philip teir familieHedendaagse familieperikelen

Ben je een rabiate Jonathan Franzen-fan, geloof dan niet in de uitgeverij-blur die de Nederlandse vertaling van Philip Teirs debuutroman vergezelt: hij is niet het Europese antwoord op Jonathan Franzen. Wel is hij een schrijver die het waard is gelezen te worden.

Familie is op zich een toepasselijke titel voor deze roman, maar ook een erg obligate. En een nogal vrije vertaling van de oorspronkelijke titel: Vinterkriget, wat zoveel als Oorlogswinter betekent. Die titel is een metafoor voor de oorlogen die binnenskamers worden uitgevochten en die nog intenser zijn als het daglicht slechts een paar uur per dag de huizen binnendringt. Zo zijn de Finse winters. Deze Finse winters heeft Philip Teir een nadrukkelijke rol willen geven in zijn debuutroman. Teir is een Finse journalist die opgroeide in Oost-Botnië, een kuststreek waar de voertaal Zweeds is. Zodoende is Teirs hoofdpersonage, Max Paul, een inwoner van Helsinki die zijn roots in Oost-Botnië heeft.

Max Paul nadert de zestig en was ooit een vooraanstaande socioloog. In de jaren zeventig, dat wel. Max loopt niet zomaar meer warm voor allerlei moderniteiten, en dat hoeft ook niet als al je tijdgenoten dat gevoel ook hebben. Max’ echtgenote Katriina echter, draait nog volop mee in de tredmolen van werk en carrière – en laat zich dan ook daardoor opjagen. Max en Katriina hebben twee dochters: Helen, getrouwd met Christiaan en trotse ouder van twee kleine handenbindertjes, en Eva, die niet weet wat ze wil en in Londen aan een prestigieuze kunstacademie studeert. Niemand van de familie Paul – vader, moeder noch de beide dochters – is echt gelukkig. Hoe kan dat ook in het moderne Finland, waar – in de schoot van de Europese Unie – de levensstandaard hoog is. En dus bij de welvarenden het geluksquotiënt laag.

Eva heeft in Londen haar problemen met geschikte partners en studie; Helen op haar werk als docente en met het opvoeden van haar sweethearts; Katriina in het Verre Oosten, waar ze op studiereis is en de grip volledig verliest; en Max, Max gedraagt zich als een puber als hij volop aandacht krijgt van een jonge en sexy journaliste en ex-studente die hem het hoofd op hol brengt. Dat kan allemaal niet goed gaan, zo vertelt Philip Teir ons in een vlotte en humoristische stijl. In de eerste zin van Familie laat Teir ons dan ook al weten dat het faliekant mis zal gaan:

De eerste fout die Max en Katriina die winter maakten – en er zouden er in de aanloop naar hun scheiding nog vele volgen – was de hamster van de kleinkinderen invriezen.

Er volgen inderdaad nog vele fouten, welke Teir met geestig aplomb voor het voetlicht brengt in een droge, aardse stijl die overeenkomsten vertoont met Richard Russo’s Het inzicht van Griffin, Ted Thompsons Het land van vaste gewoonten en ook met Nick Hornby’s Hoe ben je een goed mens? Allemaal sterke romans met een zeker psychologisch gewicht en een lichtvoetige – maar zeker niet lichte – satirische toets. Familie is geen diepgravend familie-epos dat zich over generaties uitstrekt, maar wel een raak en treffend portret van een hedendaagse familie in zwaar weer.

Wiebren Rijkeboer

Philip Teir – Familie. Vertaald door Sophie Kuiper. Uitgeverij Ambo | Anthos, Amsterdam. 270 blz. € 19,99.