Interessant verhaal vandaag in de Volkskrant door Anneke Stoffelen over de schrijver Mano Bouzamour. Niet in de boekenbijlage, maar in de bijlage ‘Weekeinde’. Stoffelen laat Bouzamour aan het woord evenals zijn broer, een oud-buurtgenoot en een oud-leraar. Wat duidelijk wordt is dat de media, het programma Pauw & Witteman voorop, proberen Bouzamour te framen als een geslaagde Marokkaanse jongen die zich aan een armoedige buurt ontworsteld heeft.

Programma’s zijn niet geïnteresseerd in de fictie en nauwelijks in de feiten die onder de roman De belofte van Pisa. Zo werd het leven van de hoofdpersoon één op één gesteld met het leven van de schrijver, terwijl Bouzamour niet opgroeide in Diamantbuurt, maar in de Pijp. Na het tv-optreden zetten de ouders van Bouzamour hun zoon op straat, opgehitst door buitenstaanders. Ook bij de ouders is die grens tussen feit en fictie blijkbaar niet getrokken. Pauw & Witteman nodigen de schrijver opnieuw uit en nodigen Lamyae Aharouay, journaliste van BNR Nieuwsradio uit om een tegengeluid te laten horen. Volgens haar zegt de redactrice van P&W die haar uitnodigt: ‘We willen graag de discussie uitvergroten.’

Volgens de redactrice zijn haar woorden verdraaid en zou Aharouay niet eens als gast worden uitgenodigd.

Het artikel ‘Straatverkoop’ is verplichte kost voor mensen die geïnteresseerd zijn in hoe schrijvers tegenwoordig in de markt gezet worden en hoe tv-programma’s niet geïnteresseerd zijn in de inhoud van het boek, maar naar het verhaal achter het boek, al bedenken ze dat verhaal achter het boek grotendeels zelf.

Stoffelen stelt dat Bouzamour als schrijver steeds benadrukt dat hij fictie schrijft. ‘Ik vind het wel mooi, dat mysterie over wat echt gebeurd is en wat niet.’ Als je de beelden opnieuw bekijkt, geeft hij ook niet heel veel tegengas bij de wijze waarop hij als schrijver een jeugd toebedacht kreeg.