Johnny Supernova

In een stripje van Jan, Jans en de kinderen zijn Catootje en Jeroentje aan het schilderen. Jeroentje denkt een waar kunstwerk te hebben gemaakt maar Catootje heeft zo haar bedenkingen. Dan herinnert ze zich dat veel kunstenaars pas beroemd werden na hun dood. ‘Misschien moet ik eerst doodgaan,’ zegt Jeroentje, waarop hij theatraal ter aarde valt. ‘En,’ vraagt hij, half creperend, ‘hoe vind je het nu?’ Zoiets gebeurt ook in Trouw is de andere wang, het derde boek van Peter Bekkers uit 2009 dat nu genomineerd is voor de eerste Grote Jongerenliteratuur Prijs.

Het is de ziekte van deze tijd: beroemd willen worden. Alleen al de enorme massa die elke keer weer op komt draven voor talentenjachten als Idols of X-factor toont hoe belust mensen tegenwoordig jagen op hun ‘15 minutes of fame’. Andy Warhol had het goed begrepen en is ook precies het referentiekader van de personages in Trouw is de andere wang. Kunstenaar Conrad Pi is de vleesgeworden beroemdheidscultus en schaamt zich niet een epigoon van Warhol te zijn. ‘Wereldroem is de kwintessens van het kunstenaarschap. Niet schoonheid, niet originaliteit, maar wereldroem. Elke kunstenaar is een roemkunstenaar. Een kunstenaar zonder roem is een mislukte kunstenaar, een niet bestaande kunstenaar,’ vindt Conrad Pi. En individualiteit bestaat niet. Hij verzamelt een ware ‘factory’ rondom hem van mooie vrouwen, agenten, hulpjes en ander aanlopend volk dat een graantje mee wil pikken van zijn roem. Een van die hulpjes is de eigenlijke hoofdpersoon van dit verhaal: Johnny Lippy.

Johnny Lippy doet de kunstacademie en werkt als lader en losser bij transportbedrijf Van Gend & Loos maar zijn eigenlijke doel is het bereiken van wereldroem. Op een dag raapt hij een oude krant op waarin hij een interview met Conrad Pi leest. Dan weet hij: ‘De toekomstbelofte heette Conrad Pi.’ Hoe ze elkaar precies ontmoeten wordt niet duidelijk maar ze worden boezemvrienden, hebben lange gesprekken over kunst en roem en het ontstaan van sterren en supernova’s. Langzamerhand gaat Johnny op in de entourage van Pi. Hij heeft stiekem een affaire met Conrads vriendin Lima en bezwangert haar zelfs. Uiteindelijk besluiten ze in hun ménage-a-trois dat Johnny Conrad neer zal schieten, net als Valerie Solanas dat met Warhol deed, om zijn roem tot grote hoogte te laten stijgen: ‘Als dit lukt zal ik alle journaals halen. Mijn naam zal door alle nieuwslezers en nieuwslezeressen ter wereld uitgesproken worden. Als het mislukt, nou ja, laat dan mijn dood mijn laatste kunstwerk zijn.’

De vraag is of dit nu typische ‘jongerenliteratuur’ is, op de website van de GJP gedefinieerd als ‘boeken over jong zijn en opgroeien’, die zich vooral op jongeren richten. Ik denk niet dat Peter Bekkers een doelgroep in zijn hoofd had toen hij dit boek schreef en hoewel de personages twintigers zijn, over jong zijn gaat zijn boek ook niet expliciet. Toch begrijp ik de jury wel. Trouw is de andere wang is een actueel boek, dat commentaar geeft op de huidige maatschappij in kortaangebonden proza met veel dialogen. Het is vooral ook een heel grappig boek, met morbide en droge humor, talrijke pseudo-psychologische aforismen (‘De bron van alle leed is zelfkwelling’; ‘Intelligentie is het afzien van originaliteit’; ‘Zelfkennis is een vertrekpunt, geen eindpunt’) en Grunbergiaanse situaties waarbij wanhopige mensen zichzelf in genante situaties manoeuvreren. Een boek dat je iets meer volwassen maakt, hoe oud je ook bent.

Martijn Nicolaas

Peter Bekkers – Trouw is de andere wang. De Geus, Breda, 192 blz. € 16,90.