegeven, me tot de dierbare aarde gewend en me aan de plantjes en boontjes en pompoentjes gewijd, vrienden gemaakt die ik voor geen cent vertrouwde, maar stil, stil, net doen of alles goed was.’

Ze wordt door haar omgeving met een zekere argwaan bejegend. Dat is niet zo vreemd, want ook in dit afgelegen dorp is al gauw bekend dat ze de halfzus is van één van de machtigste mannen in het Commissariaat: Alain Legrand. Hij is een charmante, innemende man die prachtig kan speechen, maar het land met ijzeren hand regeert.

Al vrij snel komt Sophie in het dorp in aanraking met het verzet. Dat gaat verbazingwekkend makkelijk. Blijkbaar heeft het Commissariaat geen goed georganiseerde geheime dienst, want Sophie kan eenvoudig haar broer bezoeken, een kerstbijeenkomst van de machthebbers bijwonen en met het verzet plannen beramen voor de omverwerping van het regime. Het verzet wil natuurlijk graag gebruikmaken van haar unieke positie om tot Alain Legrand door te dringen.

Het bewind van de gelukkigen sluit nauw aan bij de actuele politieke situatie. Het boek, dat tal van zijpaden bewandelt, gaat in de kern over de vraag hoe je je moet verhouden tot een autoritair bewind dat mensenrechten negeert en politieke vrijheid beknot. Noordervliet verwijst in het boek meerdere keren naar Albert Camus’ beroemde De mens in opstand. Zoals Sophie mijmert: ‘Hoe komt de mens in opstand, tegen wie en wanneer is opstand geoorloofd en zelfs noodzakelijk, en hoe beheersen we de krachten die we ontketenen? Opstand en tegenopstand. Ik nam het boek over de opstandige mens uit de kast. Hoe zou Camus mijn halfbroer hebben beoordeeld […] Wat had hij van mij gedacht?’

Zoals Camus moest kiezen tussen de Algerijnse opstand en trouw aan het land van zijn moeder (hij was in Algerije als pied-noir geboren), moet Sophie een keuze maken tussen verzet tegen het Commissariaat of trouw aan haar halfbroer. ‘Verzet ja, maar moord nee. En toch, zou ik de daad afkeuren als die zonder mijn medeweten door iemand anders werd gepleegd? Was mijn morele bezwaar niets anders dan lafheid? Had ik bezwaar tegen de moord op een dictator? Ook als dat mijn halfbroer was? Wie een dictator wil uitschakelen, moet geen uitzondering maken.’

Over het verzet, dat voornamelijk bestaat uit een wat excentrieke familie en een enkele fanaticus, heeft Sophie – en ik vermoed ook haar schepper – niet veel goede woorden over: ‘Maar ik zag evenzeer de ijdelheid die de vaste begeleider is van het fanatiek idealisme dat de mens motiveert in opstand te komen.’ Weer klinkt hier de stem van Camus door.

Het genre van de dystopie krijgt in deze verwarrende tijden veel aandacht. Denk aan klassiekers als Het verhaal van de dienstmaagd van Margaret Atwood en natuurlijk George Orwells onverwoestbare 1984. Het bewind van de gelukkigen komt daar niet bij in de buurt. Het mist de beklemmende sfeer van een politiestaat en een samenleving onder druk; het is allemaal net iets te veel van bordkarton. Situaties zijn onwaarachtig, de sfeer is te jolig, soms op het melige af. Nelleke Noordervliet strooit met metaforen – soms prachtig, maar soms ook wat geforceerd. ‘De journalist in mij was aangegloeid’, denkt Sophie. Noordervliet schrijft over een wapperend tentdoek dat ‘permanent applaudisseerde’. Raar vind ik het beeld van Sophie, die als ‘zwangere eend’ op zoek is naar ‘een nest om mijn ei te leggen’. Zwangere eend? Zoogdieren raken zwanger; vogels niet, die leggen juist eieren. Of is het humor?

Het is jammer. Nelleke Noordervliet stelt in deze roman belangrijke actuele thema’s aan de orde die zeker het overdenken waard zijn. In een tijd van opkomend autoritarisme en autocratisch handelen had ik graag een dystopie gelezen met meer zeggingskracht: bijtender en onheilspellender, waarin het dilemma van opstand of berusting pregnanter aan de kaak wordt gesteld.

Aart Aarsbergen

Nelleke Noordervliet – Het bewind van de gelukkigen. Atlas Contact, Amsterdam/Antwerpen. 380 blz. € 24,99.