‘Degeneratie,’ zei mijn leraar Engels toen hij Hein Kruit met zijn walkman op de klas zag binnenkomen. Hein hoorde het niet. De vooruitgang is doof voor bezwaren van zielige achterhoedespelers.

Ik heb nog steeds geen e-book. ‘Nog steeds’ betekent hier: ‘ik heb geen zin om me er over een jaar voor te verontschuldigen als ik onverwacht toch in het bezit raak van zo’n kek game-bookie. Je weet hoe dat gaat: ze liggen ineens voor € 16.95 bij de Aldi als kassakoopje, je vrouw weet dit jaar écht niks voor je verjaardag, je krijgt er een bij je nieuwe telefoonabonnement. Ik herinner me nog goed dat Kees van Kooten ooit schreef dat hij geen tekstverwerker wou, omdat het beeldscherm de tekeningen van zijn zoontje aan zijn blikveld zou onttrekken. Mooi gezegd, maar een halfjaar later dook zijn IBM stilzwijgend op in een van zijn columns. Die nederlaag wil ik mezelf besparen. Toch ben ik ervan overtuigd dat het e-book het begin van een einde inluidt. Met de komst van de dvd-recorder verdween de noodzaak om de zaterdagavondfilm te kijken. Wat daarvoor nog een maandagochtenddiscussie over functioneel geweld opleverde, verbleekte tot: ‘Salò? Die heb ik opgenomen. Heb jij nog naar de cijfers over 2006 gekeken?’

Einde discussie. Met gesprekken over de inhoud scoor je niet meer. Je kunt volstaan met de mededeling: ‘Die heb ik op schijf.’ Met boeken zal het ook zo gaan. Ik heb nu een stapeltje ongelezen op mijn nachtkastje liggen: tweede deel van Nop Maas’ biografie besteld, deel 1 nog steeds niet terug in de boekenkast. Erwin Mortier, de nieuwe McEwan, en de door mijn vrouw vertaalde Sillitoe. Die kijken me verwijtend aan (vooral die laatste). Als daar straks een kindle ligt, hoef ik me niet meer schuldig te voelen. Met zo’n game-book naast je bed kun je over de hele wereldliteratuur met een gerust hart zeggen: ‘Die ligt op mijn nachtkastje.’

Vandaag kreeg ik een boek binnen dat ik een poos geleden had besteld op bol.com. Het kwam vertraagd binnen, want ook de boekhandel heeft te lijden gehad onder de grillen van de Eyjafjallajökull. Hoewel ik het als e-book zeker een week eerder in huis zou hebben gehad, had ik het moment van first contact niet graag willen missen. De envelop voorzichtig openen, het boek wegen in je handen, eraan ruiken, de bladzijden onder je duim laten wegglijden. Allemaal uiterst secundair (want het gaat om de inhoud, natuurlijk) maar wel rituelen waar ik aan gehecht ben. Zoals mijn leraar Engels gehecht was aan leerlingen die opkeken als je hun naam riep. Dat gaat verdwijnen. De nieuwe tijd, net wat u zegt. Maar los van het geijkte sentimentele gemopper van een aspirant-midlifer: ook inhoudelijk gaat er echt iets verloren. Ik moet beroeps- en hobbyhalve weleens op zoek naar ‘dat ene zinnetje’. Tijdrovend geblader dat je zelden brengt waar je wezen moet. Je spit de hele Marsman door op zoek naar dat gedicht over ‘de bergen van de horizon’. Dat gedicht vind je zo snel niet. Maar ondertussen stuit je wel op een gedicht dat je 25 jaar geleden voor je lijst hebt gelezen, maar dat toen geen indruk maakte:

‘Hij zakte schaatsenrijdend door het ijs
– een klein gevaar
Dat hij eerst nauwlijks achtte –
En stierf drie maanden later;
Hij was nog jong, maar drie en dertig jaar’

Zinnen die me nu (zelf zakte ik, nog jong, maar 32 jaar in het donker op het Damsterdiep door het ijs) treffen. Een stukje herkenbaarheid naar mezelf toe, zeker. Maar ook de onontkoombare vorm en het laconisme treffen me nu. De zoekfunctie van het e-book zou er in een nanoseconde voorbijflitsen. Leven en lezen worden steeds sneller en efficiënter, ten koste van verbazing en verrassing.

En  toch. Ik mag van mijn baas een reisje maken. Elf dagen op een schip van Schotland naar Spitsbergen. Terug vliegen. Af en toe moet ik iets opschrijven, maar er blijft fijn veel tijd over om te lezen. Moby Dick, Erwin Mortier, Sillitoe, Slauerhoff, De Reve-bio, deel II, Ian McEwan, Biesheuvel en Gerwin van der Werf… A book a day, keeps the ship’s doctor away. Ik maak me nu al zorgen over de afdeling odd-size luggage op Longyearbyen. En dan nog de vraag: waar laat je de tekeningen van je zoontjes?

Erik Nieuwenhuis