Recensie: Barbi Marković – Minihorror
Cartooneske catastrofen
Mini en Miki zijn een op het oog gelukkig jong stel, wonend in een nieuwbouwwijk in Wenen. Miki komt oorspronkelijk van het Oostenrijkse platteland, Mini uit Servië, waar ze als kind op zeventig vierkante meter woonde – met veel familie.
Minihorror van de Oostenrijks-Servische schrijfster Barbi Marković (1980) bestaat uit een reeks grote en hele grote nachtmerries, die de levens van de twee regelmatig op de kop zetten. Een bezoekje aan de IKEA om een nieuw aanrechtblad te bestellen moet dus wel verkeerd gaan, ook al gaat het eerst goed. Op de leveringsdag komt er echter niemand opdagen, zodat ze ‘met alle consumentenkracht’ terug moeten om het raadsel op te lossen. De medewerker zegt: ‘Ik begrijp uw frustratie, maar ik heb geen idee waarom het niet gelukt is met de levering. Dit bedrijf is te groot. Niemand weet precies hoe het werkt.’ De volgende dag komen er twee monteurs langs, die de tegenspartelende bewoners met een kopstoot en duwwerk aan de kant maaien en aan het monteren slaan.
Ook los van elkaar is het leven pittig. Zo ontfermt Mika zich als student over een verwaarloosd katje, dat hij opneemt in zijn huis en verzorgt. Het diertje echter maakt het leven van Mika tot een hel. Niemand komt meer langs vanwege het agressieve beest, die ook steeds vaker van huis gaat en Mika tot wanhoop drijft. Hij stort in en kwijnt weg op bed, waarna de kat tegen hem zegt: ‘Je wilde me een naam geven en afhankelijk maken, maar zoals je nu pas merkt heb ik dat niet toegelaten en geen naam aangenomen.’
Mika en Mini moeten zich onder andere verhouden tot buurtfeesten, winkelend publiek en vakantieparadijzen en natuurlijk de familie – wat een kwelling is als je ooit op zeventig vierkante meter woonde: ‘Tot nu toe heeft Mini in haar leven geleerd dat je, als je de andere mensen in huis wilt ontwijken, voortdurend in de gaten moet houden wie zich waar bevindt.’ Een telefoon of ergonomische wc die continu bezet zijn vragen aandacht en actie en alle geluiden achter de dunne muren hebben een betekenis. Baas in de flat is de aftakelende oma, die door het huis sjokt met achterlating van een ‘dun spoor van zoet ruikende diaree’. In dit verhaal is de nachtmerrie niet zozeer een absurde reflectie op het dagelijks leven, maar een akelige waarheid.
Marković schrijft met ontsporende humor, die niets van de gekende omgeving heel laat en het idee van tijd en plaats elimineert. Kenmerkend zijn de cursieve, repeterende zinnetjes als ‘De avond ervoor…’,‘Later…’ of ‘En zo…’. De 134 korte en iets minder korte verhalen zijn aldus licht, absurd, rampzalig en kafkaësk, als een strip zonder plaatjes of een tekenfilm zonder beeld. Minihorror bevat ook nog bonusmateriaal in de vorm van gastbijdragen en 105 alternatieve horrorscenario’s.
Jaap Krol
Barbi Marković – Minihorror. Uit het Duits vertaald door Lotte Lentes. Koppernik, 184 blz. € 22,50.

