Djikke djakke kerre koltjes klits klets

Het verpleegtehuis is de laatste jaren in trek als omgeving voor romans. Denk aan De laatkomer van Dimitri Verhulst en het vorig jaar verschenen Niemand vertelt je hier ooit wat van Erik Nieuwenhuis. De tragikomische belevenissen van Hendrik Groen werden zelfs bestsellers en schopten het tot een tv-serie. Met Cliënt E. Busken voegt Jeroen Brouwers daar een hallucinerend naargeestige, maar virtuoos geschreven roman aan toe.

De hele roman zit je in het hoofd van Busken die na een noodlottige val is opgenomen in Huize Madeleine, waar hij na een eerste woede-uitbarsting besloten heeft te blijven zwijgen en zich doof te houden. Andere mensen praten wel tegen hem, maar alleen in gedachten geeft hij antwoord. De andere cliënten – het woord patiënten is in de ban gedaan – en personeelsleden zijn intellectueel inferieur aan hem, zodat zijn gedachten vaak bestaan uit neerbuigend commentaar op hun woorden. Zo is hij bijzonder gebeten op ‘de harpij van psychiatrie’ Carola, die zijn spel doorziet. ‘Er moet een orkaan naar haar worden vernoemd.’ Je bent bereid het met Busken eens te zijn, want iemand die polair meteoroloog is en op feestjes kwam waar ook Beatrix rondliep, moet over heel veel aanpassingsvermogen beschikken als hij zich in zijn huidige toestand druk moet maken over een sprits bij de gemberthee.

Gelukkig kan Busken zijn gedachten nog wel op papier kwijt; in codetaal werkt hij met verschillende kleuren aan diverse boeken.

Wat beweegt is wat omgaat in mijn hersenkoepel en mijn hand die alles noteert wat ik denk op een rol papier uit een afgedankt faxapparaat sjerrebekke schietspoele djikke djakke kerre koltjes klits klets.

Die enorme soep aan gedachten draait om jeugdherinneringen, weidt uit over de genderneutrale verzorgers en de eigen prachtige carrière en dat allemaal vermengd met het dagelijkse leven in een zorginstelling: een sigaret roken in de tuin, een val achter de rollator, een ongelukje in de luier en nog een gezellige barbecue tot besluit. Je komt er al snel achter dat de woordensoep van Busken nogal onbetrouwbaar is. Brouwers construeert, zoals gewoonlijk, weer prachtige zinnen, al hapert het geheugen van Busken steeds vaker gedurende dag en zet je als lezer steeds meer vraagtekens bij zijn vreemde malende gedachtestroom. Of iedereen het uithoudingsvermogen heeft om daarin tot het einde mee te gaan waag ik te betwijfelen. Voor literaire fijnproevers is deze roman echter een must.

Coen Peppelenbos

Jeroen Brouwers – Cliënt E. Busken. Atlas Contact, Amsterdam. 264 blz. € 21,99.

Deze recensie verscheen eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 14 februari 2020.